Je kunt een netwerk maken en internet doorgeven via bestaande coax tv-kabels. Zo krijg je bijvoorbeeld op de slaapkamer of op zolder internet zonder kabels trekken. We testen vier adapters die internet via coax doorgeven en vergelijken de resultaten.
Met Ethernet-over-Coax-adapters (EoC-adapters) kun je coax kabels die toch al in de muur zitten gebruiken voor een netwerkverbinding. Zo kun je een pc of ander apparaat verbinden met je router en internet via coax doorgeven.
Je verbindt de bestaande tv-kabel of aansluitpunt daarvoor in de buurt van je router gewoon met een EoC-adapter en sluit een netwerkkabel aan tussen de router en adapter. Bij een ander tv-aansluitpunt plaats je de tweede adapter en via de netwerkpoort op die adapter heb je dan verbinding met je router.
Vaak werkt dit zelfs tegelijk met bijvoorbeeld een tv-signaal over die kabel. We hebben vier adapterparen in huis gehaald van Allnet, Axing, Devolo en Luster om te testen.
Internet via coax – testresultaten van de 4 adapters
We hebben de snelheden in de praktijk getest en hoe gemakkelijk de adapters in gebruik te nemen zijn. Het goede nieuws eerst: de adapters halen allemaal bijna de volledige gigabit netwerksnelheid die mogelijk is.
Om een internetverbinding vanaf je router door te geven zijn ze adapters dus snel genoeg en sneller dan Powerline (internet via stroomdraden).
Ontvang gratis tips voor je thuisnetwerk, schrijf je in voor de nieuwsbrief:
Allnet ALL-GHN102v2 – Coax
Let op bij de aanschaf: de adapter circuleert onder Allnets artikelnummer 123043 in twee versies die beide worden aangeduid als ‘ALL-GHN102-Coax’ bij (web)winkels.
De oudere versie werkt volgens G.hn Wave 1 en haalt minder doorvoer dan de nieuwere versie (Wave 2, aanduiding op doos en typeplaatje als hierboven). Doe navraag of geef bij je bestelling uitdrukkelijk aan dat je versie ‘102v2’ bestelt. Als je toch de Wave 1 versie ontvangt, ruil hem dan om.
Er valt niets in te stellen: uitpakken, aansluiten en aanzetten. Net als de bijna identieke Axing-zustermodellen (hieronder), vertoonden de Allnet-adapters een variërende latency (ping-tijd).
De schommelingen hadden geen merkbaar effect op de doorvoer tijdens langere transmissies. Als je er last van hebt, kun je het verhelpen met de aangekondigde firmware-update (je verzoek kun je richten aan [email protected]).
Pluspunten / minpunten
+ eenvoudige setup
+ goede doorvoer
– fluctuerende ping
Axing EOC 1-32 G.hn Coax P2P
Axing is een bekende fabrikant van coax-distributietechnologie in de satelliet/kabeltelevisie-industrie en sinds enkele jaren ook actief op het gebied van datanetwerken via dit medium. De nadruk ligt op systemen voor zakelijke gebruikers met een boomvormige topologie (centrale concentrator, veel eindpunten in master/endpoint-configuratie). Voor appartementen en eengezinswoningen zijn de apparaten ook verkrijgbaar in de hier geteste ‘peer-to-peer’-versie. Als alternatief voor de gewone ethernet/coax-adapter is er ook een met een geïntegreerd wifi-toegangspunt.
De adapters werkten zo uit de doos, er was niets in te stellen. Net als bij de bijna identieke modellen van Allnet (links), merkten we een fluctuerende ping op. Axing heeft (nog) niet aangegeven alternatieve firmware aan te bieden. In de test werkte de EOC-1-32 iets sneller bij hoge demping dan het Allnet-model, waardoor je eventueel iets meer bereik hebt.
Pluspunten / minpunten
+ eenvoudige setup
+ goede doorvoer
– fluctuerende ping
Devolo Giga Bridge
De Giga Bridge van Devolo werkt meteen, net zoals de andere adapters, maar via goed ontworpen browserpagina’s kun je eventueel instellingen aanpassen. Je kunt bijvoorbeeld energiebesparende functies wijzigen, de ledlampjes uitschakelen of de verbindingskwaliteit opvragen.
De automatisch gestarte wizard zou ook moet aanbieden om standaard geactiveerde diagnostische gegevensoverdracht uit te schakelen. Devolo wil dat regelen met een firmware update.
De Giga Bridge werkt ofwel via coaxiale kabels of via een vrije telefoonlijn en is daarom verkrijgbaar in twee verschillende uitvoeringen. Op het moment van testen was de Giga Bridge alleen geschikt voor point-to-point-werking en op kabels die niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De beoordeling in de tabel is daarop gebaseerd. Ondertussen is ook multipoint beschikbaar (tot 8 adapters binnen een thuisnetwerk) via een firmware update.
Pluspunten / minpunten
+ ook versie voor telefoonkabels
+ browser-interface
– firmware update nodig voor multipoint
Luster HME5000-C2-E2-PU-I2-I
Alleen gebruikers met netwerkkennis zullen zich thuis voelen bij de browserconfiguratie van de MoCA-adapters van Luster. Gelukkig is het instellen via de browser alleen nodig als verschillende gebruikers in een gebouw met gedeelde coaxbekabeling MoCA-systemen gescheiden van elkaar willen gebruiken. Dat kan door verschillende sleutels in te stellen. Bij onze testexemplaren was kiezen van het frequentiebereik beperkt tot de D-band volgens de MoCA-standaard.
Wie kabeltelevisie heeft via coax kan de Luster-adapters ook gebruiken: de frequentiebereiken van de systemen zijn verschillend en beïnvloeden elkaar niet. Maar bij satelliet-tv via coax moet je kiezen voor G.hn-modellen. Vermoedelijk door de hogere werkfrequentie gaven de MoCA-adapters het in de test iets eerder op dan de G.hn-concurrenten als de demping toenam.
Pluspunten / minpunten
+ compatibel met kabel-tv
– maar niet met satelliet-tv
– minder bereik dan G.hn
Internet via coax – demping en gegevens EoC-adapters
Splitters, slechte connectors en kabels kunnen het signaal via de coax-kabels dempen. We hebben getest hoe goed de adapters hiermee omgaan door steeds meer 10dB-verzwakkingselementen ertussen te plaatsen op 50 meter coax-kabel.
Tot aan gemiddelde dempingsniveaus bereikten de systemen de volledige netto doorvoer van ongeveer 950 Mbit/s die mogelijk is met gigabit-ethernet. Daarna nam de snelheid af tot de verbinding uiteindelijk volledig uitviel. In de tabel hieronder zie je de snelheden versus demping voor de geteste EoC-adapters. Klik erop voor een vergroting.
Ethernetpakketten met VLAN-tags passeerden alle EoC-adapters zonder problemen. Ook multicast-streaming (zoals bij IPTV), werkte grotendeels zonder problemen.
Latentie EoC-adapters en testgegevens
Bij het testen van de latentie van de EoC-adapters van Allnet en Axing zagen we herhaaldelijk een systematisch variërende latentie (RTT, pingtijd) met tijden tussen 40 en 1 milliseconde. Het middelen hiervan leidde tot relatief hoge RTT-waarden. De Devolo-adapters, die dezelfde G.hn-chips gebruiken, hadden een stabiele en aanzienlijk kortere RTT van 1,4 milliseconden. Allnet wil dat verbeteren met een firmware-update.
Ter vergelijking: bij gigabit-ethernet is 1,0 milliseconde via een eenvoudige switch een normale waarde. In het dagelijks gebruik zul je de RTT-schommelingen waarschijnlijk niet opmerken, maar het zou gamers kunnen storen.
In onderstaande tabel vind je technische gegevens, testresultaten en beoordelingen van de geteste adapters. Klik erop om de volledige versie (in pdf-formaat) te downloaden.
Internet via coax adapters getest – conclusie
Als je geen ethernetkabel door het huis wilt aanleggen, kun je EoC-adapters gebruiken om de bestaande coaxbekabeling te benutten. De benodigde adapters zijn prijzig en het energieverbruik tijdens gebruik is ook hoog. Maar onder gunstige omstandigheden bieden ze de volledige gigabit-ethernetdoorvoer. Met erop aangesloten extra accesspoints kun je overal in een gebouw snel en draadloos internet krijgen.
- De adapters van Allnet en Axing zijn heel eenvoudig in gebruik te nemen, waarbij de Allnet-apparaten interessanter zijn voor gamers vanwege de beloofde firmware-update.
- De MoCA-variant van Luster is bijzonder makkelijk te integreren in coaxsystemen met kabel-tv, maar kan niet overweg met satelliet-tv-installaties.
- De Giga Bridge van Devolo is met de nieuwste firmware niet meer beperkt tot point-to-point-werking. Daarmee is hij ook interessant als in één gebouw meerdere coaxdatanetwerken parallel moeten lopen.
Bij het installeren van EoC moet natuurlijk met een aantal voorwaarden rekening worden gehouden en soms moet je daarbij wat proberen en aanpassen. Meer uitgebreide informatie hierover vind je ook in c’t uitgave 4/2022.
(Deze informatie is afkomstig uit het artikel in c’t 4/2022, pagina 98, van Ernst Ahlers en Marco den Teuling)