SETI@home stopt na eind maart met het verzenden van gegevens naar gebruikers die de software hebben geïnstalleerd voor het gedistribueerd zoeken naar buitenaards leven.
Daarna zal het programma in een soort winterslaap worden geplaatst, leggen de makers uit. Indien andere astronomen van de Universiteit van Californië in Berkeley een nieuw project mochten starten, zou de software gereactiveerd kunnen worden, beamen de beheerders van het programma.
De reden voor het beëindigen van het programma is dat de beheerders in principe over alle gegevens gegevens beschikken die ze momenteel nodig hebben. De gegevens hebben ze geanalyseerd voor een publicatie. Daarmee kunnen ze het oorspronkelijke project na 20 jaar afronden.
SETI@home is het bekendste project voor distributed computing. Sinds 17 mei 1999 heeft het zich gewijd aan het zoeken naar signalen van buitenaardse intelligentie. Het wordt vanuit Berkeley beheerd en analyseerde in eerste instantie signalen die min of meer incidenteel werden verzameld via de radiotelescoop Arecibo in Puerto Rico.
Later werden daar de Green Bank Telescope in West Virginia en het Parkes Observatory in Australië aan toegevoegd. De verzamelde signalen werden opgesplitst in kleine datapakketten die vervolgens werden gedistribueerd naar de software die particuliere gebruikers op hun computer installeerden. De software werkte als een screensaver op momenten dat je computer niet actief was en analyseerde de signalen. Zodra het gegevenspakket voltooid was, werden de resultaten gestuurd naar het hoofdkwartier in Berkeley.
Zo zag versie 1.0 van het programma SETI at Home er uit.
Vooral in de eerste jaren van deze eeuw werd de software miljoenen keren geïnstalleerd en werd het meest succesvolle project op het gebied van distributed computing. Binnen twee jaar, in het voorjaar van 2001, werd al de drie miljoenste gebruiker verwelkomd. Dankzij het grote aantal gebruikers en de behaalde gigantische rekenkracht haalde het project ook het Guinness Book of Records. In 2004 stapte SETI@home over op de BOINC-infrastructuur (Berkeley Open Infrastructure for Network Computing), die ook andere projecten heeft ondersteund. Op dit moment telt SETI@home nog 1,8 miljoen gebruikers, de software draait gemiddeld op zo’n 148.000 computers. Het is nog steeds veruit het meest succesvolle BOINC-project ooit.
De beheerders van het project hebben alle vrijwillige deelnemers hun dank betuigd – ook al zijn er geen signalen gevonden die wijzen op buitenaardse intelligentie. Op Twitter lichten ze toe dat huidige projecten zoals Breakthrough Lists momenteel zoveel gegevens verzamelen dat deze meer behoefte aan rekenkracht hebben. Ook moedigen ze actieve gebruikers van SETI@home aan om een kijkje te nemen naar de andere BOINC-projecten die ze kunnen ondersteunen. Tevens verwijzen ze naar het project Science United, dat op dezelfde infrastructuur is gebaseerd. Hierbij ondersteunen gebruikers geen projecten, maar stellen hun capaciteit ter beschikking aan wetenschappelijke disciplines.
