Je kunt de vensters op het bureaublad ordenen door ze naar boven te schuiven met de muis (maximaliseren), ze tegen de linker- of rechterrand van het scherm te schuiven (passend in één helft van het scherm) of in een hoek (passend in een kwart scherm). Het meeste daarvan ken je waarschijnlijk al van Windows 7.
Minder bekend is dat dit mechanisme, Snap Assist, ook werkt met toetsenbordopdrachten. Houd daarvoor de Windows-toets ingedrukt en gebruik de pijltoetsen. Pijl omlaag minimaliseert het venster. Het plaatsen in kwadranten werkt als je een horizontale en een verticale pijltoets direct na elkaar gebruikt. Overigens kun je op moderne notebooks met een touchpad die de Precision-touchpad-standaard van Microsoft ondersteunt, voor Snap Assist drie- of vier-vingergebaren opgeven bij de instellingen onder ‘Apparaten / Touchpad’. Je kunt ze ook gebruiken voor het volume en zelfs voor relatief vrij definieerbare opdrachten.
Je kunt vensters ook verdelen over virtuele bureaubladen. Je maakt een nieuw bureaublad met de muis (klik op de knop Taakweergave op de taakbalk en daarna op ‘Nieuw bureaublad’), maar Ctrl+Windows+D werkt sneller. Het schakelen tussen virtuele desktops doe je dan met Ctrl+Windows+pijltoetsen (links of rechts). Ctrl+Windows+F4 sluit het huidige bureaublad en plaatst de vensters daarvan op het bureaublad links ervan. Alleen voor het verplaatsen van vensters naar een ander bureaublad bestaat nog geen toetsenbordopdracht. Dat kun je met de muis doen in de Taakweergave (Windows+Tab). Pak het venster gewoon beet en sleep het naar het gewenste bureaublad.
Windows 10 heeft nog veel meer sneltoetsen; Windows+1 start het eerste programma dat is vastgemaakt aan de taakbalk, Windows+2 het tweede, enzovoorts. Windows+D geeft het bureaublad weer en Windows+L vergrendelt het scherm. We hebben een lijst opgesteld met allerlei toetsencombinaties voor Windows 10.