Ryzen 9 5900X en 5950X review – wat is de beste keuze?

AMD levert met de Ryzen 5000-serie veel van de snelste desktopprocessors. De Ryzen 9 5900X en 5950X zijn de topmodellen en geven ook de nieuwe Core i9-11000 van Intel in veel benchmarks het nakijken. Maar welke van deze twee is de beste keuze? 

Met de Ryzen 9 5900X met twaalf kernen en de Ryzen 9 5950X met zestien kernen hebben we wat metingen gedaan. Één ding staat vast: AMD heeft weer een topprestatie geleverd en tart de grenzen van de AM4-infrastructuur. De Ryzen 5000 werkt op alle AM4-borden met B450-, X470-, B550- of X570-chipset, mits de fabrikant een BIOS-update aanbiedt. Voor de meeste 500-serie borden zijn die al beschikbaar, er wordt gewerkt aan de 400-serie chipsets.

Bij multithread-workloads, oftewel taken die goed gebruik maken van veel processorkernen, lagen de Ryzen 3000 processors al voor op Intels Core i-modellen. Intels laatste bastion waren de singlethread-prestaties, die een belangrijke rol spelen bij alledaagse taken, maar ook bij games.

En dat is precies waar AMD met de Ryzen 5000 Intels laatste houvast bestormt. Daartoe heeft AMD zijn technische inspanningen geconcentreerd op de Cache-­Compute-Dies (CCD’s). Meer details over de techniek en verbeteringen in de Ryzen 9 5900X, 5950X en andere Ryzen 5000-processors lees je in c’t magazine 1-2/2021.

De door AMD aangegeven kloksnelheden zijn bij de Ryzen 5000 niet langer als vaste waarden te beschouwen. Bij de test lag de turbofrequentie van beide processors op ongeveer 150 MHz boven de verwachte waarden – volgens AMD normaal, zolang parameters als het energieverbruik en de koeling geen beperkende factor zijn.

Aan de andere kant zagen we bij de 5950X onder synthetische volledige belasting met Prime95 (Small FFTs) frequenties onder de basisfrequenties, waardoor de 5900X met 178 versus 169 watt wat meer verbruikte. Ons test­systeem verbruikte het meeste vermogen echter niet met ­Prime95, maar bij het compileren van de Linux-­kernel in Kcbench.

Ryzen 9 5900X en 5950X energieverbruik

(Klik op de tabel voor een vergroting)

In vergelijking met Intels desktop-topmodel, de Core i-10900K, neemt de Ryzen 5950X nu bijna overal het voortouw. Zelfs bij eerdere ‘probleemgebieden’ zoals Bapco SYSMark 25 wint het topmodel van AMD (met een kleine marge), ook al vallen sommige discipline­metingen deels binnen de meetnauwkeurigheid.

Bij toepassingen die goed schalen met meerdere kernen, zoals de videotranscoder Handbrake en het 3D-renderingprogramma Blender, was de Ryzen 3000 al sneller dan zijn Intel-concurrenten. Daar wint AMD met de Ryzen 9 5950X relatief weinig ten opzichte van de 3950X met zo’n 5 tot 10 procent. Aangezien het verschil tussen de 12-kernversies echter iets groter is, is het redelijk om aan te nemen dat dit komt doordat het maximaal toegestane energieverbruik bij de Ryzen 9 beperkt is. Dat ligt voor Ryzen 9 nog steeds op 105 watt (of 140 watt voor een korte tijd).

Ryzen 9 benchmarks – toepassingen, single-/multicore

(Klik op de tabel voor een vergroting)

Blijf op de hoogte over nieuwe processors en andere hardware!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

AMD verovert zelfs Intels klassieke domein, de pc-games. Terwijl de vorige Ryzen-generatie in de vorm van de R9 3950X nog steeds ongeveer 25 procent achterloopt op de 10900K bij de Open World Shooter Far Cry 5, presteert de R9 5900X bijna 10 procent beter dan de Intel-processor met 179 tegen 164 fps. Alleen bij Assassin’s Creed Odyssey ligt Intel marginaal voor. In onze eerste tests van de Core i9-11900K scoort die hierbij nauwelijks beter dan de 10900K.

Ryzen 9 benchmarks – games

(Klik op de tabel voor een vergroting)

De Ryzen 9 5900X (circa 600 euro) is waarschijnlijk de meest aantrekkelijke Ryzen 5000-processor voor als je hoge prestatie-eisen hebt. Hij schuurt niet zo dicht langs de TDP-limiet en kan zijn potentieel daarom beter ontvouwen dan de 16-core. Hij is bij games meestal ook een tikje sneller.

De Ryzen 9 5950X is niet alleen de snelste AM4-processor, maar ook de snelste mainstream-cpu. Hij is echter vooral geschikt voor de weinige programma’s die kunnen profiteren van de 16 kernen en 32 threads. Videobewerking, 3D-rendering en paral­lelle virtuele machines behoren tot de mogelijk­heden. In die gevallen loont de stevige prijs (circa 830 euro) ook de moeite.

(Informatie afkomstig uit het artikel van Carsten Spille en Noud van Kruysbergen, c’t magazine 1-2/2021, p. 70)