In theorie is een ssd met PCIe-interface beduidend sneller dan een ssd met SATA-aansluiting. In plaats van maximaal 600 MB/s haalt de PCIe-interface met een aansluiting van vier PCIe-3.0-lanes een brutosnelheid van bijna 4 GB/s. In de praktijk merk je echter nauwelijks verschil, hooguit bij het kopiëren van grote hoeveelheden gegevens of als je bijvoorbeeld een videoproject opslaat.
De snelheid waar je echt iets van merkt, is de veel kortere reactietijd vergeleken met een mechanische harde schijf. Bij een harde schijf moet eerst de leeskop zich naar de juiste positie verplaatsen, die dan gemiddeld een halve rotatie moet wachten totdat de juiste gegevens langskomen. Een snelle ssd heeft echter maar een latentie van enkele tientallen microseconden.
Bij het starten van een besturingssysteem of van een groot softwarepakket moeten er allerlei kleine bestanden worden geladen die overal op de harde schijf verspreid kunnen zijn. Ssd’s leveren de gegevens dan beduidend sneller. Maar of een snelle sata-ssd in een benchmark nu tot 100.000 zogeheten ‘input/output operations per second’ (IOPS) haalt of een echt snelle PCIe-ssd meer dan 700.000, speelt in de praktijk geen grote rol. Want zoveel gegevens hoeven nooit tegelijkertijd verwerkt te worden, niet door het besturingssysteem en niet door een softwaresuite. Volgens een intern onderzoek van Intel is de gemiddelde aanvraagdiepte (Queue Depth, QD) op de desktop-pc’s van hun medewerkers 2. Ook het starten van een besturingssysteem wordt door het gebruik van een PCIe-ssd niet korter. Het tegendeel is eerder het geval: nogal wat BIOS-versies treuzelen behoorlijk bij het initialiseren van een PCIe-ssd.
Voor kantoor-pc’s die redelijk eenvoudige taken moeten verrichten, is de aanschaf van een PCIe-ssd doorgaans een zinloze investering. Dergelijke schijven worden pas interessant wanneer een pc complexere taken moet doen, zoals foto- en videobewerking.
Als je je systeem het liefst zo strak mogelijk wilt hebben, kan de extra prijs voor zo’n ssd zonder kabels wel de moeite waard zijn, temeer omdat het prijsverschil tussen SATA- en PCIe-ssd’s steeds kleiner wordt. Het beste voorbeeld is de WD Blue SN500 in deze test, die met een prijs van rond 17 cent per GB inmiddels even duur of zelfs goedkoper is dan veel snelle SATA-ssd’s.
PCIe- en SATA-ssd’s – benchmarks
Klik op de tabel voor een grotere versie (in pdf-formaat), inclusief technische gegevens van de geteste ssd’s.