Om ervoor te zorgen dat het omzetten lukt, moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Controleren of dat het geval is, is echter niet makkelijk. Als je echt zeker weet dat je de back-up van je Windows-installatie in geval van nood terug kunt zetten, kun je ook gewoon meteen verder lezen vanaf de tussenkop ‘Het omzetten’. Een alternatief is de in het begin genoemde methode via c’t-WIMage. Wil je liever eerst alles controleren? Dan doe je dat als volgt.
Om te beginnen controleer je de partitionering. Het opslagmedium moet op dit moment een MBR-partitionering hebben en er moet nog minstens 16 kB plus 2 sectoren ruimte ongebruikt zijn. De tool kan die ruimte niet zelf vrij maken. Daar belandt later de GPT (GUID-partitietabel) op. Als het partitioneren is gedaan door het installatieprogramma van Windows of met het ingebouwde Schijfbeheer of Diskpart, dan zijn normaliter 1024 kB vrij op de eerste partitie, wat meer dan genoeg is.
Als je de hoeveelheid ongebruikte ruimte nauwkeurig wilt nagaan, dan heb je de sectorgrootte nodig. Die vind je met het commando fsutil fsinfo sectorinfo c:. Normaliter is dat 512 bytes en heb je dus 16 kB plus twee maal 512 bytes nodig – oftewel 17 kB. Wat er nog echt aan ongebruikte ruimte is vóór de eerste partitie kun je controleren met DiskPart. Kies in diskpart eerst de schijf met list disk en select disk 0 (bij meerdere schijven moet je het juiste nummer kiezen) en laat de partities daarvan zien met list partition. De in KB, MB of GB aangegeven ‘offset’ bij elke partitie geeft het startpunt aan. Alles voor de offset van de eerste partitie is ongebruikt.
Overigens wordt er ook een kopie van de GPT bewaard aan het einde van het station, maar de ruimte die daarvoor nodig is (16 kB plus 1 sector) haalt de tool automatisch van de laatste partitie af.
Er zijn nog enkele voorwaarden bij het gebruik van MBR2GPT.exe gedefinieerd door Microsoft wat betreft de partitionering. Er mogen hooguit drie primaire partities aanwezig zijn en er mag geen uitgebreide partitie zijn. Voor elk station dat aan een stationsletter is gekoppeld moet een volume-ID zijn op te vragen (dat kun je testen met fsutil volume list). De volume-ID in Windows is wat het Linux-programma lsblk benoemt als PARTUUID.
Aan twee andere voorwaarden is automatisch voldaan als Windows klassiek boot van een MBR-schijf: de bootpartitie moet actief zijn en in het Windows-bootmenu (om precies te zijn in de BCD-store) moet een standaard-besturingssysteem-item verwijzen naar de Windows-installatie.
Tot slot werkt de conversietool alleen als de partitie waarop Windows is geïnstalleerd zich op dezelfde schijf bevindt als de partitie met de bootloader (dat is anders niet noodzakelijk). De bootloader bevindt zich normaliter op een aparte partitie met de naam ‘system-reserved’, die in Verkenner niet zichtbaar is omdat hij geen stationsletter heeft. Als een pc een enkele harde schijf of ssd heeft, is aan die voorwaarde sowieso voldaan.
Een speciaal geval is de Windows 10-versie 1903 (‘Mei 2019 update’), want die heeft een bug die niet in eerdere versies aanwezig was: het omzetten lukt daarbij niet helemaal. Windows boot wel via UEFI, maar de herstelomgeving Windows RE wordt niet meer goed in de bootmanager gekoppeld. Microsofts ‘Windows as a Service’ ontpopt zich hier weer tot ‘Windows as a Problem’. Maar er is een oplossing: deactiveer RE voor het omzetten en schakel het naderhand weer in. Of dit ook bij 1909 nodig is hebben we niet getest, maar het kan geen kwaad. Hoe je dat doet, lees je verderop bij het omzetten.