Orthogonal Frequency-Division Multiple Access (OFDMA) is de kern van alle innovatie van Wi-Fi 6. Het definieert de modulatie- en kanaaltoegangsmethode en lost op verschillende plaatsen tegelijk problemen op. Met OFDMA kunnen wifi-apparaten een verstoord spectrum binnen een kanaal vermijden en alleen daar uitzenden waar er ruimte is.
Dit vermindert de datatransmissiesnelheid, maar vermindert ook de latentie en packet-loss. Het komt erop neer dat de gegevens op die manier soepeler van A naar B wandelen.
Als alternatief kan een wifimodem de storing negeren en zenden als de signaalsterkte van beide communicatiepartners hoger is dan die van de storing. De andere signalen worden dan gewoon aan de kant geschoven. Dat wordt Spatial Reuse genoemd.
Dat kun je zien als meerdere gesprekken op een feestje: iedereen gebruikt hetzelfde kanaal. Je kunt de omstanders tot op zekere hoogte begrijpen, maar niet wat er vijf meter verderop wordt gezegd. Het spectrum wordt op die manier efficiënter gebruikt, omdat de lokale kring mag zenden voordat de kring verderop pauzeert.
OFDMA vult ook 802.11 aan met gelijktijdige bediening van meerdere clients via één antenne – voorheen was dat alleen mogelijk met meerdere antennes en multi-user MIMO-capabele wifi-adapters. Het accesspoint verdeelt het kanaal voor parallelle dekking op in subkanalen, zogenaamde resource units (RU), van 2, 4, 8, 20, 40 of 80 MHz.
De grootte van het subkanaal dat door het accesspoint aan de client wordt toegewezen, en dus de beschikbare snelheid, is afhankelijk van de hoeveelheid te verzenden gegevens, het aantal clients in het netwerk en de bandbreedte van het bovenliggende kanaal. Deze verdeling werkt voor transmissies van en naar het AP, zodat de wachttijden in beide richtingen worden verkort.
De coördinatiefunctie van OFDMA zal wifi op drukbezochte locaties zoals beurshallen en stadions helpen om in de toekomst een aanzienlijk betere dekking te halen. Maar de verbeteringen zorgen ook in dichtbevolkte gebieden voor meer stabiliteit.
De maximale theoretische snelheid van Wi-Fi 6 ligt rond de 9,6 Gbit/s met acht MIMO-streams op een 160 MHz-kanaal met het hoogste modulatieniveau (zeer goede ontvangst).
De huidige mobiele apparaten met twee antennes halen respectievelijk 2,4 Gbit/s (160 MHz) en 1,2 Gbit/s (80 MHz). Op de 2,4GHz-band is 300 Mbit/s (2 antennes) of 1,2 Gbit/s (8 antennes) haalbaar bij 20 MHz kanalen.
Een andere innovatie van Wi-Fi-6 is de Target Wake Time (TWT), waarmee clients met het accesspoint kunnen onderhandelen over individuele wektijden. Dat betekent dat ze niet tien keer per seconde wakker hoeven te worden om te luisteren of er gegevens op hen wachten.
Dat zorgt voor energiebesparing. Het accesspoint slaat de gegevens tijdelijk op totdat het apparaat op het afgesproken tijdstip wakker wordt.
Meer diepgravende achtergrondartikelen lezen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief!