Als je snel even een Ubuntu-omgeving nodig hebt, kun je eenvoudig een virtuele machine inrichten met Multipass. De versies voor Windows en macOS hebben inmiddels volledig afstand gedaan van propriëtaire componenten.
Multipass is nu volledig opensource
Voortaan is Multipass volledig opensource: Canonical heeft de laatste gesloten componenten van zijn virtualisatielaag vrijgegeven, waarmee het beheerplatform nu onder een vrije licentie beschikbaar is. De tool richt zich primair op ontwikkelaars die snel en reproduceerbaar een schone Ubuntu-omgeving nodig hebben – bijvoorbeeld voor testdoeleinden, CI-pijplijnen of gescheiden ontwikkelprojecten.
Met een handvol commando’s kun je een virtuele machine (VM) opzetten, starten en beheren, zonder dat daar een uitgebreide configuratie of externe hypervisors voor nodig zijn. Multipass abstraheert de onderliggende virtualisatietechnologie per platform – zoals Hyper-V, QEMU of het Apple Virtualization Framework – zodat gebruikers zich kunnen richten op hun werk, niet op de infrastructuur.
Ondersteuning voor Windows, macOS en Linux
Multipass beperkt zich niet tot Linux: ook op macOS en Windows functioneert de tool als host-omgeving voor virtuele Ubuntu-instances. Lange tijd golden deze platformversies echter als hybride: hoewel de hoofdapplicatie onder de GPLv3-licentie viel, maakten ze nog gebruik van propriëtaire modules voor onderliggende functionaliteit.
Met de release candidate van versie 1.16 is dat verleden tijd. Canonical heeft nu alle eerder gesloten onderdelen opensource gemaakt en samengebracht in een uniforme, publiek toegankelijke codebasis. Dat vereenvoudigt niet alleen de architectuur, maar maakt ook community-bijdragen en platformonafhankelijke integratie aanzienlijk laagdrempeliger. Voor ontwikkelaars betekent dit dat Multipass zich consistenter laat opnemen in eigen tooling of CI-omgevingen—zonder vendor lock-in of gesloten afhankelijkheden.
Technische achterzijde: Hyper-V en QEMU
Afhankelijk van het platform gebruikt Multipass verschillende virtualisatiebackends: op Windows wordt standaard Hyper-V aangesproken, terwijl onder macOS en Linux de keuze op QEMU valt. Deze technische details blijven echter grotendeels verborgen voor de gebruiker – de nadruk ligt op frictieloos gebruik.
Met één klik op “Open Shell” initieert Multipass automatisch een virtuele machine met de vaste naam primary, gebaseerd op de meest recente Ubuntu LTS-release. Deze wordt direct opgestart, waarbij het $HOME-directory van de host automatisch als gedeeld bestandssysteem aan de VM wordt gekoppeld. Vervolgens wordt zonder verdere tussenkomst een shell-sessie tot stand gebracht, zodat ontwikkelaars vrijwel direct kunnen werken in een schone, geïsoleerde Ubuntu-omgeving.
Snel VM’s beheren via de CLI
Na het aanmaken van de primary-instantie kunnen gebruikers via de Multipass CLI direct basiscommando’s uitvoeren op de virtuele machine, zoals start, stop, suspend, restart en shell. De interface is bewust minimalistisch gehouden, zodat ontwikkelaars snel en naar wens via een script toegang hebben tot een Ubuntu-omgeving zonder zich met infrastructuurdetails te hoeven bezighouden. Door de automatische koppeling van het home-directory van de host zijn bestanden tussen host en VM zonder extra configuratie toegankelijk, wat het werken met broncode of configuratiebestanden vereenvoudigt.
Met multipass find toont de tool een overzicht van beschikbare images – waaronder verschillende Ubuntu-versies en community-images. Via multipass launch kan een specifieke variant worden opgestart, met optionele parameters voor onder meer cpu-cores, geheugen en diskruimte. Dat maakt Multipass ook geschikt voor geautomatiseerde workflows of testomgevingen met specifieke systeemeisen.
Geen desktop, wél flexibel voor ontwikkelaars
Een eenmaal gestarte instantie functioneert als een volwaardige Ubuntu-installatie, inclusief toegang tot het volledige pakketbeheer en command-line tooling. Multipass is echter niet bedoeld als vervanging voor een desktopomgeving: de focus ligt expliciet op ontwikkelaars die tijdelijke, schone systemen nodig hebben voor test-, integratie- of ondersteuningsdoeleinden. Grafische interfaces worden standaard niet meegeleverd – interactie verloopt volledig via de shell. VMs zijn daarmee lichtgewicht en snel inzetbaar.
Wanneer een instantie niet langer nodig is, kan deze met het commando multipass delete eenvoudig worden verwijderd; daarmee komt direct opslagruimte vrij. Daarna kunnen eventueel nog met de opdracht purge restbestanden opgeruimd worden. Deze opzet maakt Multipass geschikt voor scenario’s waarin herhaalbaarheid, snelheid en automatisering centraal staan.
Verouderde componenten verdwijnen
Eerdere versies van Multipass boden ondersteuning voor alternatieve backends zoals LXD en libvirt, met name op Linux. Vooral libvirt gaf gevorderde gebruikers meer controle over netwerk-, opslag- en cpu-instellingen van virtuele machines. Met versie 1.16 markeert Canonical beide mechanismen als verouderd; hun ondersteuning wordt in een volgende release volledig verwijderd.
Ook de Blueprint-functionaliteit, waarmee gebruikers vooraf gedefinieerde VM-configuraties konden opstellen en als image beschikbaar stellen, wordt geschrapt. Zulke aangepaste omgevingen waren via multipass find direct te starten, maar worden nu als buiten het kernconcept van Multipass beschouwd.
Daarnaast is versie 1.16 de laatste release met ondersteuning voor macOS 13. Nieuwere Multipass-versies vereisen minimaal macOS 14, mede vanwege de afhankelijkheid van recente virtualisatie-API’s binnen het Apple-platform.
Wat is nieuw in versie 1.16?
Multipass 1.16 introduceert onder meer ondersteuning voor QEMU op ARM-gebaseerde Linux-systemen. Daarmee kunnen gebruikers op platforms zoals ARM-laptops of singleboardcomputers nu native Ubuntu-VM’s draaien, zonder afhankelijk te zijn van x86-emulatie.
Ook is het vanaf deze versie mogelijk om herbruikbare launch-configuraties aan te maken. Hiermee kunnen vooraf gedefinieerde instellingen voor bijvoorbeeld het aantal cpu’s, de geheugentoewijzing en de netwerkintegratie worden vastgelegd, wat het starten van consistente ontwikkelomgevingen makkelijker maakt. De terminalinterface is daarnaast uitgebreid met een zoomfunctionaliteit, wat vooral op hoge-resolutiedisplays de leesbaarheid ten goede komt.
Installatie en beschikbaarheid
Multipass 1.16 is beschikbaar als Snap-package voor Linux-distributies. Voor Windows en macOS worden reguliere installers aangeboden via de projectwebsite. Daarnaast kunnen macOS-gebruikers uit de community de software ook via Homebrew installeren. Alle technische details en de volledige changelog zijn te vinden op de GitHub-pagina van het project.
Jammer. Klonk veelbelovend. Alternatieve VM. Maar in de praktijk wil het graag Microsoft Hypervisor-V of Oracle VBOX gebruiken. Ik heb beiden aan de kant geknikkerd omdat VMWare nog steeds als enige zonder problemen altijd loopt. Helaas biedt Multipass die ondersteuning niet. Ik heb veel issues meegemaakt zeker met VBOX die maar niet worden opgelost hoeveel je ook klaagt. (Zijn doof ervoor) En met Hyper-V heb ik ook slechte ervaringen i.c.m. Win 11. Had een Sandbox eronder draaien totdat die ineens “stuk” ging en met geen enkele mogelijkheid meer te verwijderen was. Probeerde het wel, maar na een reboot “ging er… Lees verder »