Het deel met het klassieke startmenu is min of meer hetzelfde als wat je waarschijnlijk al kende van Windows 7 en eerder. Het bevat alle items die set-upprogramma’s aanmaken bij het installeren van normale toepassingen, plus de Universal Windows Platform-apps die zijn geïnstalleerd vanuit de Microsoft Store. Windows sorteert de items alfabetisch en voegt een kopregel toe voor elke beginletter. Een klik op een van die regels opent een lijst met alle beschikbare beginletters. Door daarin te klikken ga je naar de bijbehorende letter.
Standaard voegt Windows een sectie in met de items waarvan het denkt dat je ze binnenkort zult willen gebruiken. Dat is meestal de plaats waar de zes meest recentelijk gebruikte programma’s staan. Als er net een of meer nieuwe applicaties geïnstalleerd zijn, worden hun startmenu-items daar een paar dagen lang in het zonnetje gezet. Dat dynamische gebied kan worden gedeactiveerd bij de Instellingen onder ‘Persoonlijke instellingen / Start’. De bijbehorende knoppen heten ‘Meestgebruikte apps weergeven’ en ‘Recent toegevoegde apps weergeven’ – Microsoft bedoelt met ‘apps’ hier zoals gewoonlijk niet alleen UWP-apps, maar alle applicaties.
Enkele knoppen waarmee je het gedrag van het startmenu in detail kunt aanpassen, staan bij de instellingen onder ‘Persoonlijke instellingen / Start’.
De items in het klassieke deel van het startmenu worden onder meer gebruikt voor de resultaten van het zoekveld op de taakbalk. Dezelfde zoekresultaten krijg je door het startmenu te openen met een klik op de Start-knop of eenvoudigweg met de Windows-toets en vervolgens een zoekterm te typen in de lege ruimte. De apps-sectie met klassieke applicaties en UWP-apps verschijnt bovenaan de lijst. Dat is de snelste manier om een programma te starten waar je op het bureaublad, op de taakbalk of op het tegelgedeelte van het startmenu geen snelkoppeling voor hebt aangemaakt.
Startmenu en systeemmappen
Wat betreft de bestanden en mappen op de harde schijf, gedraagt de klassieke startmenu-kolom zich grotendeels zoals gebruikelijk bij oudere Windows-versies. De items en submenu’s voor normale programma’s bestaan uit snelkoppelingen of submappen die afkomstig zijn uit twee verschillende mappen op de harde schijf, namelijk een systeembreed en een gebruikersspecifiek deel. De systeembrede startmenu-items worden opgeslagen in %ProgramData%\Microsoft\Windows\Start Menu\Programs en de submappen daarvan, en de gebruikersspecifieke items worden opgeslagen in de map %AppData%\Microsoft\Windows\Start Menu\Programs. Voor wijzigingen aan de globale items zijn administratorrechten nodig. De afkorting %AppData% staat voor een map in het gebruikersprofiel, meestal C:\username\AppData\Roaming. De bijbehorende gebruiker heeft daar schrijfrechten voor.
Je kunt niet zien in welke van de twee mappen een bepaald startmenu-item op de harde schijf staat. In het contextmenu van de items die bij normale toepassingen horen (dus niet bij UWP-apps), kun je echter bij ‘Meer’ de opdracht ‘Bestandslocatie openen’ vinden. Daarmee open je een Verkenner-venster in de map waar de bijbehorende snelkoppeling zich bevindt. Uitgaande van de juiste rechten, kun je die verwijderen om hem niet meer te zien in het startmenu – als je het overzichtelijk wilt houden, kun je je meteen ontdoen van de readme- en uninstall-links, die sommige installatieprogramma’s onnodig aanmaken. Om snel te achterhalen waar een link naar verwijst, kun je in het snelmenu voor die link het item ‘Bestandslocatie openen’ gebruiken. Daarmee kom je in één keer bij de map waar het programma in staat.
Wijzig de naam van de snelkoppeling in de bijbehorende map, dan wijzig je daarmee ook het label van de tegel in het startmenu.
De labels van de startmenu-items komen overeen met de bestandsnamen van de desbetreffende snelkoppelingen. Je wijzigt ze door die een andere naam te geven. Je kunt dat niet alleen voor cosmetische doeleinden gebruiken, maar ook uit praktische overwegingen: stel dat je de hex-editor HxD hebt geïnstalleerd, maar die niet vaak gebruikt en daardoor zijn naam niet meer weet. Als je ‘Hex’ in het zoekveld intypt, zul je hem niet vinden. Je kunt dat veranderen door de snelkoppeling te hernoemen naar ‘Hex-Editor HxD’. Open daarna het startmenu en typ de eerste paar letters in, en de tool zal snel gevonden worden.