HPE ProLiant Gen10 vs Gen10 Plus vs Gen11

Noud van Kruysbergen
0

Inhoudsopgave

    De HPE ProLiant-servers blijven zich ontwikkelen en zijn inmiddels aangekomen bij de 11e generatie. We gaan hier in op de verschillen tussen de nieuwe modellen en de al wat oudere Gen10 en latere Gen10 Plus servers.

    Bij Gen10 werd de Silicon Root of Trust al geïntroduceerd. Dat is een technologie die de beveiliging van je systeem laat beginnen op firmware-niveau. Die technologie is bij alle nieuwe modellen gebleven. Bij Gen10 Plus kwam daar TPM 2.0 als standaardaanbod bij, evenals de HPE Trusted Supply Chain. Die laat bedrijfssecurity al beginnen bij de componenten waaruit de servers zijn opgebouwd.

    Dat concept is bij Gen11 verder uitgewerkt naar de Global Supply Chain Security. Daarbij is de beveiliging uitgebreid naar de fysieke leveringsketen, waarbij de externe leveranciers en zelfs het transport van onderdelen aan strenge veiligheidseisen moeten voldoen.

    HPE’s Integrated Light-Out (ILO) is een systeem om een server remote te kunnen monitoren en beheren. ILO-versie 5 was beschikbaar voor de Gen10- en Gen10 Plus-servers. Bij de Gen11-servers is dat versie 6 met SPDM-ondersteuning voor storage-controllers en NIC’s. Op het Security Dashboard van ILO 6 heb je een real-time overzicht van de security-instellingen.

    Welke ProLiant-generatie voor wie?

    De komst van de Gen11-servers maakt ProLiant Gen10-servers niet meteen overbodig. Er zijn situaties waarin een Gen10-server op dit moment nog beter toepasbaar is en een Gen11-server niet meteen aan de orde hoeft te zijn.

    Denk aan weinig veeleisende toepassingen, waarbij er bijvoorbeeld per rack minder energiecapaciteit nodig is. Of bij de gebruikers waarbij met name kostenoverwegingen een grote rol spelen. Dan is een ProLiant Gen11-oplossing wellicht te veel van het goede. Dan kan een Gen10 of Gen10 Plus een uitstekende oplossing zijn – ook op de wat langere termijn.

    Het kan zijn dat de workload hoger wordt en dat de vraag naar performance groeit. Bijvoorbeeld voor het werken met containers of een hybride cloud. Ook dan is een Gen10 Plus-server nog steeds een prima oplossing. Of je kunt ook meteen doorschakelen naar Gen11 als je toch verwacht dat je op korte termijn al tegen grenzen aan gaat lopen.

    Gaat het voornamelijk om hoge prestaties, zoals bij AI-toepassingen, databewerkingen of VDI, dan is de ProLiant Gen11-serie de juiste oplossing.

    Het is dus zaak een goede analyse te maken van het beoogde en zeker ook toekomstige gebruik. Als eerdere generaties je doelen ook prima kunnen halen, is er geen noodzaak meteen in te zetten op de nieuwste (en duurste) Gen11-servers. Het grote voordeel van HPE-servers is namelijk de hoge mate van schaalbaarheid.

    Generatieverschillen bij de HPE ProLiant DL3x0

    De processors die in de Gen10 DL3x0 worden gebruikt, zijn van het type 2e generatie Intel Xeon oftewel Cascade Lake (LGA-3647). Bij Gen10 Plus betreft het Intel Xeon Ice Lake (3e generatie, LGA-4189)  modellen en bij Gen11 Sapphire Rapids (4e generatie, GLA-4677). De Gen10-, de Gen10 Plus- en de Gen11-versie van de DL3x0 hebben achtereenvolgens 48 PCIe 3-lanes, 64 PCIe 4-lanes en 80 PCIe 5-lanes.

    In de Gen10 en Gen10 Plus gaat DDR4-geheugen van respectievelijk 2933 en 3200 MT/s, met 128 GB dan wel 256 GB als maximum. De Gen11-versie ondersteunt DDR5-geheugen van 4800 MT/s met een maximum van 256 GB.

    Wat de opslagmogelijkheden betreft, zijn de Gen10, Gen10 Plus en Gen11-systemen geschikt voor NVMe-support voor respectievelijk Gen3 (x4), Gen4 (x1,x2 en x4) en Gen5 (eveneens x1, x2 en x4).

    HPE ProLiant DL360 Gen10

    HPE ProLiant DL360 Gen10 Plus

    HPE ProLiant DL360 Gen11

    Generatieverschillen bij de HPE ProLiant DL3x5

    Voor de ProLiant DL3x5 gelden vergelijkbare verschillen. Alleen zijn deze servers uitgerust met een 2e generatie AMD EPYC-cpu met een SP3-socket (Gen10 en Gen10 Plus), 3e generatie EPYC met eveneens een SP3-socket (Gen10 Plus en Gen10 Plus V2) of een 4e generatie EPYC met een SP5-socket (Gen11).

    Verschillen tussen de Gen10 en Gen11-modellen van de HPE ProLiant ML350

    Van de bij kleinere bedrijven populaire ProLiant ML350 towerserver is ook een Gen11-versie verschenen. In de Gen10-versie passen 2 Xeon-processors van de 1e en 2e generatie met maximaal 28 cores. In de Gen11-variant zijn dat 4 Xeons van de 4e generatie met maximaal 60 kernen.

    Het aantal PCIe-sloten is verhoogd van 8 maal Gen3 tot 10 maal Gen5. Het geheugen van 24 maal DDR4 (maximaal 3 TB) naar 32 maal DDR5 (maximaal 8 TB).

    Waar bij de Gen10-versie een embedded SATA Software RAID of een Gen10 HPE Smart Array Controller als storage-controller fungeerde, zijn dat bij de Gen11 embedded Intel VROC NVMe/SATA Controllers.

    HPE ProLiant ML350 Gen11

    HPE Greenlake beheeromgeving

    Geheel los van de Gen-discussie staat het beheerplatform dat sinds de Gen11-servers beschikbaar is: Greenlake. Dat is een gecentraliseerd cloudplatform om je serveromgeving gedetailleerd te monitoren en managen. Bijvoorbeeld om firmware automatisch te laten updaten.

    Het grote voordeel van Greenlake is dat het een extern beheerplatform is dat je niet zelf hoeft te onderhouden. Je hoeft niet zelf op zoek naar de laatste features, maar krijgt die aangeboden.

    Greenlake is beschikbaar voor alle HPE ProLiant-servers vanaf Gen10. Om Greenlake te kunnen gebruiken is geen apart contract nodig, je betaalt per server.

    Conclusie

    Dankzij de nieuwe generatie hardware kunnen ProLiant Gen11-servers ten opzichte van de Gen10-generatie een flink hogere performance bieden. De bandbreedte aan modellen zorgt ervoor dat er voor elke situatie een passende oplossing kan worden gevonden.

    Het grote voordeel van de HPE-servers is dat die bandbreedte voor een groot deel ook al bij de Gen10-serie bestond, waardoor een Gen10- of Gen10 Plus-server nog gewoon een legitieme optie kan zijn zonder dat je meteen met verouderde hardware of een slechts tijdelijke oplossing aan de slag gaat.

    De Gen10- en Gen11-servers zijn door onder meer het Greenlake-platform grotendeels (en gezamenlijk) op dezelfde manier te monitoren en managen, waardoor ook dat geen extra argument voor een van de beide serverlijnen is.

    Welke server(serie) wanneer het beste is, is dan ook voornamelijk handwerk en vergt een goede analyse van de situatie en een adequate inschatting van de benodigde IT-infrastructuur.

    Meer over

    Servers

    Deel dit artikel

    Noud van Kruysbergen
    Noud van KruysbergenNoud heeft de 'American Dream' doorlopen van jongste bediende tot hoofdredacteur van c't, waar hij zo veel mogelijk de diepgang, betrouwbaarheid en diversiteit wil bewaken.

    Lees ook

    HPE Microserver Gen10 Plus v2 review: compacte server voor o.a. het MKB

    In deze review nemen we de HPE Microserver Gen10 Plus v2 onder de loep. Deze compacte server heeft alles in huis om bij zowel meer willende thuisgebru...

    Profiteren van de AI-revolutie met HPE & Nvidia

    In de jaren vijftig werd de basis gelegd voor kunstmatige intelligentie (AI). Sindsdien heeft deze technologie zich ontwikkeld van 'baanbrekende scien...

    0 Praat mee
    avatar
      Abonneer  
    Laat het mij weten wanneer er