Intel NUC 11 Pro: rappe kleine barebones

Intel brengt eindelijk zijn NUC-barebones met actuele mobiele processors uit. Ze zijn lekker snel en er zijn aantrekkelijke configuraties beschikbaar.

De nieuwe NUC11-modellen barebones met elfde generatie Core i-processors zijn rijkelijk laat. We hebben een mid­range NUC11TNKi5 barebone met quadcore Core i5-1135G7 getest. Omdat het een barebone is moet je zelf nog RAM, een M.2-ssd en een besturingssysteem regelen.

Net als zijn voorgangers, is de NUC11-barebone beschikbaar in verschillend hoge behuizingen: de platte K-case en de hogere H-types, die ruimte bieden voor een 2,5-inch (SATA-)disk.

Nieuw bij de NUC11-barebones zijn de hoge versies die een tweede netwerkpoort hebben. Dat is leuk voor kleine serverprojecten. Het nieuwe ­K-model heeft een tweede slot voor een M.2-ssd, die 4,2 centimeter lang mag zijn (M.2-2242). Bovendien is hij slechts verbonden met een enkele PCIe 3.0-lane.

Prettig is ook de snelle netwerkpoort met 2,5 Gbit/s, die ook onder ­Linux werkt, net als de rest van het systeem (­Ubuntu 20.10). Wi-Fi 6 was al beschikbaar bij de voor­ganger (NUC10).

Thunderbolt 4 kan worden gebruikt op een van de twee USB-C-poorten aan de achter­zijde. De tweede ondersteunt alleen Thunderbolt 3. Beide zijn compatibel met USB 4, inclusief een alterna­tieve Display­Port-modus en USB-PD met een max van 15 watt. Helaas zitten er geen USB-C- poorten aan de voorkant; een audio-aansluiting ontbreekt.

Intels Tiger Lake mobiele processors leveren een bijzonder hoge rekenkracht per core. Dat betekent power voor singlethreaded software zoals kantoortoepassingen. Bij de BAPCo Sysmark 25-benchmark zijn de Tiger ­Lakes momenteel de snelste mobiele processors.

Maar omdat ze slechts twee of vier cores hebben, kunnen ze de M1 van Apple en de Ryzen 4000U mobiele cpu’s van AMD met maximaal acht cores in multithreading niet bijbenen. De Core i5-1135G7 ligt 30 procent achter op de Apple M1 bij de renderbenchmark Cinebench R23 en 46 procent op de Ryzen 7 4800U.

Hij blijft AMD’s Ryzen 5 4500U met zes kernen echter dicht op de hielen zitten en ligt ongeveer 25 procent voor in de eerder genoemde Sysmark 25.

De Intel-chip is met 28 watt TDP beland in een veel hogere warmteklasse dan de Ryzen met slechts 15 watt.

Beide chips mogen echter gedurende korte tijd hun nominale energieverbruik ruimschoots overschrijden. Onder continue volledige belasting is er niet veel verschil in energieverbruik tussen de NUC11 en minicomputers met hexa- en octacore Ryzen 4000U.

Het is jammer dat Intel een erg lompe adapter mee­levert bij de barebone vanwege de hoge piekbelasting. Bovendien is het idle verbruik relatief hoog voor een mini-pc met een mobiele processor. Hoewel de NUC11 idle erg stil is, is hij onder belasting met 1 sone duidelijk hoorbaar.

De Xᵉ-gpu kan vier 4K-schermen met 60 Hz aansturen. Er waren echter problemen met twee HDMI 2.0-schermen met 4K. Een HDMI-monitor werkte probleemloos samen met één of twee USB-C-schermen.

De NUC-barebone herkende geen USB-C-ssd’s aangesloten op de USB-C-poorten, waardoor USB 3.2 Gen 2×2 niet kon worden gebruikt. De USB-A-poorten leverden daarentegen de volledige doorvoer van USB 3.2 Gen 2.

De NUC11-barebones zijn een welkome, maar ook dringend gewenste modernisering van Intels succesvolle NUC-serie. Minpunten zijn de ontbrekende audio-­aansluiting, USB-C-haperingen, het ietwat hoge idle energieverbruik, en de irritante ventilator.

Pluspunten

– compact en krachtig

Minpunten

– relatief hoog verbruik – USB-C-issues