De GeForce RTX 3070 completeert Nvidia’s high-end trio van de nieuwe Ampère-familie. De 3000-serie levert een behoorlijke prestatieboost voor redelijke adviesprijzen – als je ze kunt bemachtigen.
We bekeken de prestaties van de 3000-familie aan de hand van drie kaarten: de Asus TUF Gaming GeForce RTX 3070 OC, MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G en Nvidia’s eigen GeForce RTX 3090 FE (Founders Edition).
Prestaties GeForce RTX 3000
Na de relatief kleine prestatiewinst van de RTX2000-reeks ten opzichte van de GTX1000 zijn de nieuwe Ampere-gpu’s sterker voor games geoptimaliseerd. Omdat de INT32-units nu ook FP32-berekeningen kunnen verwerken, verdubbelt het aantal FP32-units in elke shader-multiprocessor (SM) tot 128. De RTX 3070 heeft met 5888 shader-cores er al meer dan voormalige topmodel RTX 2080 Ti (4352 cores), de 3080 zelfs 8704 en de 3090 nog iets meer (10496).
Het aantal Tensor-cores (TC) is lager, maar dat moet worden gecompenseerd door een hogere performance per TC. Bovendien kunnen FP32-units, raytracing-cores en TC’s nu parallel werken. De duurste twee modellen hebben sneller GDDR6X-geheugen en daar 10 GB van. De 8 GB GDDR6 van de RTX 3070 steekt daar dan wat schraal bij af. De nieuwe serie kan beeld behalve via DisplayPort 1.4a ook via HDMI 2.1 uitvoeren, wat genoeg is voor 8K met 60 Hz of 4K met 120 Hz en HDR.
De veranderingen pakken goed uit voor de prestaties: de RTX 3070 zit al bijna op het niveau van de RTX 2080 Ti, wat voor een kaart van 500 euro op zich heel mooi is. In de Blender Classroom-scène rekent hij zelfs 23 procent sneller dan het oude vlaggenschip. De RTX 3080 doet daar nog een schep bovenop van 20 tot 30 procent in UHD. In WQHD wordt hij door veel processors al afgeremd. Het topmodel RTX 3090 is niet veel sneller, zeker bij games scheelt het in de praktijk vaak maar enkele fps.
De nieuwe 3000-kaarten leveren duidelijk hogere 3D-prestaties dan hun voorgangers en vooral de RTX 3070 biedt voor 500 euro een goede prijs-prestatieverhouding. Het relatief krappe geheugen van 8 GB (10 GB voor de 3080) doet echter af aan de toekomstbestendigheid, terwijl het topmodel met 24 GB voor de meeste kopers te duur is.
AMD voorziet zijn nieuwe RX 6800-kaarten van minimaal 16 GB. Die moeten veel betere prestaties bieden dan de RX 5700 waar we de Nvidia in de tabel mee vergelijken. Zelfs als AMD qua prestaties achterblijft, zullen kopers misschien toch voor AMD kiezen: Nvidia’s RTX 3080 is namelijk erg slecht verkrijgbaar en zowel de 3070 als 3080 worden door schaarste (ver) boven Nvidia’s adviesprijzen verkocht. Wie op de nieuwe Nvidia-kaarten wil wachten kan ook een rtx2080 32gb pc huren totdat ze wel goed verkrijgbaar zijn (en voor redelijker prijzen).
Energieverbruik en geluid
Het idle energieverbruik met een enkel scherm valt mee met 13 tot 20 watt, maar met twee schermen is dat voor de RTX 3070 al bijna 22 watt, en de 3080 en 3090 komen dan op 28 en 37 watt – best veel. Bij belasting is de 3070 circa 15 watt zuiniger dan de 2080 Ti. Maar de 3080 en 3090 verbruiken 334 en 360 watt, met pieken van 100-160 watt hoger. Dat verklaart waarom de MSI-kaart drie PCIe-stekkers vereist. Met de nieuwe 12-pins connector van Nvidia zou twee genoeg moeten zijn.
Onbelast zijn de kaarten stil, maar bij zware belasting zijn de 3080 en 3090 luidruchtig met 2,2 en 2,8 sone. Bij de 3090 FE kwam daar bij hoge framerates bovendien het geluid van de spoelen bij. De Asus-kaart haalt in de Quiet Mode 0,6 sone, terwijl die nauwelijks trager is dan de Performance Mode.
(Benjamin Kraft en Marco den Teuling, c’t magazine 3/2021, p. 30)