Helaas is er geen eenduidig recept voor een gedetailleerde configuratie omdat er veel variabelen in het spel zijn. Hier vind je enkele configuratietips voor Gmail. Niet elke SMTP-server is bereid om berichten van willekeurige gebruikers naar willekeurige andere te sturen, zelfs als een bekende gebruiker zich eerst geauthentiseerd heeft. Ook bij de SMTP-authenticatie zijn er meerdere opties: PLAIN, SSL, TLS en poort 25, 465 of 587. Sommige servers verwachten voor het authentiseren volledige namen met domein, andere willen het zonder.
Als een zoektocht op internet naar de betreffende mailer en mailprovider geen resultaten heeft opgeleverd, is het in de praktijk dan vaak een kwestie van proberen. Begin met een minimaal aantal configuratiebestanden en concretiseer dat steeds verder. Begin bijvoorbeeld zonder een poort aan te geven. Verstuur met echo “Hallo” | sendmail root een testbericht en kijk daarbij goed naar de meldingen die het systeem laat zien.
Terwijl Ssmtp daarbij heel snel reageert en problemen bij het versturen meteen meldt, bijvoorbeeld ‘Relay access denied’, moet je bij Nullmailer wat meer moeite doen om die te zien te krijgen. Met het commando mailq kun je zien of er berichten in zijn queue staan die hij niet kwijt kan. De reden daarvoor zie je pas in het logbestand (/var/log/mail.err bij een Debian-systeem). Ssmtp heeft een dergelijk logbestand niet.
Als een SMTP-server helemaal niets met een gegenereerd e-mailadres wil, helpen eventueel de opties voor de versturende processen. Bij cron is het bijvoorbeeld mogelijk om met [email protected] in crontab de reguliere ontvanger van berichten te overschrijven. Dat is normaal gesproken de eigenaar van de desbetreffende crontab. Moderne cron-versies staan ook het instellen van een afzender toe met [email protected].
Vaak veroorzaakt het afzenderadres de meeste problemen. Bij het testen met sendmail op de commandline komen er wellicht anders gegenereerde afzenderafdressen aan bij de mailhulp dan bij een aanroep vanuit de webapplicatie waarvoor je al die moeite eigenlijk doet – dan wordt het bijvoorbeeld root@localhost in plaats van alleen root. Test sendmail dus niet alleen met de commandline, maar ook vanuit de uiteindelijke applicatie.

Gratis webmailers zijn vaak als SMTP-relay te gebruiken. Daar moet je bij de instellingen dan wel toegang tot POP/IMAP voor activeren, waarmee dan ook SMTP vrijgegeven wordt.
Test daarnaast ook of de berichten daadwerkelijk aankomen. Zeker als je met populaire gratis hosters als Google Mail of Outlook.com werkt, belanden de berichten snel in een verkeerde inbox. Als je testberichten niet aankomen, hoef je niet te wanhopen. Controleer voor de eerste testpogingen of op de website van de aanbieder toegang tot SMTP/IMAP geactiveerd kan worden. Daarvoor vind je in de webinterface vaak opties.
Loop aan het eind ook de rechten van de configuratiebestanden eens even na. Als er wachtwoorden in staan, moeten die alleen door bepaalde gebruikers in te zien zijn, bijvoorbeeld de groep ‘mail’.
(Peter Siering, c’t magazine)