We gebruiken in dit geval het opensource beeldbewerkingsprogramma Shotwell als eenvoudig voorbeeldprogramma, want dat programma is op dit moment alleen voor Linux beschikbaar. Als Shotwell nog niet op de Linux-computer geïnstalleerd is, kun je dat op de volgende manier alsnog doen:
sudo apt install shotwell
Op de Windows-pc start je alleen de X2GoClient. Bij de eerste start verschijnen twee meldingen van de firewall van Windows over de SSH-daemon sshd en de soundserver pulseaudio. Die moet je allebei weigeren omdat de betreffende programma’s alleen op een lokaal loopback-adres voor de X2GoClient bereikbaar moeten zijn – die van buitenaf of binnen een netwerk open stellen is een onnodig veiligheidsrisico.
Als de client de eerste keer start, wanneer er dus nog helemaal geen sessieprofielen voorhanden zijn, opent automatisch een dialoog voor het aanmaken van een sessieprofiel. Andere sessieprofielen kun je aanmaken via het menu-item ‘Sessie / Nieuwe sessie’. Voor Shotwell kun je als sessienaam simpelweg ‘Shotwell’ gebruiken. Het standaard pictogram voor nieuwe sessies is een rob, de mascotte van X2Go. Als je op dat pictogram klikt, kun je voor het beter uit elkaar houden van verschillende sessies een willekeurig ander pictogram instellen. In het veld ‘Host’ moet de DNS-naam of het ip-adres van de Ubuntu-computer komen te staan. In het veld ‘Inloggen’ vul je op de Ubuntu-server de naam van de gebruiker in. Als je het leeg laat, dan vraagt X2Go bij een aanmeldpoging zowel naar de gebruikersnaam als het wachtwoord.
De sessievoorkeuren van X2Go voor het remote werken met Shotwell.
Helemaal onderaan verander je het sessietype in ‘Enkele applicatie’. Daarna overschrijf je de tekst in het veld ‘Commando’ met de tekst shotwell. Laat je daarbij niet afleiden door de drop-downpijl aan het eind van het veld – als je op dat pijltje klikt, stelt X2Go je wel verschillende programma’s voor, maar je kunt ook gewoon zelf een naam typen. Het aangeven van een absoluut programmapad is normaal gesproken niet nodig, maar wordt eveneens ondersteund.
Lokaal testen
Als je met testen in je lokale netwerk begint, dan ben je niet aangewezen op de versnellingsfuncties van X2Go. Daarom is het aan te raden naar het tabblad ‘Verbinding’ te gaan en daar de schuifregelaar ‘Verbindingssnelheid’ vervolgens helemaal naar rechts naar ‘LAN’ te schuiven. Andere sessie-instellingen zijn voor de eerste keer niet nodig. Ter afsluiting klik je op ‘OK’.
Voor een eerste verbindingspoging moet je in het menu van de X2GoClient het item ‘Opties / Instellingen’ openen en op het tabblad ‘Algemeen’ een vinkje zetten bij ‘Icoon in taakbalk weergeven’. Datzelfde doe je bij de vier daarna niet meer grijze sub-items. Hierdoor neemt de X2GoClient na een succesvolle verbindingsopbouw geen onnodige plek in op het beeldscherm of op de Taakbalk, maar verschijnt hij alleen als pictogram in het systeemvak.
Dan kun je aan de slag met de eerste test: klik op het sessiepictogram op de witte sessietegel aan de rechterkant van het clientvenster om het aanmeldingsvenster tevoorschijn te toveren. Na het invoeren van het wachtwoord verschijnt nog een vraag van de firewall van Windows over de X-server VcXsrv, die je net als de eerdere Firewall-meldingen moet weigeren. Daarna verdwijnt de client naar de taakbalk. In het begin wordt het generieke ‘Accelerated X’-logo van X2Go daar getoond, maar na een kort moment verandert het pictogram in het gekozen sessiepictogram, begeleid door een melding dat de sessie succesvol gestart is. Daarna moet ook het Shotwell-venster al op de desktop van Windows verschijnen.
Ik heb X2Go server geïnstalleerd zowel op CentOS 7 als op Ubuntu 18.10. Het werkt op beide behalve de printers. Ik kan wel een PDF laten aanmaken en dit dan door een AdobeAcrobatReader commando laten afdrukken op de standaardprinter maar rechtstreeks afdrukken op de gedefinieerde printers van de Windows client werkt niet. Moet ik de printers op de client delen om deze beschikbaar te maken voor de x2Go-server?