Welke mini-pc moet je kiezen en is dit een zelfbouw model of een compleet product? De huidige mini-pc’s variëren van passief gekoelde, geruisloze ukkies tot krachtige compacte pc’s die soms veel beter presteren dan een volwaardige desktopcomputer. Als je geen krachtige grafische kaart en een cpu met 16 cores nodig hebt voor gaming of rendering, kun je in veel gevallen prima uit de voeten met een mini-pc.
Vijf maal een mini-pc getest
Om een zo breed mogelijk scala aan mini-pc’s te vertegenwoordigen, van een krachtige multicore-pc in een wat grotere behuizing tot een ultra-mini met stille passieve koeling, namen we vijf apparaten mee naar het testlab. In het artikel Koopadvies voor mini-pc geven we een opsomming van aandachtspunten.
Mini-pc met Vier cores en 16 GB RAM
Wij beperkten ons tot mini-pc’s met combi-processors van Intel en AMD. Om er soepel mee te kunnen werken, moeten ze ten minste vier cores hebben en 16 GB RAM ondersteunen.
- Asus biedt de PN41 en PN51 mini-pc’s die optisch vrijwel identiek zijn maar intern zeer verschillend zijn uitgerust.
- Van het Duitse bedrijf E.E.P.D. komt de EM Pro Mini met acht-core Ryzen die in een grote temperatuurrange zijn werk kan doen.
- Gigabyte gebruikt Intels huidige Tiger-Lake cpu’s en Thunderbolt 4 in de Brix
- Lenovo’s IdeaCentre Mini 5 komt met bewezen Comet Lake-technologie in een designbehuizing.
- De Brix van Gigabyte hebben we al eens eerder kort bekeken in c’t 8-9/2021 op pagina 31 en draait nu een complete testronde mee.
Twee pc’s kwamen als complete systemen met Windows 10 aanwaaien:
- de EM Pro Mini
- Lenovo’s IdeaCentre Mini 5.
De twee mini’s van Asus en de Gigabyte Brix zijn barebones met een vastgesoldeerde processor. Het geheugen en de sdd moet je, net als het besturingssysteem, zelf in huis halen en inbouwen.
Bij wijze van concurrentie hebben we ook gekeken naar de HP Chromebox G3. Dit is ook een compleet systeem inclusief geheugen, waarbij het Chrome OS besturingssysteem het vooral beginners gemakkelijk moet maken. Zonder een permanente internetverbinding en een goed vertrouwen in Google is het echter nauwelijks handig bruikbaar. Over Chrome OS hebben we al het nodige geschreven in c’t 10/2021 vanaf pagina 60.
Welke mini-pc kies je zelfbouw of compleet – opvallende punten tijdens test
Montage
De pc’s zijn allemaal klein genoeg om op een VESA-bevestiging achter je monitor gemonteerd te worden. Hierdoor wordt het soms hoogfrequente fangeluid onder belasting een tikje gedempt.
Snelheid
Voor eenvoudige kantoortaken zijn alle pc’s snel genoeg, ook al zitten de PN41 van Asus en de E.E.P.D. Pro Mini tegen de ondergrens van wat redelijk is. Bij de PN41 moesten we eerst updaten naar BIOS versie 0802: voordat we dat deden was de grafische output ondraaglijk traag in de BIOS-set-up, maar ook onder Windows.
Blijf op de hoogte van de nieuwste informatie en tips!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief:
Energieverbruik
De PN41 liet de Celeron-system-on-chip idle draaien met 2,4 watt Package Power. Met een totaal TDP van 6 watt, blijft er niet veel budget over voor computertaken. Blijkbaar was een combinatie van de netwerkchip en de display-audio van de SoC de schuldige: Asus heeft geen aparte audiochip gebruikt. Als we beide uitschakelden in Windows Apparaatbeheer, daalde de idle Package Power van 2,4 naar 1,1 watt, zodat we ongeveer 1,3 watt meer hadden voor computertaken en turbokloksnelheid.
Cinebench R23 – testresultaten mini-pc
In Cinebench R23 stegen de singlethreading-prestaties van 519 naar 599 punten. De USB-A-poort aan de voorkant van de Asus EN51 was diens grootste minpunt, omdat deze in de test veel langzamer werkte dan volgens de specificaties zou moeten.
We hadden ook graag meer performance gezien van de MicroSD-kaartlezer. De E.E.P.D profiteert duidelijk als je de standaard gedeactiveerde Turbo activeert in de BIOS-set-up. Als je het zou laten zoals het is, draaien alle acht cores slechts op een uiterst kalme 1,7 GHz onder belasting.
Geluidsproductie
Met Turbo neemt de geluidsproductie echter aanzienlijk toe. De twee USB-A-poorten aan de achterzijde herkenden onze externe ssd’s niet betrouwbaar vanwege hun beperking tot 900 mA, maar de enkele usb-poort aan de voorkant werkte wel goed.
Afgezien van het net ogende ontwerp is er weinig nieuws te vinden in Lenovo’s IdeaCentre Mini 5. De technologie is in verhouding gedateerd en het apparaat stuurt maximaal een UHD-scherm aan met een ergonomische 60 Hz; de usb-poorten houden het ook voor gezien bij 465 MB/s.
Voor gebruik thuis is dit in de meeste gevallen misschien voldoende, minder prettig is dat Lenovo een eigen standaardplug gebruikt voor de stroomaansluiting (zoals ook vaak bij de laptops van de fabrikant). Vervangen wordt hierdoor onnodig lastig gemaakt.
Allen hebben processors of system-on-chip met geïntegreerde graphics
Alle geteste mini-pc’s hebben processors of een system-on-chip met geïntegreerde graphics. De grafische units delen niet alleen de geheugenbandbreedte met de cpu-cores, maar ook het vermogensbudget. En dat is toch al krapjes bij mobiele chips. De resulterende prestaties zijn uiteraard te traag voor gedetailleerde 3D-werelden.
Voor al het andere, inclusief diverse streamingdiensten zoals Netflix, is de geïntegreerde grafische unit prima en kan ten minste één beeldscherm met UHD-resolutie en 60 hertz worden aangestuurd.
Linux gebruiken op mini-pc
Zoals gebruikelijk hebben wij alle modellen in een korte controle getest met een Linux-distributie. Onder Ubuntu Desktop 21.04, waren er aangenaam weinig opvallende zaken. Alleen de netwerkinterface van de Asus PN41 seinde data merkbaar langzamer door dan onder Windows 10 met 227 in plaats van 296 MB/s, maar de usb-overdrachtssnelheden waren ongeveer 120 MB/s sneller bij het lezen.
Met uitzondering van de Asus PN51 en de Gigabyte Brix, hadden de testkandidaten pas na optimalisatie door Powertop met de –auto-tune-parameter in idle wat minder power nodig dan onder Windows.
Conclusie welke mini-pc kies je zelfbouw of compleet
Geen enkele mini-pc in deze test slaagt erin aan alle eisen te voldoen. Lenovo’s IdeaCentre Mini 5 gebruikt oudere technologie, is niet helemaal stil en kan alleen een UHD-beeldscherm aansturen met voldoende hertz, maar is een goede combinatie van prestaties en energieverbruik. De mini’s van Asus worden ernstig beperkt door het toegestane energieverbruik in hun kleine behuizingen, en vooral de zeer betaalbare PN41 stelt teleur. De EM Pro Mini van E.E.P.D. toont duidelijk zijn embedded systeem roots, maar hij combineert een solide constructie met interessante opties zoals de seriële poorten. De Brix BSi5-1135G7 van Gigabyte verbruikt onnodig veel energie in idle, maar loopt voor op het gebied van functies en prestaties en was relatief stil.