Om te controleren of je netwerkverbinding voldoende is, kun je het ping-commando gebruiken. Met dat commando meet je de tijd (in milliseconden) die nodig is om contact te maken met een specifiek apparaat of server, zowel binnen je eigen netwerk als met een apparaat dat via internet bereikbaar is.
Voer het ping-commando uit door de Opdrachtprompt te openen op Windows of een Terminal op Linux, en voer het commando ping <ip-adres-router> in, waarbij je het ip-adres van je router invoert. Dat adres kun je verkrijgen door het commando ipconfig op Windows te gebruiken of ifconfig op Linux.

Je vindt het juiste ip-adres achter ‘Default Gateway’. Als je dat adres gebruikt met het ping-commando, moet de gemiddelde tijd zo klein zijn dat die niet eens meetbaar is en afgerond wordt naar 0 milliseconden.

Je kunt de bereikbaarheid van een internetserver ook testen met behulp van ping. Als je ping ct.nl gebruikt, merk je bijvoorbeeld dat onze webserver binnen 5 milliseconden reageert.
