Wi-Fi 6 router test – vijf snelle routers versus een Wi-Fi 5 router

In deze Wi-Fi 6 router test bekijken we vijf routers van 80 tot 200 euro. We testen de snelheid, werking en hoeveel ze verschillen vergeleken met andere opties en Wi-Fi 5.

Als je wifi trager is dan je internetaansluiting, kun je kijken naar een nieuwe router. We hebben voor deze Wi-Fi 6 router test vijf routers modellen genomen met in elk geval DFS en WPA3 aan boord.

Alleen met DFA ( Dynamic Frequency Selection oftewel automatische kanaalwissel bij radardetectie) mag een router alle kanalen in de 5GHz-band gebruiken. Daardoor blijf je beter uit de buurt van de naburige wifi-netwerken, wat de doorvoer ten goede komt. WPA3 zorgt voor een betere beveiliging van het wifi-netwerk.

Aardig wat routers vielen af omdat ze bleken een of beide niet te ondersteunen.

We hebben in Nederland officieel al een tijd routerkeuzevrijheid, maar nog lang niet alle providers zijn inmiddels al zo ver dat ze ook alle gegevens aan je verstrekken om eenvoudig je huidige modem (met routerfunctie) compleet te kunnen vervangen.

Er zit dan vaak niets anders op dan een nieuwe router achter je huidige provider-apparatuur te plaatsen. Gelukkig is er inmiddels een aantal dat het goede voorbeeld geeft.

Instellen gaat bij alle routers met een wizard, maar die kiest niet altijd de beste of veiligste instellingen. In het artikel in c’t 4/2021 gaan we hier uitgebreid op in. Schakel in elk geval mixed-mode encrypted WPA2+3 in, schakel IPv6 in, zet de optionele 160 MHz voor wifi aan en configureer het gastnetwerk. Een eventuele app voor de router biedt vaak niet alle instellingen, gebruik de webinterface en een browser daarvoor.

Blijf op de hoogte van de nieuwste wifi-hardware en tips!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

We hebben de netto snelheid gemeten met iperf3, oftewel hoe snel de routers in de praktijk data naar een Wi-Fi 6-laptop sturen. Meer details over de testprocedure en metingen en specifieke zaken die we tegenkwamen lees je in c’t 4/2021.

Wi-Fi 6 router test: snelheden

(Klik op de tabel voor een vergroting)

Een beoordeling van de snelheden vind je ook in de tabel met gegevens verderop. Om een wifiscore ‘voldoende’ te be­halen, moest een router minstens 125 Mbit/s op afstand halen. Het dubbele daarvan (de maximale doorvoer van een supervectoring downstream) leverde een score ‘goed’ op.

We konden geen verschil in latentie vinden. De gemiddelde ping over de wifi-­verbinding verschilde slechts minimaal. Hij lag tussen 2 en 4 milliseconden (­afgerond) bij alle testkandidaten, inclusief het oudere Wi-Fi 5-model (Fritzbox 7580 in de tabel). Alleen bij de MR3750 zagen we een voordeel van Wi-Fi 6 bij meerdere clients ten opzichte van Wi-Fi 5 – misschien moet de firmware van de geteste apparaten nog worden geoptimaliseerd.

Meer gegevens en testresultaten vind je in het uitgebreide artikel in c’t 4/2021. In de tabel hieronder vind je de gegevens en beoordelingen uit de Wi-Fi 6 router test.

Klik op de tabel voor een vergroting (in pdf-formaat).

Als je een goed functionerende wifiset-up hebt, hoeft je oude router niet linea recta naar de kliko. Een oudere Wi-Fi 5-­router deed het net zo goed als de nieuwelingen als het gaat om de snelheid op de 5GHz-band. De stap naar de volgende wifigeneratie is pas onvermijdelijk wanneer meer Wi-Fi 6-clients in de vorm van smart­phones, tablets en laptops zich opstapelen in je wifinetwerk.

Als je je internetverbinding via een aparte modem laat binnenkomen, kunnen de hier geteste breedbandrouters makkelijk weer worden ingezet wanneer je van provider en soort aansluiting wisselt. Sommige van de apparaten vertoonden nog kleine grillen die hopelijk bij de komende firmware-upgrades worden weggepoetst.

De Fritzbox 7530 AX is dankzij zijn flexibele firmware interessant voor een grote groep gebruikers, maar de wifi-snelheid scoort ‘maar’ een voldoende. De Asus kost het meest, 200 euro, maar biedt voor dat geld bedraad en draadloos een aardige snelheid en hij heeft een goed aantal functies.

(Informatie afkomstig uit het artikel van Ernst Ahlers en Alieke van Sommeren, c’t magazine 4/2021, p. 108)