Intels Optane Memory H10 is een QLC-ssd. Die zijn wat trager bij het schrijven, maar Intel ondersteunt het flashgeheugen met een snelle cache.
De H10 heeft 256, 512 of 1024 GB QLC-flashgeheugen. De kleinste heeft een 16GB-cache, de rest 32 GB. Het gaat om twee ssd’s met een eigen controller die elk via twee PCIe-3.0-lanes zijn verbonden.
Pas als je de Intel RST-driver (vanaf versie 17.2) installeert worden ze samengevoegd met de Optane-opslag als cache.
Verdere eisen zijn Windows 10 (met UEFI), een moederbord uit Intels 300-serie en een Core i van de 8e of 9e generatie. De cache wordt gebruikt voor het sneller booten door het cachen van systeembestanden en als schrijfcache.
Via de RST-driver kun je bepaalde programma’s en mappen in de cache houden.
Bij een uitgeschakelde Optane-cache haalt de H10 bij synthetische benchmarks scores die vergelijkbaar zijn met de Intel 660p QLC-ssd: 1,6 GB/s sequentieel lezen, tegen de 1 GB/s bij schrijven.
Als de cache wordt ingeschakeld loopt de leessnelheid op met 100 MB/s, maar zakt de schrijfsnelheid zo’n 250 MB/s in.
Als de SLC-cache van het QLC-deel vol is, zakt de schrijfsnelheid naar QLC-niveau. Synthetische tests zeggen echter weinig over dagelijks gebruik.
BAPCo SYSmark 2018 haalde 4200 punten zonder Optane en 4300 met. Optane is vooral sneller dan NAND bij weinig gelijktijdige acties. Als upgrade voor je systeem loont een H10 dan ook nauwelijks.
formfactor | M.2 80mm |
modelaanduiding | HBRPEKNX0202A |
capaciteit | 256/16 GB, 512/32 GB (getest), 1024/32 GB |
prijs | € 110 (256 GB), € 175 (512 GB), € 210 (1 TB) |