Clients voor RDP zijn er niet alleen voor Windows, maar voor bijna elk besturingssysteem. Het mooie daarvan is dat als je eenmaal doorhebt hoe het in Windows werkt, de alternatieven voor andere besturingssystemen eigenlijk voor zich spreken.
Voor macOS biedt Microsoft zelf een client in de App Store, Linux-gebruikers kunnen bijvoorbeeld rdesktop of FreeRDP gebruiken. Maar ook de smartphone- en tabletgebruikers kunnen via RDP verbinding maken met een Windows-pc. Voor iOS en Android biedt Microsoft zelf gratis apps aan in de desbetreffende app-stores. Die hebben standaard een ongebruikelijke maar erg praktische muismodus: het hele touchscreen werkt als het trackpad van een notebook. Je beweegt de muisaanwijzer dus naar de gewenste positie en tikt dan ergens op het touchscreen, wat makkelijker werkt dan op een klein scherm op nog kleinere bedieningselementen proberen te tikken die niet zijn ontworpen voor touchbediening.
Voor de eerste experimenten met een remote-desktopverbinding heb je genoeg aan twee Windows-pc’s in een lokaal netwerk. Activeer bij de Systeemeigenschappen de optie ‘Externe verbindingen met deze computer toestaan’. Laat het vinkje staan bij ‘Alleen verbindingen toestaan met computers waarop …’.
Die optie zorgt ervoor dat gebruikers niet het aanmeldscherm van Windows te zien krijgen, maar daarvoor al gebruikersnaam en wachtwoord moeten invoeren. Als je wilt inloggen vanaf een Linux-client, moet je dat vinkje wel verwijderen. Bij die clients ontbreken de bibliotheken die nodig zijn voor dat type aanmelding. Interactief inloggen via het aanmeldscherm kost wat meer systeembronnen, maar dat is binnen een lokaal netwerk verwaarloosbaar.
Tot slot moet je ervoor zorgen dat alle gebruikersaccounts die zich mogen aanmelden zijn voorzien van een wachtwoord. Standaard mogen niet zomaar alle gebruikers zich remote aanmelden. Dat recht wordt alleen automatisch toegekend aan leden van de groep Administrators en ‘Externe bureaubladgebruikers’.
Om daar gebruikers aan toe te voegen, open je het Computerbeheer (compmgmt.msc). De moderne Instellingen-app is ook daar niet voor te gebruiken. In de boomstructuur links staan onder ‘Systeemwerkset \ Lokale gebruikers en groepen \ Groepen’ de lokale groepen. Met een dubbelklik kun je daar gebruikers aan toevoegen.

Alleen leden van de groepen Administrators en ‘Externe bureaubladgebruikers’ mogen verbinding maken. Via Computerbeheer voeg je gebruikers toe.
Start op de tweede pc in het lokale netwerk dan de remote-desktopclient (mstsc.exe). De clients en apps voor andere besturingssystemen werken op een vergelijkbare manier en de knoppen en invoervakken hebben soortgelijke namen. Typ in het vak ‘Computer’ het IP-adres of de bij Systeemeigenschappen toegewezen computernaam van het externe systeem in. Het wachtwoord kun je laten bewaren of bij elke keer aanmelden opnieuw invoeren. Klik je op Verbinden, dan zal eerst een certificaatwaarschuwing verschijnen omdat de tegenpartij een eigen certificaat gebruikt dat nog niet als vertrouwd bekend is.
Voor thuisgebruik op het lokale netwerk is dat niet zo’n punt en kun je de melding gewoon wegklikken en aangeven dat die niet meer hoeft te verschijnen. Beheerders die daar niet mee kunnen leven, moeten op het externe systeem het certificaatbeheer openen (certlm.msc) en via ‘Extern bureaublad / Certificaten’ het certificaat exporteren en bij de client importeren bij ‘Vertrouwde apparaten’.