Het kleine board van de Raspberry Pi is zo volgepakt met alle componenten, dat er geen ruimte meer over was om de 40 pinnen van de GPIO-header van nummers te voorzien. Daarom moet je zelf de pinnen telkens tellen om de juiste te vinden.
De pinnummering begint aan de kant van de wifi/bluetoothmodule (onder het blikken afdekplaatje) met #1 voor de eerste pin op de binnenste rij, dan volgt #2 voor de eerste pin op de buitenste rij, en dan #3 voor de tweede pin op de binnenste rij, enzovoort heen en weer tot het eind met #40 voor de laatste pin op de buitenste rij, vlak achter de ethernetpoort.
Als je verlegen zit om een snel spiekbriefje, kun je bij het Pi-besturingssysteem Bullseye het commando pinout typen voor een simpel overzicht.
Het commando pinout -x opent de website van pinout.xyz in de browser, met veel uitgebreide en interactieve informatie over de GPIO-pinnen.
Daarnaast zijn er diverse breakout-boards voor de GPIO in de handel, die wel ruimte voor opschriften bij de pinnen hebben. Bekend zijn de T-vormige boards waarmee je de GPIO-pinnen naar een breadboard brengt, zodat je jumperkabels makkelijker kunt aansluiten, terwijl de Pi zelf bijvoorbeeld in een behuizing zit.

Enkele behuizingen bieden door hun ontwerp ook ruimte voor pinnummers. Fabrikant Argon40 heeft dat bijvoorbeeld voorbeeldig benut bij zijn bekende Argon ONE Pi 4 Case. Onder het klepje dat de GPIO-pinnen afdekt zijn zowel de BCM- als de boardnummers op de behuizing geprint. Daarnaast hebben de GPIO-pinnen ook een kleurcode meegekregen. Heel handig.
Gratis meer informatie over de Raspberry Pi ontvangen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief: