Enkele weken geleden kwamen er berichten naar buiten dat Microsoft mogelijk de ondersteuning voor bepaalde processors voor Windows 11 zou stopzetten. Deze boodschap vond weerklank bij gebruikers die al gefrustreerd waren door de extreem hoge systeemvereisten. Echter, bij nader inzien blijkt deze beperking, die vermoedelijk zou worden geïmplementeerd in versie 24H2, grotendeels irrelevant te zijn. Maar waar het relevant is, vormt het wel een echt probleem, omdat het op basis van de huidige kennis niet te omzeilen is.
Microsoft vereist de CPU-instructiesets SSE 4.2 (Intel) en SSE 4a (AMD), evenals de processorinstructie POPCNT. Dit geldt in grote lijnen voor alle Intel CPU’s die niet behoren tot de “Core i”-reeks, zoals Core 2 Duo en Quad, evenals Pentium, Celeron en Xeon CPU’s die daarvan zijn afgeleid. De meeste CPU’s vanaf de eerste Core i7, met andere woorden de “Nehalem”-processor uit 2008, ondersteunen deze instructies – met uitzondering van enkele oude energiezuinige CPU’s uit de Atom-serie, die voornamelijk werden gebruikt in netbooks. AMD was hier iets eerder bij: de instructies worden ondersteund vanaf de Barcelona-architectuur (“Phenom”).
Computers met processors zoals de Intel Core 2 Duo en de AMD Athlon 64 X2 zullen waarschijnlijk niet meer kunnen draaien op versie 24H2. Microsoft is van mening dat dit niet relevant is, omdat ook veel nieuwere processors tot 2016 niet worden ondersteund. Degenen die nog steeds een pc met een Core 2 Duo of iets vergelijkbaars gebruiken en erin geslaagd zijn om Windows 11 met behulp van trucs te installeren, zullen waarschijnlijk in de steek worden gelaten.