In de loop der jaren zijn er veel misverstanden over de thuisbioscoop de wereld in geslingerd. In een reeks items helderen we deze op, zowel op gebied van het beeld en geluid, maar ook de bekabeling en de diverse bluray-formaten. Deze keer kijken we naar de geluidsformaten Dolby Digital en Dolby Digital Plus.
Dolby Digital vs. Dolby Digital Plus
Een van die misverstanden is dat Dolby Digital en Dolby Digital Plus hetzelfde formaat zijn. Dolby introduceerde de Plus-variant in 2005, 10 jaar nadat Dolby Digital werd gespecificeerd als een meerkanaals-audioformaat voor dvd. Ondanks de vergelijkbare naam verschilt de Plus-variant sterk van zijn voorganger. Dolby Digital Plus was bijvoorbeeld de eerste die een structuur gebruikte die bestond uit een Dolby-Digital-compatibele kern en een extensie (Core plus Extension).
Die combinatie stelt Dolby Digital Plus in staat om bitsnelheden tot 6 Mbit/s te halen. Dat is dus een compressie van de audiodata met aanzienlijk minder verlies. Met Dolby Digital wordt echter een maximum van 640 kbit/s behaald. Daarnaast ondersteunt Dolby Digital Plus 7.1 kanalen, terwijl Dolby Digital maar maximaal 5.1 kanalen ondersteunt.
Ontvang gratis informatie en tips over Dolby-geluid en audiotechnieken, schrijf je in voor de nieuwsbrief:
Dolby-geluid bij streaming
Videostreamingdiensten zoals Netflix maken gebruik van Dolby Digital Plus omdat het daarmee mogelijk is 5.1-soundtracks te streamen met dezelfde bitsnelheid in betere kwaliteit dan met Dolby Digital, of met een lagere bitsnelheid maar met dezelfde kwaliteit. Sinds enkele jaren is Dolby Digital Plus één van de twee basiscodecs voor het 3D-audioformaat Dolby Atmos, naast Dolby TrueHD. Bij die twee technieken worden de audio-objecten voor de hoogtekanalen toegevoegd.
(Dit artikel is eerder verschenen in c’t 10/2020, p.74, met medewerking van Nico Jurran en Alieke van Sommeren)