Het was nog nooit zo ingewikkeld om een televisie te kopen. Fabrikanten proberen je te lokken met flitsende logo’s en allerlei onduidelijke kreten. Wanneer en voor wie hebben 4K, HDR en dergelijke echt meerwaarde?
Als je vandaag de dag een televisie gaat kopen, worden je veel beloftes gedaan: ultrahoge resolutie, betere kleuren, supercontrast, zeer scherp beeld, enzovoorts. Dat wordt vergezeld door diverse logo’s, kernachtige trefwoorden en spectaculaire specificaties. Voorbeelden zijn 2700 PMI, Pixel Precise Ultra HD of Mega Dynamic Contrast Ratio, Studio Master Drive, ColorPrime Plus of Ultra HD Premium. Dat klinkt allemaal geweldig, maar schept ook heel wat verwarring.
Welke kenmerken zijn nou louter marketingpraat en wat willen consumenten nu echt? Waarop moet je bij de aanschaf letten, zodat je investering ook op langere termijn wat waard blijkt? Wij zetten het voor je op een rij.
Ultrahoge resolutie
Ondanks dat er in de beginperiode weinig content was, heeft de ultrahoge resolutie zich duidelijk sneller gevestigd dan Full HD toen die resolutie tien jaar geleden haar intrede deed. Volgens een onderzoek van IHS worden er dit jaar bijna evenveel UHD-tv’s verkocht als modellen met Full HD (40% tegenover 42%). Ter vergelijking: in 2013 was slechts drie procent van de verkochte tv’s een UHD-model. Ook de toenemende beelddiagonaal spreekt in het voordeel van de hogere resolutie. Veertig procent van alle nieuwe televisies hebben in dit jaar minstens 45 inch. Bovendien zijn er inmiddels diverse bronnen voor 4K-content. Dat betekent ook meer toepassingsgebieden waarin high-res televisie zijn volledige potentie kan benutten.
Kwaliteitsbewuste gebruikers, die vaak films streamen of kijken op een dvd of Blu-ray, kunnen dan ook eigenlijk niet zonder 4K. De eerste 4K-spelers zijn inmiddels verkrijgbaar (waarover later meer). Ook diensten als Netflix bieden diverse series en films al aan in UHD. Voor de nieuwe Ultra HD-players moet een televisie minstens beschikken over een HDMI 2.0-poort. Daarnaast is HDCP 2.2 vereist, zodat de 4K-content via hdmi ontsleuteld kan worden. Een tv moet ook H.265 HEVC (High Efficiency Video Coding) ondersteunen. Oudere televisies kunnen alleen met compressie volgens H.264 overweg. Het Ultra HD-logo van de Initiative Digital Europe geeft aan dat een televisie voldoet aan de genoemde voorwaarden.
Ook op YouTube staan 4K-video’s, maar wel van wisselende kwaliteit. Sommige video’s zijn gewoon omhoog geschaald naar 4K. Omgekeerd kunnen de meeste 4K-tv’s Full HD converteren naar hun eigen hogere schermresolutie. Als je momenteel dan ook voornamelijk naar HD kijkt, hoef je niet te vrezen dat de beeldkwaliteit er met de hogere resolutie onder zal lijden. Het tegendeel is waar.
Televisie-uitzendingen
Voor reguliere televisie-uitzendingen via kabel of satelliet is tegenwoordig HD de standaard en is 4K nog niet beschikbaar. Achter de schermen wordt er wel aan gewerkt. KPN startte in de zomer een pilotgroep van 1000 mensen die in Ultra HD naar de halve finales en de finale van het EK Voetbal in Frankrijk konden kijken. Ook bood de provider de speciale zender Funbox. Verder zijn er geruchten dat Ziggo binnenkort via het sportkanaal Ziggo Sports enkele buitenlandse voetbalcompetities in UHD wil aanbieden. Dat geldt ook voor de Champions League en de Formule 1. De provider wilde dat bij navraag echter niet bevestigen. Voor KPN’s pilot is een nieuwe settopbox vereist. Voor Ziggo zou geen speciale decoder nodig zijn bij gebruik van het CI-slot in de televisie.
Wil je gewoon televisie kijken en ben je geen groot voetbalfan, dan heb je eigenlijk ook geen 4K-tv nodig. Feit is wel dat televisies niet voor een of twee jaar, maar eerder gedurende vier à vijf jaar in een woonkamer staan. Bovendien verhuizen sommige daarna nog als tweede apparaat naar de slaapkamer. Naar verwachting zullen er over drie jaar meer 4K-uitzendingen zijn, maar het is aan jou of je vergeleken met een Full HD-tv nu ongeveer 150 euro meer wilt uitgeven.
Video’s
Heb je een enorme verzameling Blu-ray-discs of dvd’s en ben je niet van plan die te vervangen door Ultra HD Blu-rays, dan heb je geen dure 4K-televisie nodig. De weergave wordt er overigens niet slechter van, maar eerder beter wanneer het scherm de Full HD-content omrekent naar de hogere resolutie. Maar het gaat wat ver om alleen daarvoor een 4K-tv te kopen.
4K-tv’s zijn ook interessant als je zelf gemaakte video’s en foto’s op het grote scherm wilt laten zien. Als de resolutie van de foto’s hoger is dan het aantal pixels van het scherm, moet de televisie of het notebook de foto terugrekenen naar het beschikbare aantal pixels. Voor het beeld is het beter als er niet twee miljoen, maar meer dan acht miljoen pixels beschikbaar zijn.
High Dynamic Range
Met name foto’s, maar ook videostreams, films en tv-uitzendingen profiteren van een helder display dat tegelijk verzadigd zwart weergeeft. Voor een contrastrijker beeld (High Dynamic Range, HDR) is een nieuwe standaard ontwikkeld – of eigenlijk meteen twee: HDR 10 en Dolby Vision.
Voor HDR 10 zijn voor het scherm een minimale contrastratio en maximale waarden voor zwart gedefinieerd. Een lcd-tv moet minstens 1000 cd/m2 halen (bij tien procent wit) en zwarte content mag maximaal 0,05 cd/m2 zijn. Normaal was bij lcd-tv’s tot nu toe maximaal zo’n 500 cd/m2 mogelijk en een zwartwaarde van ca. 0,10 cd/m2. Bij organische displays zijn beide waarden normaal gesproken lager. Daarom is voor die schermen een extra standaard gedefinieerd: minstens 540 cd/m2 voor wit en maximaal 0,0005 cd/m2 voor zwart.
De eisen voor displays met Dolby Vision liggen nog wat hoger. Die schermen moeten elk kleurkanaal met 12 bit weergeven (bij HDR 10 zijn het 10 bit) en extra metadata in het signaal gebruiken om het scherm respectievelijk het backlight dynamisch aan te sturen.
Hollywood heeft al films in HDR gemasterd en omgezet naar Ultra HD Blu-ray. Als een tv-scherm dergelijke HDR-content van een UHD-speler moet weergeven, moet het beschikken over een hdmi-poort met HDMI 2.0a. Het logo ‘Ultra HD Premium’ van de UHD Alliance geeft aan dat tv en speler compatibel zijn met HDR. Tot dusverre voldoen alleen de topmodellen van de fabrikanten aan de eisen van de UHD Alliance. Bij Dolby Vision zijn dat momenteel alleen OLED-modellen van LG. LG geeft met de zelfbedachte term ‘OLED HDR’ aan dat een apparaat zowel HDR 10 als Dolby Vision ondersteunt. Philips toonde op de IFA met de 55POFF901F ook een OLED HDR-tv. TCL heeft al eerder een lcd-tv voor Dolby Vision aangekondigd.
Dimmen met sterk contrast
Om het zeer grote contrast en tegelijk het vereiste verzadigde zwart te halen, hebben lcd-panelen een backlight nodig dat in delen gedimd kan worden. Bij meer donkere content worden de leds sterk gedimd en bij zeer heldere inhoud branden de lampjes juist maximaal. Beide technieken zullen goed met elkaar moeten samenwerken als bijvoorbeeld het felle licht van een lantaarnpaal afsteekt tegen een donkere nachtelijke hemel. Dat lukt uitstekend als de leds achterop het display gelijkmatig verdeeld zijn en individueel kunnen worden aangestuurd (zogenaamd direct-led-backlight).
Bij een edge-led-backlight zitten de dioden aan de zijkant van het display. Daarmee kun je de basishelderheid alleen in vrij grove segmenten aanpassen. Het gevolg is dat je op het scherm meer of minder sterke instraling van naburige segmenten ziet. Daarmee is het niet mogelijk om een verzadigd zwart te krijgen rondom heldere plekken in het beeld. Denk bijvoorbeeld aan de aftiteling van een film. Bij de specificaties staat hooguit cryptisch aangegeven of een tv voorzien is van edge- of direct-led. Meestal is de prijs wel een indicatie. Telvisies met een deels dimbaar direct-led-backlight beginnen bij zo’n 800 euro (bijvoorbeeld de 40″-apparaten van LG en Panasonic). Sony heeft twee topmodellen (ZD9 en XD94) in het productgamma. Samsung maakt bij de huidige SUHD-tv’s gebruik van edge-led. Philips heeft vier modellen met een lokaal gedimd direct-led-backlight, maar gebruikt daar net als Samsung randverlichting bij.
Sony heeft bij enkele apparaten een edge-backlight ingebouwd met telkens twee led-panels aan de zijkant. Door de zogeheten ‘slim backlight drive’ worden de onafhankelijk van elkaar te regelen delen van het beeld verdubbeld. Zo worden kleinere dimbare gebieden mogelijk. Voor de IFA presenteerde Sony al een lcd-tv met een ‘master drive’. Zo heet de achtergrondverlichting van duizenden afzonderlijk te regelen leds. In een apparaat van honderd inch zitten er naar schatting 4500. In een direct-backlight zitten normaal gesproken veel minder leds.
Zelf oplichtende oled’s
Oled’s hebben geen backlight, de lichtlagen worden direct in de pixels aangestuurd. Daardoor kunnen de afzonderlijke pixels veel fijner worden afgestemd en ook compleet worden uitgeschakeld. Ook onervaren kijkers zullen dankzij het verzadigd zwart (uitgeschakelde pixels) direct zien dat het om een oled-scherm gaat. De organische displays stralen minder licht uit dan lcd’s, waardoor met name heldere content fletser oogt.
Oled-schermen zijn veel duurder dan lcd-tv’s. Het is niet te voorspellen wanneer de prijzen voor oled’s zullen dalen. Dat heeft ermee te maken dat LG momenteel de enige fabrikant is die de panels maakt voor apparaten met een organisch display. Samsung is enige tijd geleden gestopt met de productie van grote oled-panels. Het bedrijf concentreert zich nu juist op kleinere organische schermen voor mobiele apparaten. Andere fabrikanten uit Taiwan en China kunnen blijkbaar nog geen grote panels leveren in de kwaliteit en in het aantal dat tv-fabrikanten willen. Wachten op oled of een lcd kopen? Een grote prijsdaling zit er op korte termijn niet in, dus die vraag is alleen van belang als je geen haast heb en nog een aantal maanden langer kunt wachten met de aanschaf van een nieuw scherm.
Scherpe kleuren
Afgezien van het hoge in-beeld-contrast hebben televisies ook meer verzadigde kleuren nodig om HDR-content van Ultra HD Blu-rays en VoD-diensten fatsoenlijk weer te geven. Fabrikanten hanteren daar verschillende technieken voor. Voorbeelden zijn speciaal fosfor, aangepaste kleurenfilters en nanokristallen (bekend als quantumdots). Daar zijn ook creatieve termen voor verzonnen als PurColor, Triluminos en Premium Color. Zo’n drie jaar geleden verschenen de eerste displays met quantumdots in een led-backlight. Sony presenteerde op de IFA 2013 het eerste scherm. De techniek Triluminos werd een echt kwaliteitskenmerk. Tot bleek dat het giftige cadmium zorgde voor de verzadiging in de kleuren.
Dat zware metaal wordt in de RoHS-richtlijn aangegeven als een gevaarlijke schadelijke stof in elektronica. Door een overgangsregeling waren kleinere hoeveelheden in een backlight toch toegestaan. Het gevolg was dat er cadmiumvrije alternatieven werden ontwikkeld met overigens minder sterke kleuren. Samsung gebruikt deze niet-giftige variant naar eigen zeggen in alle SUHD-apparaten. Ook Sony maakt inmiddels geen gebruik meer van cadmiumhoudende quantumdots.
Kleurruimte
Tot nu toe wordt voor video’s en HDTV de REC.709-kleurruimte gehanteerd. Die dekt echter slechts zo’n 36 procent van het kleurenspectrum af dat voor mensen zichtbaar is. Het logo ‘Ultra HD Premium’ vereist op dat gebied duidelijk meer: 90 procent overeenstemming met de DCI P3-kleurruimte. Dezee door het Digital Cinema Initiative gespecificeerde kleurruimte wordt gehanteerd in de digitale bioscoopproductie en bevat ruim 45 procent van alle zichtbare kleuren. De specificatie van Ultra HD beschrijft optioneel zelfs nog de grotere kleurruimte BT.2020. Die dekt 76 procent van het zichtbare kleurenspectrum af. Er is alleen nog geen display dat dit kan weergeven.
In de praktijk heeft een tv-scherm met een grotere kleurruimte bij het afspelen van contrastrijke 4K-content meer effect dan een hogere contrastratio. In welke mate het verschil zichtbaar is, hangt van de betreffende content af. Films met voornamelijk heldere content – zoals opnames buitenshuis met zonneschijn – profiteren meer van een hoger mogelijke helderheid van een display. Bij opnames in huis zonder sterke lichtbronnen valt het verschil tussen een HDR Ultra HD Blu-ray en een traditionele Blu-ray-Disc duidelijk minder op.
Players
De keuze aan afspeelapparaten voor het nieuwe disc-formaat Ultra HD Blu-ray is nog behoorlijk overzichtelijk. De UBDK8500 van Samsung is te koop voor 500 euro en Panasonics DMPUB900 kost circa 800 euro. Onlangs is daar nog de nieuwe S-variant van Microsofts gameconsole Xbox One bijgekomen. Die is in combinatie met een harde schijf van 500 GB te koop vanaf 300 euro.
De nieuwe Playstations van Sony, die vanaf november verkrijgbaar worden, zullen – enigszins verrassend – geen 4K-Blu-ray kunnen afspelen. Panasonic noemt als argument voor de hogere prijs onder meer een krachtige gpu en een audiodecoder die audio tot 7.1 kan doorgeven naar een versterker. De Xbox One S heeft geen tweede hdmi-poort, zodat je audio via de digitale uitgang (S/PDIF) moet sturen. Het kan ook naar een av-receiver zonder HDCP 2.2, maar via S/PDIF kunnen geen HD-audioformaten als DTS-HD Master Audio en True HD doorgegeven worden.
De apparaten van Samsung, Panasonic en Microsoft sturen content met hoog contrast door naar televisies die aangeven dat ze HDR ondersteunen. Bij de combinaties tussen HDR-spelers en televisies die we tot nu toe getest hebben, moesten we ondanks de handshake tussen de deelnemende apparaten eerst de HDR-weergave op de televisie inschakelen en door een of twee menuopties heenlopen.
Formaten aanpassen
Wil je een HDR-film van een Ultra HD Blu-ray op een Full HD-display bekijken, dan moet je voor het afspelen eerst de resolutie van de speler verlagen van UHD naar Full HD. Verder moet je de contrastdynamiek verlagen, oftewel HDR converteren naar SDR, en de kleurruimte verkleinen van BT.2020 naar REC.709. Daarna moet het beeld er net zo uitzien als bij een traditionele Blu-ray-disc. Dat lukt echter niet altijd – de kleuren kloppen vaak wel, maar zijn al met al te donker. Bij de player van Panasonic kun je als enige het dynamisch bereik handmatig aanpassen. Daarbij pas je de helderheid in 24 stappen aan het zwartniveau van de televisie aan. Je kunt ook de helderheid van het tv-scherm variëren – maar dat moet je dan voor elk apparaat opnieuw doen.
Een UHD BD-player kan traditionele Blu-ray-discs wel afspelen, maar dat levert weinig meerwaarde als je die speler op een Full HD-tv aansluit. Momenteel loont het dus alleen de moeite om een nieuwe speler aan te schaffen als je sowieso een nieuwe nodig hebt en je van plan bent om binnen afzienbare tijd ook een 4K-tv in je huiskamer te hebben.
De juiste keuze
Naast de genoemde kenmerken voor nieuwe functies als 4K en HDR zijn er nog wat criteria waar je bij de aanschaf van een televisie rekening mee moet houden. De ultrahoge resolutie is pas zinvol als de beelddiagonaal minstens een meter is (40 inch). De meest voorkomende afstand tussen een kijker en de televisie in de woonkamer is twee à drie meter. Dan moet je minstens een 50″-tv (een diagonaal van 1,30 meter) hebben om alle pixels te kunnen onderscheiden. Bij kleinere apparaten moet je nog dichter op het beeld gaan zitten om het verschil met een Full HD-display überhaupt te kunnen zien. Een vuistregel voor de minimale kijkafstand is ongeveer 1,5 keer de beelddiagonaal. Het displayformaat moet daarnaast ook bij de kamer passen. Als de tv uit staat is het scherm namelijk een groot zwart gat.
Als je het apparaat op het netwerk wilt aansluiten, moet je de interface van de smart-tv en het app-aanbod van de fabrikant bekijken. Kun je bijvoorbeeld al je favoriete services (VoD, YouTube, NPO et cetera) met een paar keer klikken via de afstandsbediening activeren? Is de meegeleverde afstandsbediening prettig in gebruik? Kan de televisie via het wifi verbinding met internet maken of moet je een ethernetkabel door je woonkamer trekken?
Als je televisie ook als videorecorder moet dienen, heeft hij een PVR-functie nodig en een usb-poort voor de harde schijf. Hoe meer usb-poorten, des te beter. Je hoeft de harde schijf dan niet per se te verwijderen als je bijvoorbeeld even een usb-stick wilt aansluiten. Het zijn vaak dergelijke eenvoudige dingen waar het leven een stuk makkelijker mee wordt … Let daarom ook op de details bij een tv kopen.
Let hierop als je een tv gaat kopen
• minstens een Full HD-resolutie (1920 × 1080 pixels)
• bij een UHD-resolutie (3840 × 2160 pixels) hoort een Ultra HD-logo
• minstens twee HDMI 2.0-poorten met HDCP 2.2, meer is beter
• voor HDR-weergave: Ultra HD Premium-logo en minstens een HDMI 2.0a-ingang
• voor terrestrische HD-ontvangst:DVB T2-logo
• voor 4K-content: satelliettuner met CI+-slot
• voor internet: ingebouwd wifi of via usb-stick
• displayformaat in verhouding tot ruimte in woonkamer
Digitenne, tv via DVB-T
Behoor je tot die hooguit vierhonderdduizend mensen die nog Digitenne van KPN hebben en dus via DVB-T naar televisie kijken, dan heb je echt geen 4K-tv nodig. De Digitenne- uitzendingen worden namelijk in standaard PAL-resolutie uitgezonden. Per 1 februari 2017 loopt de uitzendvergunning voor DVB-T echter af, maar dezelfde provider heeft na een veiling van het Agentschap Telecom, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, inmiddels ook de nieuwe licentie voor digitale ethertelevisie in handen. Die heeft een looptijd van 13 jaar en eindigt dus op 1 februari 2030. Voorwaarde voor de nieuwe licentie is onder meer wel een overstap naar DVB-T2, waarmee HD-resolutie mogelijk wordt.
Momenteel bevindt KPN zich in een oriënterende fase. Voor tests is het nog te vroeg. Na onder meer afstemming met buurlanden – in Duitsland zal DVB-T2 bijvoorbeeld in 2019 beschikbaar komen – zal in een later stadium worden bekeken of er pilots zullen volgen waaraan eventueel consumenten kunnen deelnemen. Ook zal er dan met NPO, de andere vergunninghouder, een transitieperiode voor de overgang naar DVB-T2 worden bepaald.
DVB-T2-decoder
Om DVB-T2 te ontvangen heb je een nieuwe decoder nodig. Nieuwe tv-toestellen beschikken vaak al over een DVB T2-receiver, maar de tv’s van voor 2015 ondersteunen geen H.265 HEVC en zijn daarmee niet geschikt – ondanks dat er wel DVB T2 op kan staan. Meestal heeft die informatie betrekking op H.264 DVB T2, dat meer in Frankrijk voorkomt.
Als Digitenne-abonnee krijg je van KPN een digitale tv-ontvanger of een insteekkaart. Die laatste steek je (indien aanwezig) in het CAM-slot van je tv. In totaal kun je dan zo’n 30 zenders ontvangen, waar je 14 euro per maand voor betaalt. De prijs loopt op als je meer televisies wilt aansluiten, want voor iedere extra tv heb je een eigen ontvanger nodig. Dat kost 4 euro per maand extra. Daarnaast betaal je voor Fox Sports Eredivisie 7,50 euro meer. Kijk je alleen naar de publieke en regionale zenders, dan hoef je geen abonnement af te sluiten.
Op de korte termijn zal 4K/UHD met Digitenne niet mogelijk worden, dus als je voor je tv-signaal afhankelijk bent van Digitenne heb je de komende tijd genoeg aan een Full HD-tv – met CAM-slot of een scart-aansluiting.
Afstand tot de tv
De minimale en aanbevolen kijkafstand hangt af van het het beeldformaat en van de schermresolutie. Hoe groter het beeld, hoe verder je van het scherm moet zitten om het beeld ergonomisch met weinig oogbewegingen te kunnen waarnemen.
Hoe hoger de resolutie, hoe dichter je weer bij het scherm kunt zitten zonder de pixelstructuur van het display waar te nemen. Het verschil tussen Full HD en Ultra HD zie je pas op een kleinere afstand dan de minimale afstand voor een evengrote variant met Full HD.
Als vuistregel geldt een zitafstand die minimaal 1,5 keer en optimaal 2,5 keer zo groot is als de beelddiagonaal.
(Ulrike Kuhlmann / mvdm)