Iets wat je bij servers altijd wel ziet en ook zeker wilt is remote beheer. Systeembeheerders kunnen op afstand via een aparte netwerkchip toegang krijgen tot de server. Software-oplossingen als Teamviewer vereisen dat het besturingssysteem draait, maar hardwarematig remote beheer biedt toegang tot het BIOS en de RAID-configuratie en laat je op afstand een besturingssysteem installeren. Daar komt ook monitoring van hardware bij, zoals ventilatoren en temperaturen die door sensors worden uitgelezen.
Over het algemeen is remote beheer geregeld door een Baseboard Management Controller (BMC) van de specialist Aspeed. Daarin zitten gpu’s die ook zorgen voor het lokaal weergeven van het besturingssysteem. Extreem snel is dat niet, maar remote beheer is sowieso niet supersnel, dus dat is niet hinderlijk.
Bij beheer op afstand is het helaas nog steeds zo dat het wachtwoord en de gebruikersnaam standaard onveilig staan ingesteld (admin/admin). Die moet je direct wijzigen, net zoals je moet regelen dat remote beheer niet via een van de normale netwerkaansluitingen kan plaatsvinden (standaard bij Supermicro als er geen poort staat ingesteld). Bij Dell is een eigen wachtwoord ingeven tijdens het bestellen een optie, maar dat staat standaard niet geselecteerd.
Om ervoor te zorgen dat je op afstand bij een server kunt, moeten een aantal functies altijd actief blijven. Dat kost wat energie, dus het verbruik van een server is zelfs als hij via soft-off is uitgezet in verhouding fors. Servers zijn echter bedoeld om continu te draaien. Ze kennen ook geen stand-bymodi als Suspend-to-RAM (energie besparen) of Suspend-to-Disk (slaapstand).
Veel kleine servers draaien altijd, maar de meeste tijd hebben ze niks te doen (idle). Het idle energieverbruik bepaalt daardoor hoe hoog de energierekening wordt. De zuinigste is de Fujitsu Primergy met 28 watt, gevolgd door de Supermicro SuperServer met 36 watt. De servers van Thomas Krenn en Lenovo doen daar nog 10 watt bovenop, de Dell 20 watt extra. Als het mogelijk is om de harde schijven stil te leggen, is de Supermicro de winnaar met slechts 22 watt, vóór de Thomas Krenn. Bij Dell, Lenovo en Fujitsu bleven de disks rondjes draaien. Als we schijftoegang gebruikten en alle netwerkpoorten aan het werk waren, had de Fujitsu TX1320 minimaal 37 watt nodig en de andere servers 57 tot 70 watt.