In een smartphone van rond de 250 euro zit vaak bruikbare techniek zonder rare gimmicks. Je komt er de dag goed mee door zonder high-end foefjes als drievoudige camera’s, draadloos opladen of een op dit moment nog niet bruikbare 5G-ondersteuning. Motorola heeft vier nieuwe Moto-G-modellen tegelijk gelanceerd. Daarvan testen we de Moto G7, G7 Plus en G7 Power.
Bij de vorige smartphonegeneraties was de Moto G een duidelijk prima keuze als je niet ging voor de hypes rondom de nieuwste topmodellen. Maar bij de G7-generatie wordt de keuze wat lastiger: je kunt kiezen tussen een G7, G7 Plus, G7 Play en G7 Power. Dat maakt het er niet makkelijker op, zeker als je niet meteen in detail naar de specificaties kijkt.
Na een eerste schifting blijven over: de G7 van 250 euro, de G7 Plus van 300 euro met vooral een betere camera en de G7 Power (voor 210 euro) met een grotere accu, maar op andere punten een mindere uitrusting. De G7 Play valt met zijn prijs van 140 euro in een heel andere categorie. De naam moet misschien liefhebbers van games aantrekken, maar met 2 GB werkgeheugen, een 32-bit processor en een lage schermhelderheid van 350 cd/m2 is het vooral een goedkoop speeltje. We laten dat model verder dan ook buiten beschouwing.