Versie 15 van Suse Linux Enterprise is een grote stap voorwaarts. De installer kan dankzij de modules nu met alle varianten van de distributie overweg, zodat er nog maar één installatiemedium nodig is. Er is ondersteuning voor Wayland en de eigen firewall is verdwenen. We bekijken kort deze versie van Suse Linux.
Op versie 12 volgt nu nummer 15. De reden daarvoor is niet technisch, maar heeft puur met bijgeloof te maken. Het getal 13 is hier een ongeluksgetal, maar 14 in delen van Azië ook. Vandaar meteen door naar 15.
Modules
Het modulariseren van de distributie is door Suse ver doorgevoerd: er is nog maar één installatiemedium voor alle varianten. Afhankelijk van de gewenste variant worden de bijbehorende pakketbronnen toegevoegd en de benodigde pakketten geïnstalleerd. Je kunt ook andere pakketbronnen toevoegen voor bijvoorbeeld ontwikkeltools en containerondersteuning. Dat kan ook met de aloude Yast. Voor sommige modules zijn extra licenties nodig, en je kunt niet alles met alles combineren omdat de gewenste modulecombinaties wel vrijgegeven moeten zijn. De pakketmanagementtool Zypper kan alle voor het installeren beschikbare modules doorzoeken, ook als die niet geactiveerd zijn.
De basis van Suse
De onderbouw van SLE 15 is dezelfde als bij de door de community onderhouden openSUSE Leap 15. Een directe migratie tussen die twee wordt ondersteund. De distributie krijgt zoals gebruikelijk tien jaar support.
SLE 15 werkt met de Linux-kernel 4.12 van juli 2017 met een betere ondersteuning van AMD- en Nvidia-gpu’s. Het Wayland-protocol is ook tot SLE 15 doorgedrongen en is met Gnome meteen de eerste keus – als de drivers meewerken. Als je Nvidia’s propriëtaire drivers of de bij servers populairdere Matrox- of Aspeed-chips gebruikt, krijg je weer een klassieke X-Server te zien – maar dan versie 1.19.6 en Mesa 18.0.2.
Oud eruit, nieuw erin
Diskettes worden niet meer ondersteund, maar daar zal waarschijnlijk niemand rouwig om zijn. Suse heeft voorgoed afscheid genomen van ReiserFS. Ook Dmraid staat op het punt van verdwijnen en zal bij een toekomstig Service Pack helemaal verwijderd worden. Je moet dus op tijd overschakelen naar de software-RAID van de kernel. De partitioneringsmodule is helemaal herzien. Libstorage-ng werkt op de achtergrond en heeft meer mogelijkheden voor opslagbeheer. Partities worden nu automatisch uitgelijnd op sectorgrenzen van de opslagmedia. Dat bespaart lees- en schrijfcycli en verbetert de performance.
Suse noemt Salt als alternatief voor beheerders die hun systemen met Puppet configureren, want dat is geen onderdeel meer van SLE. De Subscription Management Tool (SMT) is opgevolgd door de Repository Management Tool (RMT). Er is nu volledige ondersteuning voor Python 3, maar versie 2 wordt ook nog ondersteund. GCC 7 heeft de voorkeur als compiler en van Perl is versie 5.26 beschikbaar.
Er zijn Technology Previews, maar die zijn niet bedoeld voor productief gebruik. Op x86_64-processors kan SLE sommige gpu’s naar een virtuele machine doorsturen. Systemen met een AMD-cpu kunnen nu Secure Encrypted Virtualization gebruiken. Daar worden virtuele machines dusdanig mee versleuteld dat ze beter beveiligd zijn tegen aanvallen van buitenaf.