De ruimtesonde Voyager 2 heeft net als zijn ruimtesonde-broertje de Voyager 1 de interstellaire ruimte bereikt. In dit deel van de ruimte zijn er geen planeten of sterren in de buurt.
De Voyager 1 en 2 werden in 1977 gelanceerd binnen the Voyager Program. Op dat moment stonden Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunes ‘gunstig’ gepositioneerd, aangezien Voyager 2 daar een aantal fly by’s bij ging uitvoeren.
Voyager 1 was vooral bedoeld om een nauwkeurige kijk te nemen bij de maan Titan van Saturnus en bereikte in augustus 2012 de interstellaire ruimte.
Berichten van en naar Voyager 2 doen er 16,5 uur over. Dankzij de instrumenten aan boord van de Voyagers zien we dat zodra de heliopauze (uiterste grens van ons zonnestelsel) wordt bereikt, het aantal laagenergetische deeltjes aanzienlijk dalen. Bij het betreden van de interstellaire ruimte worden die deeltjes niet meer gedetecteerd.