De TerraMaster F2-221 is meer dan een voordelige NAS. Naar wens kun je een eigen NAS-besturingssysteem, een complete Linux-versie of zelfs Windows 10 erop installeren. We hebben het getest.
TerraMaster brengt al langer voordelige NAS-modellen uit, die helaas niet breed verkrijgbaar zijn (soms wel via Amazon.de of bijvoorbeeld Bol.com, zie shoplink onderaan). De F2-221 is een interessante hardware-upgrade ten opzichte van voorganger F2-220.
De F2-221 gebruikt geen recente processor, maar een drie jaar oud model (Celeron J3355 uit 2016 in plaats van J1800 uit 2013). Daarmee speelt hij in dezelfde divisie als bijvoorbeeld een Synology DS218+. Vergeleken daarmee heeft de F2-221 echter ook nog een HDMI-1.4b-aansluiting. Die is geschikt voor weergave van full-hd- en 4K-video’s met maximaal 30 Hz beeldverversingsfrequentie. Er is bovendien een tweede Gigabit-ethernetpoort.
Net zoals voorheen heeft TerraMaster het installatiemedium voor zijn NAS-besturingssysteem TOS (versie 4.0.09 op het moment van testen) op een usb-stick gezet die in de behuizing is ondergebracht. Die kun je makkelijk verwijderen om eigen besturingssystemen te installeren – zie verderop.
De installatie verloopt grotendeels automatisch, je hoeft alleen de standaard gesuggereerde tijdzone aan te passen. Na het afronden van de installatie start TOS meteen op van de harde schijven die je in de NAS geplaatst hebt.
De interface heeft een modern desktopuiterlijk. Er zijn instellingen voor de gebruikelijke protocollen voor netwerktoegang (SMB/CIFS, AFP, NFS, S(FTP), Webdav(s) en iSCSI), gebruikers- en groepsrechten, het beheer van de schijven en uitbreidingen die je kunt downloaden. De softwarecatalogus is niet zo uitgebreid als bij andere NAS-fabrikanten, maar biedt een bruikbare verzameling (verschillende mediaservers, virtualisatie via Docker, mailservers, SQL, Git, SVN, bloggen en CRM).
De voor eigen servertoepassingen interessante Docker-uitbreiding heeft een makkelijk te bedienen grafische interface. Omdat TOS 4 echter geen instelbare
reverse-proxy biedt en je de standaard webserverpoorten 80 en 443 in het NAS-besturingssysteem niet kunt aanpassen, zijn eigen webservers in de praktijk niet bruikbaar als containers.