Het complete besturingssysteem, alle configuratiebestanden en alle gegevens die tijdens het gebruik worden opgeslagen komen bij de Raspberri Pi op een SD-kaart terecht. Als het niet alleen om een tijdelijk knutselproject gaat, moet je na de installatie een oplossing bedenken voor het geval dat de geheugenkaart het begeeft. De kans daarop is helaas groter dan je denkt, en het handmatig instellen van allerlei back-upsoftware is vrij lastig.
Maak bijvoorbeeld met de Windows-tool “Win32 Disk Image” een back-up van de complete SD-kaart op je pc en houd een kopie hiervan in reserve. Als er op de Pi nieuwe data worden geschreven, moeten die met vaste regelmaat of liever nog meteen worden gesynchroniseerd met een andere computer. Dat kan met een tool zoals rsync, die bestanden meteen spiegelt naar een andere pc. Je kunt ook een script gebruiken dat regelmatig back-ups maakt naar een netwerklocatie. Als doellocatie kun je een NAS of een andere computer gebruiken.
Je moet in ieder geval het project ook goed documenteren en dit bijwerken. Als er maanden later een probleem optreedt, weet je anders niet meer welke configuratiebestanden je hebt moeten aanpassen. Op dat moment zul je dankbaar zijn voor elke notitie.