Usb-dockingstations voor harde schijven en ssd’s

Vaak worden te klein geworden schijven nog wel een tijdje bewaard, voordat ze definitief opgeruimd worden. Met een usb-dockingstation kun je snel contro­leren of er nog belangrijke gegevens op staan.

We krijgen alleen maar steeds meer bestanden. Veel daarvan worden in de cloud opgeslagen of misschien thuis op een NAS, maar ook op je laptop en desktop-pc groeit het aantal bestanden en wil je steeds grotere schijven.

Als je de gebruikte schijven een tijd bewaart, vergeet je vroeg of laat wat je daar op had geparkeerd. Je kunt natuurlijk een pc openschroeven en de oude schijven daar inbouwen, maar misschien heb je geen geschikte pc (meer). En bovendien is het ook wat omslachtig. Het kan makkelijker met een usb-dock voor schijven.

Die dockingstations zijn er in allerlei soorten en maten. Er zijn modellen met één SATA-poort, met twee SATA-poorten voor het rechtstreeks klonen van schijven en met extra functies zoals usb-hub, geheugenkaartlezer of een extra aansluiting voor de oude PATA-schijven.

Die uitgebreidere modellen zijn echter veel te duur voor het af en toe uitlezen van een oude harde schijf. We hebben drie van de eenvoudigste modellen bekeken, elk met een enkele SATA-­poort. Ze accepteren niet alleen SATA-schijven in 3,5-inch formaat, maar ook de kleinere 2,5”-schijven, of dat nu harde schijven of ssd’s zijn.

We hebben de volgende exemplaren getest: een Orico 2.5 & 3.5 Inch Hard Drive Docking Station, RaidSonic Icy Box IB-1121-C31 en Sharkoon SATA QuickPort USB-C 3.1.

De voedingen van alle drie de apparaten leveren maximaal 24 watt. Dat is genoeg als energievoorziening van een 3,5-inch schijf. De schakelaar voor het in- en uitschakelen bevindt zich bij de Icy Box IB-1121-C31 en de Sharkoon QuickPort USB-C 3.1 aan de achterzijde, links bij de Icy Box en rechts bij de Sharkoon.

De Orico wordt geactiveerd via een drukknop op de achterkant. Uitgeschakeld bedraagt het energieverbruik van alle drie de apparaten minder dan 100 milliwatt. De docks verbruiken ongeveer 2 watt als je ze na het uitschakelen van de pc ingeschakeld laat.

Alle dockingstations maken gebruik van usb om verbinding te maken met de pc. De Orico Hard Drive Docking Station is ook uitgerust met het verouderde eSATA. Dat deze Hard Drive Docking Station wat ouder is, zie je ook aan de usb-poort: de andere twee hebben een moderne USB-C-aansluiting, maar gebruikt Orico nog steeds de grotere USB 3.0 type-B-aansluiting. De verschillen zie je ook terug in de usb-snelheid: Orico gebruikt USB 3.0, terwijl Icy Box en Sharkoon USB 3.1 Gen 2 gebruiken, of preciezer gezegd USB 3.2 Gen 2 met een snelheid van 10 Gbit/s. Om de snelheid van gewone schijven volledig te benutten is USB 3.0 voldoende. Je profiteert van USB 3.2 Gen 2 alleen met snelle ssd’s.

Eigenlijk zouden dergelijke docks in staat moeten zijn om alle soorten harde schijven en ssd’s te lezen en te schrijven. Onze ervaring is echter dat dit niet met alle modellen werkt.

Daarom hebben we onze toevlucht opnieuw genomen tot enkele mogelijk problematische schijven om de dockingstations te controleren op de best mogelijke compatibiliteit: vier 3,5-inch schijven (WD Blue met 1 TB, Toshiba MG04ACA500A met 5 TB en native 4 Kb sectoren (4Kn), Seagate Archive HDD met 8 TB en Shingled Magnetic Recording en Seagate Ironwolf met 10 TB), evenals een enkele SATA-ssd (Crucial MX500 met 2 TB).

Met uitzondering van het model van Orico hebben de docks alle schijven gedetecteerd. De Orico ging in de mist met de Toshiba-drive: in plaats van 5 TB zou de schijf slechts 580 GB groot zijn. De ­gevonden partitie kon daarbij ook niet verwijderd worden.

We hebben ook getest of schijven die via de SATA-­poort in de pc zijn beschreven, in het docking­station gelezen konden worden zonder opnieuw te hoeven formatteren en omgekeerd. Het goede nieuws: als de schijf werd herkend, werkte dat ook.

Schijven die zijn geïnitialiseerd met oudere usb-adapters zijn soms niet leesbaar met andere adapters. Als dat ook op de interne SATA-adapter van een pc niet werkt, is het enige wat helpt de schijf opnieuw te formatteren – maar daarmee raak je ook de inhoud kwijt.

Dockingstations worden vaak gebruikt om harde schijven te klonen. Om te testen hoe goed deze apparaten die taak beheersen, hebben we een Windows-installatie op een interne SATA-ssd gekloond naar een ssd in het dockingstation. Op die manier kan de huidige systeeminstallatie naadloos worden overgezet naar een grotere ssd die daarna in de laptop of desktop-pc kan worden ingebouwd. Dat werkte ook met alle stations.

Bij de Orico worden de schijven hori­zontaal geplaatst, maar Icy Box en Sharkoon hebben gekozen voor een verticale stand. Voor het verwijderen van de schijven zijn bij de staande versies twee handen nodig. Bij de Orico kan het uitschuiven ook met één hand gebeuren. De Orico heeft meer ruimte nodig op het bureau, terwijl de andere twee met 3,5-inch schijven die naar boven steken soms het zicht blokkeren op een deel van de monitor.

We hebben de snelheid gemeten met alle genoemde schijven om ook op dat onderdeel eventuele compatibiliteitsproblemen op te sporen. De ­geteste docks presteerden gelijkwaardig met de 2,5-inch schijf bij sequentiële transfers, maar het Orico-­dockingstation deed het wat minder bij de toegang tot willekeurige adressen, terwijl de Icy Box een klein beetje achterbleef bij het schrijven.

Tijdens de metingen met de Archive-schijf was het dockingstation van Orico ongeveer 10 MB/s sneller dan de andere twee, maar de IOPS-waarden waren beduidend lager. Ook bij de Ironwolf-schijf haalde de Orico maar ongeveer een derde van de snelheid van de andere dockingstations bij het lezen van willekeurige adressen.

Een snelle ssd haalt met de SATA-interface bijna 100.000 IOPS. Met het Orico-dockingstation haalt de Crucial MX500 echter maar 10 procent daarvan.

De reden voor die verschillende prestaties is onduidelijk. De verschillen bij de metingen met een ssd zijn daarentegen gerelateerd aan de hardware: het Orico-dockingstation haalt een maximum van ongeveer 440 MB/s met USB 3.0 oftewel 3.2 Gen 1 en vertraagt een snelle SATA-ssd. De andere twee halen met de ssd via USB 3.2 Gen 2 meer dan 500 MB/s bij sequentiële transfers. Ook bij de toegang tot willekeurige adressen werden aanzienlijk hogere waarden gemeten.

Die testresultaten werden ook weerspiegeld bij de PCMark 0 Data Drive-benchmark: de twee via USB 3.2 Gen 2 aangesloten apparaten scoorden elk 868 punten, ruim boven het Orico-dockingstation dat slechts 722 punten scoorde. In alle gevallen werd de eerder genoemde Crucial-ssd gebruikt.

Om snel te kijken wat er op een harde schijf (of SATA-ssd) is opgeslagen, zijn alle drie de geteste dockingstations geschikt. Als je al je harde schijven al hebt weggedaan en alleen snelle ssd’s wilt bekijken, kun je beter een eenvoudige usb-adapter zonder voeding gebruiken. Daarmee verminder je de kabelwarboel op de werkplek en zo’n adapter is ook snel genoeg.

De modernere dockingstations van Icy Box en Sharkoon herkennen ook de aparte schijven met native 4K-sectoren en zijn daarom een betere investering. De Icy Box is linkshandig makkelijker te bedienen, en wie houdt van een metalen behuizing kiest voor de Sharkoon. Het Orico-dockingstation is ook geschikt voor koopjesjagers met voornamelijk oudere schijven.

(Informatie afkomstig uit het artikel van Lutz Labs en Marco den Teuling, c’t magazine 9/2020, p. 70)