Pc-gebruikers en programmeurs zijn gebaat bij software die de rekenperformance automatisch afstemt op het aantal beschikbaar cores om op die manier een flinke performanceboost voor elkaar te krijgen. Maar ook tegenwoordig is dat nog steeds eerder uitzondering dan regel. Hoe meer cores, des te groter de kans dat slechts een klein deel van de beschikbare programma’s ze allemaal kan benutten.
Of het nu gaat om het starten van een browser, een printopdracht van een flinke pdf of andere officetaken: meestal hangt de snelheid eerder af van de kloksnelheid en processorarchitectuur dan van het aantal kernen. Sommige taken zijn ook op een enkele core vlot genoeg af te handelen, waardoor de ontwikkelaars dat niet verder gaan optimaliseren.
In andere gevallen zijn de ontwikkelaars niet de schuldige, aangezien een aantal taken erg lastig over meerdere cores te verdelen is. Dan zijn ook high-end cpu’s met 64 cores niet noemenswaardig sneller dan een betaalbare instapper.
AMD en Intel gebruiken verschillende verbindingen tussen de cpu en socket. Alleen AMD’s AM4 (midden) heeft nog pinnetjes aan de cpu. Intels LGA1151v2- (links) en AMD’s Threadripper-platform (rechts) hebben mechanisch minder kwetsbare contactpads op de onderkant van het cpu-omhulsel.
Hoe beter je vooraf weet welke software je op je pc gaat draaien, des te beter in te schatten is hoeveel kernen je daarvoor nodig hebt. Een pc voor office-taken heeft voor simpele handelingen als een brief of mailtje tikken genoeg aan twee cores en Simultaneous Multithreading (SMT), zoals te vinden in de Athlon 200GE, Pentium Gold G5000 of Celeron 4000. De Pentium Silver en Celeron met zwakkere Atom-architectuur zijn te herkennen aan de letters J of N voor het processornummer. Ze krijgen het bij standaard officetaken al benauwd.
Veeleisende taken zoals complexe berekeningen in spreadsheets met duizenden cellen benutten zes of zelfs meer processorcores. Audio- en video-editors vreten cpu-kracht alsof het niks is. Pure video-encoding kan ook met speciale hardware in grafische chips worden afgehandeld en op die manier je cpu wat rust gunnen. Effecten in editors als Adobe Premiere zijn dan weer taken waar je cpu zich mee bemoeit.
Muziek-editors waar tientallen geluidssporen in gestopt kunnen worden, zijn ook nogal cpu-intensief en kunnen meerdere kernen goed waarderen. Als je geen verstokte Intel-gebruiker bent, heb je sinds de afgelopen zomer dankzij de nieuwe Ryzen 3000-reeks van AMD veel te kiezen voor een nette prijs. Ook in de performance per kloktik heeft AMD met de Ryzen 3000 de Core i 9000-reeks van Intel afgetroefd. Het is niet voor niets dat twee van onze bouwvoorstellen met minimaal zes van AMD’s Zen 2-cores zijn uitgerust.
Aangezien zelfs het middenklasse-platform van AMD al tot 16 cores met SMT loopt, zijn de high-end desktopplatforms van AMD (Threadripper, TR4-socket) en Intel (Core X, 2066), die nog meer kernen hebben, vooral geschikt voor mensen die een krachtig workstation zoeken.
Voor gaming en aanverwante taken is een quadcore al prima om in te stappen.
Intel biedt met de Core i3-9100F voor ongeveer 85 euro de beste verhouding tussen de prijs en kwaliteit. Wil je rond de 120 euro als ondergrens gebruiken, dan kom je vrijwel automatisch uit bij het aanbod van AMD met zijn hexacores. Die bieden vergeleken met de hexacores van Intel voor minder geld ook SMT, dat bij Intel Hyper-Threading wordt genoemd.