Het nadeel van deze methode is dat alle bestanden in een .hbk-map op HiDrive komen te staan waar je zo niets mee kunt. Je moet de bestanden dan ook met dezelfde Hyper Backup weer herstellen. Gelukkig is er ook een andere manier om rsync, te gebruiken, maar dan verlies je wel het versiebeheer.
In plaats van een rsync-taak maak je nu back-uptaak met ‘rsync copy (enkele versie)’ als Backup-doel aan. De HiDrive-instellingen zijn hetzelfde als bij de eerdere procedure. In dit geval kun je een map aangeven waarin de bestanden moeten komen te staan. Ook nu kun je weer een schema aanmaken.
Als je de back-up laat uitvoeren, zul je bij de webinterface van HiDrive zien dat de bestanden daar terechtkomen en ook meteen bruikbaar zijn binnen de HiDrive-omgeving. Je kunt ze er dan dus met andere synchronisatietools weer vanaf halen. Dat kan natuurlijk ook een andere NAS met het rsync-protocol zijn. Met de HBS-app op een QNAP-NAS kun je een synchronisatietaak aanmaken met een ‘Externe Rsync-server’. Dat kan zowel eenweg als tweeweg.
Op die manier kun je met het rsync-protocol vanaf verschillende systemen back-ups maken naar je HiDrive-cloudopslag. Daardoor is je HiDrive ook te gebruiken als synchronisatiebuffer om verschillende apparaten gesynchroniseerd te houden. Zorg er dan wel voor dat je de schema’s goed op elkaar afstemt, zodat de back-upprocedures van de verschillende apparaten niet voor de voeten lopen en bestanden bij elkaar wegkapen.