Met een enkele 2,5-inch usb-schijf heb je aan een USB-Cvoeding van de Raspberry Pi Foundation, of een soortgelijke 5V-voeding die 15 watt (5V/3A) levert, voldoende voor de stroomvoorziening. De twee USB 3.0-poorten leveren samen maximaal 1,2 A, oftewel 6 watt.
In principe kun je ook een USB 3.0-hub met een eigen voeding aansluiten op een Raspberry Pi 4 en meerdere usb-schijven. Dergelijke gecompliceerde constructies kun je echter beter vermijden omwille van een hogere betrouwbaarheid. We raden altijd het KISS-principe aan: hou het zo simpel mogelijk. Hoe minder componenten en kabels, des te minder problemen, defecten en losse contacten er kunnen optreden.
De Broadcom BCM2711-chip van de Raspberry Pi 4 wordt behoorlijk heet bij een hoge belasting. Na slechts 10 tot 30 seconden continue belasting van alle vier de cpu-kernen kan hij zo heet worden dat hij zijn klokfrequentie terugschroeft. Bij puur NAS-gebruik is dat zeer zelden te verwachten, omdat daarbij vrijwel nooit alle kernen tegelijkertijd belast worden. Een extra koeler op de BCM2711 is daarom overbodig – tenzij je voortdurend versleutelde gegevens kopieert of de Raspberry Pi tegelijkertijd ook voor andere doeleinden gebruikt. Ook in een slecht geventileerde behuizing kan een extra koeler nuttig zijn.
Om een Pi-NAS betrouwbaar te laten werken, is naast een betrouwbare stroomvoorziening, koeling en bekabeling ook een geschikte locatie van belang. Direct zonlicht, andere warmtebronnen, stof en trillingen hebben een negatief effect. Eigenlijk zou het raadzaam zijn om de Raspberry Pi samen met de schijf in een stevige behuizing te bouwen, maar dan gaan de kosten uit de hand lopen. Zoals al gezegd is een complete NAS voor twee 3,5”-schijven al verkrijgbaar vanaf circa 90 euro.