We hebben zeven betaalbare cpu-koelers vergeleken met de koelers die AMD en Intel met hun cpu’s meeleveren. De koelers moeten de boel koel houden, het liefst zo stil mogelijk. Dat doen ze allemaal voorbeeldig, met één uitzondering.
Natuurlijk, de zogenaamde boxed-koelers die AMD en Intel met hun mainstream-cpu’s voor AM4 en LGA1151(v2) meeleveren, doen wat ze moeten doen. Ze moeten de processor koel houden, maar zijn niet geoptimaliseerd om dat ook stil te doen. Daarmee verraden ze hun lage productiekosten. En de K-modellen van Intel – processors die je kunt overklokken – worden sowieso zonder koeler geleverd.
Een upgrade voor een stiller systeem hoeft niet veel te kosten. Vanaf 10 euro zijn er al koelers die stiller zijn en beter koelen dan de meegeleverde versies. Vaak hebben ze ook nog reserves om te upgraden naar een krachtigere cpu die meer warmte produceert of voor als je een keer wilt experimenteren met overklokken. Sommige modellen beloven zelfs tot 200 watt aan warmte te kunnen bolwerken. Maar de krachtige koelprestaties en lage cpu-temperaturen zijn een schrale troost als de handleiding onduidelijk is of ontbreekt, of de montage dermate friemelig is dat je losse onderdelen uit frustratie tegen de muur smijt.
We hebben zeven cpu-koelers met verschillende bouwconcepten en koeltechnieken in ons laboratorium gehaald en onderworpen aan praktijktests om hun prestaties te bekijken. De modellen Xilence A250PWM en I250PWM voor AMD respectievelijk Intel, zijn met rond tien euro veruit de goedkoopste in de test. De EKL Alpenföhn Ben Nevis Advanced, Arctic Freezer 34 eSports Duo, be quiet Shadow Rock LP, Thermalright True Spirit 120 Direct en de Scythe Choten kosten tussen 35 en 45 euro. Met uitzondering van de Xilence-koelers kun je al deze modellen zowel op een AMD- als Intel-platform monteren. Sommige zijn ook geschikt voor Intels high-end desktopsockets LGA2011 en LGA2066 (HEDT), of de wat oudere LGA1366. We hebben de boxed-koelers van onze test-cpu’s van AMD en Intel gebruikt ter referentie.