Bij smarthome apparaten leveren allerlei fabrikanten hun eigen (min of meer geslaagde) software-oplossing. Als je je smarthome aanstuurt met de opensource software ioBroker, ben je onafhankelijk van hardwarefabrikanten. Je kunt componenten van verschillende aanbieders ook makkelijker combineren. Het afgelopen jaar zijn er tientallen modules bijgekomen, zowel voor nieuwe apparaten als voor mooiere visualisaties.
Programmeurs uit allerlei landen blijven enthousiast bijdragen aan de opensource smart-home-software ioBroker. Door de modulaire opbouw kun je met de ‘adapters’ genoemde uitbreidingsmodules gemakkelijk nieuwe apparaten koppelen, nieuwe functies toevoegen en de beheerinterface flexibel uitbreiden. Er zijn de laatste tijd aardig wat adapters bijgekomen, waardoor je nu uit meer dan 280 verschillende uitbreidingsmodules kunt kiezen.

Er zijn voor ioBroker naast de klassieke interface vis nu ook versies met een moderner uiterlijk, zoals deze Material-interface.
Met de nieuwe adapters kun je bijvoorbeeld ook apparaten aan een Homematic IP-gateway rechtstreeks aansturen. Voorheen was alleen de Homematic CCU als hardwarecentrale te gebruiken.
Ook worden nu de goedkope apparaten van het Chinese merk Meross ondersteund. En sinds kort kunnen ook eindelijk de gebruikers van Google Home hun apparaten via ioBroker aansturen.
Zelfs voor de onder verschillende merknamen uitgebrachte apparaten van het bedrijf Tuya, dat door securitylekken in het eigen IoT-platform Smart-Life negatief in het nieuws is geweest, hebben de io-Broker-programmeurs wat bedacht: ioBroker gebruikt bij die apparaten de lokale besturingsinterface. Daardoor kun je die afscheiden van de cloud om op die manier de securitylekken te omzeilen.
Zelfs als je in de tussentijd besloten had de Tuya-apparaten te flashen met de opensource firmware Tasmota, kun je ze bij ioBroker nog gebruiken. Daar is de zogeheten Sonoff-adapter voor bedoeld.
Nu we het toch over security hebben: het beveiligingsconcept van de stuursoftware zelf werd grondig op de schop genomen.

Bij de instellingen kun je ook certificaten uploaden of Let’s Encrypt gebruiken voor een veilige verbinding.
Ook de analysemogelijkheden zijn groter geworden: de ‘Source-Analytix’-adapter aggregeert bijvoorbeeld verbruiksdata van andere adapters op dag-/week-/maandbasis, telt impulsen en berekent kosten.