Ugreen NAS review: NASync DXP2800 & DXP 4800 Plus in de test

Alieke van Sommeren
0

Inhoudsopgave

    Ugreen is een nieuwkomer op de NAS-markt. We hebben het instapmodel DXP2800 en het goedkoopste apparaat met extra snel 10Gbit-ethernet (DXP4800 Plus) grondig getest, ook door er zelf Linux op te installeren. We vonden veel plus- , maar ook wat minpunten. Meer hierover lees je in deze Ugreen NAS review.

    Nieuwe speler op de NAS-markt

    Ugreen, voorheen vooral bekend om accessoires, betreedt de NAS-markt met zes nieuwe modellen voor kleine netwerken. Hiermee doorbreken ze het monopolie van de gevestigde NAS-aanbieders uit Taiwan en China. De twee modellen die we in deze Ugreen NAS review onder de loep nemen, de DXP2800 en de DXP4800 Plus, richten zich respectievelijk op beginners en gevorderden. Ze worden beide aangedreven door een Intel-processor en zijn inmiddels beschikbaar via Amazon (vaak wel schaarse voorraden op de Nederlandse Amazon) en directe verkoop.

    Solide bouw en gebruiksvriendelijkheid

    Beide apparaten maken een stabiele en hoogwaardige indruk, waarbij zelfs het gewicht opvalt door de stevige constructie van de behuizing. Het plaatsen van opslag verloopt eenvoudig dankzij een slim schuifmechanisme voor 3,5-inch schijven. Voor SATA-ssd’s en 2,5-inch schijven is een schroefsysteem nodig met een borgpen die met een simpele draai kan worden losgemaakt. De DXP4800 Plus biedt daarnaast een optionele M.2-cache onder een bijna naadloos paneel, terwijl de DXP2800 alleen de onderste klep hoeft te openen voor het vervangen van RAM-geheugen.

    De M.2-sleuven van beide modellen zijn toegankelijk vanaf de voorkant en worden veilig vergrendeld, wat geknoei met kleine schroeven overbodig maakt. Externe schijven kunnen gemakkelijk worden aangesloten via de USB-A- en USB-C-poorten aan de voorkant, die een snelheid van 10 Gbit/s bieden. Hiermee richt Ugreen zich duidelijk op een stevige en functionele gebruikerservaring in het segment van kleine netwerken.

    De DXP2800 (links) heeft zijn enige RAM-module achter de onderste klep. De DXP4800 Plus kan worden voorzien van een tweede module en twee M.2-ssd’s als cache. Een seriële interface (RS-232, 3,3 volt) op de driepins connector biedt servicetoegang voor beide apparaten.

    Software

    Bij het ontwerpen van het NAS-besturingssysteem Ugo heeft Ugreen zich laten inspireren door gevestigde merken als Synology en Qnap, maar er ook eigen accenten aan toegevoegd. Net als bij andere NAS-besturingssystemen neemt een installatiewizard je bij de hand: stel de apparaatnaam in en maak een beheerdersaccount aan, registreer het apparaat eventueel en regel een cloudaccount, selecteer de strategie voor het bijwerken van de firmware, ga optioneel akkoord met de analytics en je belandt al op het bureaublad. De gebruikershandleiding verschijnt aan de rechterkant met een takenlijst die je begeleidt bij het instellen van de opslag, shares en meer.

    Een goed punt is dat de services voor delen standaard uitgeschakeld zijn. Je moet specifiek activeren wat je wilt delen. Hoewel Ugreen vijf DynDNS-services biedt voor NAS-toegang vanaf internet, is er momenteel geen optie om services te gebruiken via url’s of het DynDNS2-protocol. De apparaatspecifieke link die wordt gegenereerd met de selecteerbare ‘UGREENlink ID’ loopt via een Amazon-server in Europa. De ‘gebruikersovereenkomst’ die op het inlogscherm wordt gekoppeld lijkt op het eerste gezicht prettig kort, maar is niet erg zinvol. Aan het einde verwijst een online link naar een Chinese pagina die met een klik kan worden omgeschakeld naar Engels, maar met meer dan 50 kB aan tekst is die allesbehalve duidelijk en makkelijk te verteren. Het online privacybeleid overtreft dat met ongeveer 70 kB.

    Het inlogscherm via de browser met een UGREENlink ID

    De belangrijkste shareprotocollen zijn standaard meteen beschikbaar ­– SMB, FTP(S), NFS, Rsync, Webdav(s). Het onveilige SMB1 moet als je dat nodig hebt specifiek worden geautoriseerd. Services broadcasten de NAS in het netwerk via wssd2 en Bonjour, UPnP kun je inschakelen, en een map is te delen voor je Time Machine-back-ups.

    Wat je normaal bij andere NAS-merken tegen zult komen, is hier ook beschikbaar: energiebesparing gebruiken (slaapstand harde schijf), Wake-on-LAN, tijdgestuurd in- en uitschakelen, UPS-verbinding, terminal-toegang (Telnet en SSH), gebruikersauthenticatie via Active Directory en LDAP.

    We misten een paar kleine dingen, zoals een verbinding met Let’s Encrypt voor certificaten op een apart domein of een configureerbare reverse-proxy voor Docker-containers.

    In de browser verloopt het configureren van de Ugreen-NAS via een gesimuleerde desktop – net als bij de concurrenten. Nieuwkomers zullen de interactieve handleiding waarderen, die de belangrijkste punten opsomt die moeten worden afgevinkt.

    Uitbreidingen

    Zoals gebruikelijk in de NAS-wereld kunnen de functies van Ugreen ook worden uitgebreid via ‘apps’. De selectie is nog niet zo groot als die van de gevestigde merken, maar er zijn een paar handige dingen te vinden, zoals een DLNA-app als mediaserver, een teksteditor die in de browser draait of Docker (versie 24.0.5 op het moment van testen) om je eigen uitbreidingen als containers te draaien.

    De extensie Universal Search maakt een index van alle bestanden die zijn opgeslagen op de NAS en, als je wil, de inhoud van bepaalde bestandstypen (tekst, PDF, MS Office-documenten). Dat helpt om bestanden te vinden op basis van trefwoorden.

    Maar alleen als je die Universal Search permanent wilt blijven gebruiken, moet je het installeren: in ons geval nam de achterliggende Java-app, ElasticSearch, bijna 20 procent van het RAM in beslag en ontbraken de menu-items voor het deactiveren en verwijderen van de app in het App Centre. ‘Gewoon even uitproberen’ is dus geen aanrader. Volgens Ugreen wordt dat met een firmware-update aangepast.

    Ugreen biedt apps voor de belangrijkste pc- en smartphone-besturingssystemen, maar alleen via sideloading  vanaf de Ugreen-server. De als test geïnstalleerde app op Android bootst vakkundig de NAS-browserpagina na en biedt alle functies die daar beschikbaar zijn, evenals een overzicht van de systeemstatus en de gezondheid van de hardware. Wel is het zo dat de vertalingen niet altijd evengoed zijn en soms zelfs niet eens vertaald zijn. Video’s kunnen eenvoudig naar de HDMI-poort worden gestreamd en aangestuurd, maar dat werkt niet met audiobestanden. De NAS kan die echter ook via DLNA leveren.

    Na het inloggen toont de app op Windows een NAS-bureaublad, dat ook toegankelijk is via browserbladwijzers. En ook hier heb je soms weer last van slechte of geen vertalingen. De truc gaat van start wanneer je klikt op de extensie voor het synchroniseren en back-uppen: de app installeert onder de motorkap een Syncthing-client en gebruikt die om realtime synchronisatie van paden tussen de pc en NAS in te stellen. De overdrachtsrichting (een- of tweerichtingsverkeer) kan worden ingesteld, je kunt synchronisatie beperken tot bepaalde bestandstypen, uitzonderingen definiëren enzovoort.

    Prestaties

    We hebben de twee NAS-apparaten eerst ingesteld met harde schijven en daarna met SATA-ssd’s, volgens de suggesties van de installatiewizard. Voor het 2-bay model gebruikten we twee schijven voor RAID1, voor de andere drie – het minimum aantal voor een RAID5-opstelling, die fail-safe combineert met een verhoogde capaciteit. Vervolgens hebben we de snelheid gemeten met de c’t-NAS-benchmark en de I/O-prestaties (IOPS) met Microsofts DiskSpd 2.1.

    De doorvoersnelheid van beide apparaten lag op het gebruikelijke niveau voor het type NAS (zie tabel) Met de DXP4800 Plus zijn de snelheden bij middelgrote en kleinere bestanden aanzienlijk toegenomen ten opzichte van omdat we nu andere NAS-schijven en een gemoderniseerde testcomputer gebruiken.

    De IOPS van de nieuwkomers liggen ook op het typische niveau van dergelijke NAS-apparaten. Zoals gebruikelijk profiteren de I/O-prestaties sterk van het gebruik van ssd’s met cache: bij de RAID1 met harde schijven van de DXP2800 sprong de IOPS met een factor 7,7 omhoog (11.320 in plaats van 1470), met het RAID5-array van de DXP4800 Plus was de winst zelfs nog groter met een factor 19 (13.060 in plaats van 690).

    Met SATA-ssd’s als opslag hebben we alleen een significante winst gemeten bij de IOPS van de DXP2800 vergeleken met harde schijven. De snelheid voor het kopiëren van bestanden bleef vrijwel gelijk. Met de DXP4800 Plus maakten de IOPS ook een sprong met SATA-ssd’s, maar de schrijfprestaties van grote bestanden verdubbelden ook bijna (595 in plaats van 311 MB/s).

    Die schrijfversnelling voor grote bestanden wordt ook behaald door de DXP4800 Plus wanneer harde schijven met hoge capaciteit worden gecombineerd met een M.2-ssd-cache. Dat loont als je vaak onbewerkte video’s, back-ups of images van virtuele machines naar je NAS moet verplaatsen en veel opslagruimte nodig hebt. Blijkbaar heeft Ugreen als cache-strategie standaard ingesteld dat alle toegang gecachet wordt, er is geen instelling voor bij de UGOS-configuratie.

    Het sd-kaartslot van de DXP4800 Plus is redelijk snel, maar niet meteen flitsend: we kwamen tot 90 MB/s bij het lezen en 83 MB/s bij het schrijven bij het overzetten van een groot bestand (kaart: Lexar 64 GB met exFAT als bestandssysteem).

    Op de DXP2800 (links) werkt de enkele LAN-poort met een maximum van 2,5 Gbit/s, terwijl de DXP4800 Plus een tweede poort heeft die tot 10 Gbit/s aankan.

    Geluidsproductie en energieverbruik

    Beide NAS-apparaten waren met 0.2 sone met draaiende harde schijven erg stil. Daarnaast was er het onvermijdelijke geklik van de lees/schrijfkoppen tijdens toegang. Als de harde schijven na de ingestelde tijd op stand-by gingen of als er SATA-ssd’s in de apparaten zaten, waren die bijna onhoorbaar.

    Als de NAS-processors langere tijd bezig zijn, bijvoorbeeld tijdens het opnieuw aanmaken van de bestandsindex of tijdens een nachtelijke virusscan, dan draait de ventilator onvermijdelijk op volle toeren: afhankelijk van het model en de instelling (standaard, stil, volle snelheid), blaast hij dan met maximaal 4 sone.

    Het idle energieverbruik van de DXP2800, wat de elektriciteitsrekening bepaalt, was ongeveer 17 watt met twee draaiende harde schijven – aangenaam weinig. Met slapende harde schijven was dat slechts 10 watt, en met SATA-ssd’s was dat nog lager (6,8 watt). De krachtigere DXP4800 Plus met drie draaiende harde schijven en 10 in plaats van 2,5Gbit/s-ethernet verbruikte aardig wat energie: 37 watt. Met idle schijven was dat nog steeds 25 watt, en 22 watt met drie SATA-ssd’s. We hadden minder verwacht, want in onze ervaring verbruikt een actieve 10GE-link maximaal 3 watt, dus hooguit 2,5 watt meer dan 2,5 Gbit. Het is mogelijk dat de DXP4800 Plus nog niet geoptimaliseerd is voor energiebesparing.

    De basis

    Net als de andere NAS-fabrikanten vertrouwt Ugreen voor zijn NAS-besturingssysteem Ugos op een Linux-basis. Op het moment van testen was dat Debian 12 alias Bookworm met kernel 6.1.27. Als de toegang bij de instellingen is ingeschakeld, kom je via SSH in een bash-shell terecht. Een sudo apt update gevolgd door sudo apt install xyz haalt de ontbrekende softwarepakketten uit de Debian-repository’s naar het systeem als je problemen op het niveau van het besturingssysteem wilt opsporen.

    Als root zijn diepgaande ingrepen mogelijk, maar onervaren gebruikers kunnen het systeem dan ook makkelijk vernielen. Onze poging om het idle energieverbruik van de DXP4800 Plus aan te passen met een gewaagde sudo powertop –auto-tune resulteerde in een niet reagerende NAS. Het selectief activeren van het SATA-link powermanagement bracht helaas geen duidelijke verbetering.

    Een groot deel van de systeemopslag (29 GB eMMC op de DXP2800, 119 GB NVMe-ssd op de DXP4800 Plus) blijft vrij (DXP2800: 18 GB, DXP4800 Plus: 106 GB). Het wordt als een overlay over de hoofdmap geplaatst. Er is dus voldoende ruimte voor Ugo-apps en uitbreidingen op systeemniveau.

    Eigen software installeren

    Dankzij de gemeenschappelijke x86-basis kun je je eigen besturingssysteem installeren als je niet tevreden bent met de Ugo-functies. Met een monitor op de HDMI-poort en een toetsenbord en muis aangesloten op de USB 2.0-poorten aan de achterkant, kregen we toegang tot de UEFI-BIOS-instellingen op de DXP4800 Plus via de Grub-bootloader commandline met behulp van het fwsetup-commando. Daar konden we de watchdog uitschakelen en de bootvolgorde wijzigen. Het fwsetup-commando leidde op de DXP2800 echter altijd tot een herstart. Op onze vraag of dat bedoeld is om software van derden te blokkeren, was het antwoord: ‘Ugreen probeert niet actief te voorkomen dat gebruikers andere systeemsoftware installeren. Gebruikers moeten voor de installatie de watchdog in het BIOS uitschakelen. De hardwaregarantie vervalt hierdoor niet.’ Ugreen heeft duidelijk vertrouwen in zijn hardware.

    UEFI-set-up

    Pas na een tweede keer vragen werd verteld dat het indrukken van Ctrl+F12 bij het opstarten van het systeem zou leiden tot opstartselectie en -instellingen. Dat betekende dat Xubuntu 22.04 ook kon worden gestart en gebruikt op de DXP2800 vanaf een usb-ssd op de poort aan de voorkant.

    We maakten een back-up van de GPT-partitionering op de DXP4800 Plus met sgdisk en gebruikten dd om images te maken van de zes kleine partities. Vervolgens installeerden we Openmediavault 7 (OMV) vanaf een usb-stick op de ssd van het systeem. OMV herkende de 10GE-interface automatisch en draaide stabiel. Vervolgens stelden we een RAID5-array in met drie schijven en een volume met een Btrfs-bestandssysteem, zoals onder Ugos.

    De doorvoersnelheden lagen grotendeels op hetzelfde niveau als bij Ugos. Bij het schrijven van middelgrote bestanden naar de harde schijf was OMV bijvoorbeeld iets sneller (412 in plaats van 298 MB/s), maar iets langzamer bij het lezen (119 in plaats van 169 MB/s). Er waren ook vergelijkbare verschillen met de SATA-ssd-configuratie. In termen van IOPS bleef OMV daarentegen een beetje of aanzienlijk achter bij Ugo, afhankelijk van het type opslag (440 in plaats van 690 met hdd’s, 2680 in plaats van 9780 met ssd’s).

    Het daaropvolgende herstel van de originele configuratie vanaf de usb-ssd en het handmatig maken van de grote overlay-partitie verliep probleemloos – Ugos draaide zoals voor de wijzigingen. Het vervangen van de ssd op de DXP4800 Plus kan het maken van de images overbodig maken. Maar om toegang te krijgen tot de M.2-versie van de systeem-ssd, moet je het apparaat uit elkaar halen.

    Conclusie Ugreen NAS review

    Ugreen maakt met zijn NAS-systemen en het bijbehorende Ugos-besturingssysteem een sterke eerste indruk. De apparaten presteerden bij onze tests goed, waren meestal stil en ook energiezuinig – vooral de DXP2800. Het scala aan functies is nog niet zo uitgebreid als dat van de grote namen QNAP en Synology, maar behalve wat specifieke zaken misten we aan de softwarekant niets.

    Met de Docker-optie zijn er veel uitbreidingen beschikbaar die de app-store van Ugreen nog niet biedt. Als je meer wilt of Ugo niet vertrouwt, kun je eenvoudig een ander NAS- of serverbesturingssysteem installeren en dan heb je de vrije hand om alles toe te voegen wat via Ugos ontbreekt.

    Ugreen NAS review: plus- en minpunten

    + Goede prestaties
    + Energiezuinig
    Eigen software kan beter en met name de vertalingen

    Ugreen NAS specificaties

    FabrikantUgreen
    BedieningselementenNASync DXP2800: power, reset, 6 leds
    NASync DXP4800 Plus: power, reset, 10 leds
    ProcessorNASync DXP2800: Intel N100 (4 cores, 4 threads, max. 3.4 GHz)
    NASync DXP4800 Plus: Intel Pentium Gold 8505 (1 P-core, 4 E-cores, 6 threads, max. 4.4 GHz)
    Werkgeheugen8 GB DDR5-4800 (uitbreidbaar: NASync DXP2800 max. 16 GB, NASync DXP4800 Plus max. 64 GB)
    Aansluitingen voorkantUSB-A en C (3.2 Gen 2, 10 Gbit/s), SD-kaartslot (alleen DXP4800 Plus)
    Aansluitingen achterkantUSB-A (3.2 Gen 1, 5 Gbit/s), 2 × USB-A (2.0, 480 Mbit/s), HDMI 2.1
    OpslagNASync DXP2800: 2 × SATA 6G, 2 × M.2-2280 (PCIe 3.0 x2)
    NASync DXP4800 Plus: 4 × SATA 6G, 2 × M.2-2280 (PCIe 4.0 x4)
    NetwerkNASync DXP2800: 1 × 2,5Gbit/s-ethernet (Intel i226V)
    NASync DXP4800 Plus: 1 × 10Gbit/s + 1 × 2,5Gbit/s-ethernet (Marvell AQc113, Intel i226V)
    Geteste firmwareNASync DXP2800: 1.0.0556 (eMMC, 29 GB)
    NASync DXP4800 Plus: 1.0.0556 (NVMe-SSD, 119 GB, M.2-2280)
    Geluidsproductie (idle)<0,1 sone (<17 dBA)
    Energieverbruik (idle)NASync DXP2800: 6,8 W (16,1 VA)
    NASync DXP4800 Plus: 22,3 W (35,6 VA)
    Energieverbruik (opslag idle)NASync DXP2800: 9 W (21,4 VA)
    NASync DXP4800 Plus: 25,1 W (37,6 VA)
    Energieverbruik (soft-off)NASync DXP2800: 0,8 W (7,8 VA)
    NASync DXP4800 Plus: 2,5 W (23,8 VA)
    Prijs en shoplinkNASync DXP2800, circa 295 euro
    NASync DXP4800 Plus, circa 565 euro

    Meer van zulke reviews?

    Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

    Ontvang elke week het laatste IT-nieuws, de handigste tips en speciale aanbiedingen.

    Deel dit artikel

    Alieke van Sommeren
    Alieke van SommerenTypen geleerd op een 8086 met DOS 5.0 en al vroeg zelf aan het pc-(ver)bouwen geslagen. Speelt graag pc-games, houdt van gadgets en klikt ook wat rond op een MacBook.

    Lees ook

    Noctua NH-D15 G2 review: beste luchtkoeler voor high-end cpu’s?

    Met de tweede generatie van de NH-D15 belooft Noctua nog betere koelprestaties, mede dankzij de aangepaste geometrie van de ventilator. In deze review...

    Huawei FreeArc review: alternatief voor in-ears en bone conduction

    In-ears sluiten je af van je omgeving en met active noisecancelling is dat nog veel sterker het geval. Dat heeft zijn voor- en nadelen, maar tot voor ...

    0 Praat mee
    avatar
      Abonneer  
    Laat het mij weten wanneer er