B360 moederbord: zes gunstige modellen voor een Intel-systeem

Marco den Teuling
0

Inhoudsopgave

Een B360 moederbord is een voordelige basis voor Intels Coffee-Lake-­processorreeks, zoals de series Core i-8000, Pentium G5000 en Celeron G4000. Aanvankelijk waren er alleen dure moederborden beschikbaar met een Z370-chipset. Tegenwoordig kun je kiezen uit goedkopere modellen, waarvan die met de B360 het interessants zijn. We testen zes modellen, met elk hun eigen plus- en minpunten.

Veel functies, probleemloos werken, een laag energieverbruik en ook goedkoop: meer vragen we niet van een moederbord. Bij dat plaatje passen LGA1151-moederborden met een B360-chipset uit Intels serie 300. Die zijn duidelijk goedkoper dan modellen met Z370 en moeten het wel zonder de zo gehypete overklokmogelijkheden doen, maar ze zijn niet zo bruut gecastreerd als de H310-borden. Bij de goedkope H310-chipset deactiveert Intel te veel, met name de ingebouwde controller voor USB 3.1 Gen 2. Die is wel nodig voor snelle randapparatuur met SuperSpeedPlus, waarmee tot 10 Gbit per seconde verstuurd kan worden.

We hebben zes moederborden getest met B360 en minimaal een Display­Port-bus (DP 1.2). Daarmee kan de in Coffee-Lake-processors ingebouwde, zuinige UHD Graphics ook Ultra-HD- en 4K-schermen aansturen met 60 Hz. Een van de B360-moederborden heeft zelfs twee DisplayPort-aansluitingen, zodat daar twee 4K-schermen op de geïntegreerde graphics aangesloten kunnen worden. Theoretisch zijn drie DisplayPort-aansluitingen mogelijk, maar een dergelijk moederbord konden we niet vinden. Sommige hebben ook een HDMI 1.4-aansluiting, maar daarmee is bij Ultra-HD-resoluties hoogstens een framerate van 30 Hz mogelijk. Dat vinden veel mensen niet prettig om mee te werken, ook al is het genoeg voor 24fps-video’s.

Geteste modellen

Het testveld bestaat onder meer uit twee mini-ITX-moederborden van Asrock, de B360M-ITX/ac en H370M-ITX/ac. Die laatste is voorzien van de duurdere H370, die met zijn RAID op dit mini­moederbord geen echte voordelen biedt. Asrock combineert de ‘betere’ chipset echter met ‘spannende’ extra’s: via een DisplayPort- en twee hdmi-aansluitingen kun je drie schermen aansluiten. Een tweede Gigabit-ethernetchip en zes in plaats van vier SATA-6G-poorten zijn bovendien interessant voor mini-servers. Op beide mini-ITX-moederborden zit verder een wifi-adapter.

Twee geteste moederborden – de Asus Prime B360M-C en Gigabyte B360M D3H – hebben het micro-ATX-formaat, wat de meeste gangbare pc’s gebruiken. Tot slot hebben we ook nog twee forse ATX-moederborden getest: de overvloedig uitgeruste Asus ROG Strix B360-F Gaming en de MSI B360-A Pro. Bij alle moederborden was het BIOS uitgerust met de microcode-updates die voor Windows 10 nodig zijn voor dichten van het veiligheidslek Spectre V2, oftewel Branch Target Injection (BTI, CVE-2017-5715).

USB 3.1 Gen 2

B360 en H370 zijn Intels eerste chipsets waar SuperSpeedPlus ingebouwd is. De geïntegreerde xHCI-1.1-controller werkt volgens onze metingen met een externe SanDisk Extreme 900-ssd echter circa 10 procent langzamer dan de vooralsnog snelste PCIe-3.0-controller met USB 3.1, de Asmedia ASM3142. Die kleine achterstand van de Intel-chips is in de praktijk nauwelijks relevant omdat er nog erg weinig randapparaten zijn die zo snel kunnen werken.

De met de benchmark Iometer gemeten overdrachtssnelheden zijn ook veel hoger dan de praktijkwaarden. Iometer perst met meerdere gelijktijdige transfers het maximum uit de interface en de ssd. Kopieer je gegevens echter met Windows Verkenner, dan gaat het een stuk langzamer. Hoger dan 750 MB/s kwamen we daarbij niet.

Intels USB-3.1-controllers zijn ook iets langzamer dan die in de huidige AMD-chipsets, maar het daadwerkelijk verschil is kleiner. Bij langdurige metingen met de tool Iometer liepen de overdrachtssnelheden bij de Intel-chipsets echter terug. Dat vreemde gedrag kennen we niet van andere adapters. In de praktijk zal dat weinig uitmaken, want zelfs met ‘slechts’ 500 MB/s heb je in twee minuten al 60 GB aan data naar de andere kant overgepompt. En wanneer kopieer je nu echt nog meer data ineens? De Asmedia-chip is sneller, maar heeft ook een nadeel: volgens een Israëlisch beveiligingsbedrijf bevat hij veiligheidslekken. Asus-dochter Asmedia heeft nog niet op deze berichten gereageerd.

USB-aansluitingen

Sommige B360-moederborden hebben maar weinig aansluitingen die daadwerkelijk SuperSpeedPlus ondersteunen. De geteste exemplaren hebben minimaal één geschikte usb-poort bij de externe aansluitingen van het moederbord. Bij slechts twee moederborden is die van het type USB-C. Het nut van zo’n niet verkeerd in te pluggen aansluiting is beperkt, omdat hij aan de achterkant van de pc zit. Een USB-C-aansluiting aan de voorzijde in de behuizing of in een adapter in het frontpanel is praktischer. Maar dergelijke behuizingen of front­panel­adapters zijn nog schaars. Bovendien heeft geen enkele van de geteste moeder­borden een interne aansluiting voor USB 3.1 Gen 2. Ze zijn allemaal voorzien van de gangbare 19-polige headers op het moederbord voor USB 3.1 Gen 1, oftewel USB 3.0 met 5 Gbit/s.

Voor USB-C op moederborden van desktop-pc’s geldt dat er geen display- of Thunderbolt-signalen zijn of een hogere laadstroom mogelijk is. Die extra mogelijkheden van USB-C vereisen aanvullende chips op het moederbord, die je hoofdzakelijk aantreft bij notebooks, tablets en sommige mini-pc’s.

M.2 voor NVMe-ssd's

Veel moderne moederborden, waaronder de geteste, hebben een M.2-slot met vier PCIe-3.0-x4-lanes voor een snelle ssd met NVMe-controller in de vorm van een platte geheugenmodule. Duidelijk merkbare voordelen bieden deze NVMe-ssd’s bij desktop-pc’s alleen in enkele specifieke gevallen. Bij de meeste toepassingen en ook bij het opstarten merk je geen duidelijk verschil in snelheid tussen de goedkopere SATA-6G-ssd’s vs PCIe-ssd’s.

Een RAID 0 met twee M.2-ssd’s die via de chipset gekoppeld zijn is volkomen zinloos. De verantwoordelijke Platform Controller Hub (PCH) van Intel, hier dus de B360 of H370, communiceert namelijk met de processor via de Direct Media Interface (DMI). Daarachter schuilt weer PCIe 3.0 x4. Omdat de snelste M.2-ssd’s zoals Samsungs 970 Pro/Evo al bijna het maximale halen uit PCI 3.0 x4, vormt DMI bij twee M.2-ssd’s een bottleneck.

Intel hoopt misschien dat meer kopers voor een Optane-ssd gaan, die ook in M.2-formaat beschikbaar is. Die kun je met de RST-driver in Windows 10 als een soort cache gebruiken voor de harde schijf of een SATA-ssd. Maar gezien de hoge prijs van Optane en de ietwat complexe configuratie zal dat maar weinig kopers aanspreken: als de prijs geen probleem is, ben je beter uit met een grote terabyte-ssd met SATA-aansluiting.

Testresultaten

Asrock B360M-ITX/ac

Asrock B360M-ITX/ac

We beginnen in alfabetische volgorde bij de Asrock B360M-ITX/ac. Het compacte formaat daarvan is niet standaard voor gewone pc’s, maar mikt op kleinere behuizingen. Asrock weet veel voorzieningen onder te brengen op het mini-ITX-moederbord, maat geen USB-Type-C. Dat is jammer, want een mini-pc staat vaker op in plaats van onder een bureau, waardoor je wel goed bij de externe poorten kunt. Van de vier mogelijke SuperSpeedPlus-poorten van de B360 benut Asrock er twee.

Verder hebben we eigenlijk weinig aan te merken. De B360M-ITX/ac draait verder probleemloos en idle erg zuinig. Met de standaard­instellingen van het BIOS heeft hij genoeg aan 16 watt. Activeer je de optie ‘CPU C10 States’ voor de diepste slaapmodus van de cpu, dan zakt dat naar 14,6 watt. Vervang je vervolgens de standaard AHCI-driver van Windows 10 door Intels RST-driver, dan daalt dat verder naar 11 watt.

Asrock gebruikt voor het geïntegreerde wifi de wat oudere Intel-adapter Wireless-AC 3168. Die biedt wel 802.11ac, maar dan slechts met een enkele stream (1×1). Een adapter voor Intels nieuwe ‘integrated Connectivity’-techniek (CNVi) uit de Serie-300-chipsets was sneller geweest.

Pluspunten

  • erg zuinig
  • met (eenvoudig) wifi

Minpunten

  • geen USB-C

Bekijk dit moederbord

Asrock H370M-ITX/ac

Asrock H370M-ITX/ac

De Asrock H370M-ITX/ac is de H370-uitvoering van Asrocks B360M-ITX/ac en demonstreert mooi hoe moederbordfabrikanten duurdere chipsets vaak combineren met een betere uitrusting. Met uitzondering van RAID biedt de H370 geen voordelen op een mini-ITX-moederbord. Toch krijg je in vergelijking met de B360-uitvoering een extra Gigabit-ethernetpoort, zes in plaats van vier SATA-poorten, een tweede hdmi-aansluiting, twee extra USB 2.0-aansluitingen, een iets uitgebreidere audiochip en een header voor een Trusted Platform Module (TPM). Dat is het prijsverschil van 15 euro wel waard als je die extra functionaliteit kunt gebruiken. Het energieverbruik wordt er ook niet echt hoger door.

Op het moederbord kun je drie 4K-schermen aansluiten. Door HDMI 2.0 kan dat echter alleen via DisplayPort met een verversingsfrequentie van 60 Hz.

Als wifi-adapter dient ook hier de wat gezapige Intel Wireless-AC 3168 en ook hier moet je het zonder USB-C doen. Een vervelend probleem is dat het BIOS beide netwerkadapters hetzelfde MAC-adres toewijst. Dat kun je wel corrigeren met het programma MACTool van de Asrock-website of in Windows via Apparaatbeheer bij de Intel-netwerkadapter. De juiste MAC-adressen staan op een label op het moederbord.

Pluspunten

  • drie display-aansluitingen
  • erg zuinig

Minpunten

  • geen USB-C

Bekijk dit moederbord

Asus ROG Strix B360-F Gaming

Asus ROG Strix B360-F Gaming

De ROG Strix B360-F steekt een beetje af bij de rest van de geteste moederborden. Het is het duurste moederbord met de meest uitgebreide uitrusting, waaronder RGB-ledverlichting. Je kunt de moederbord- en andere leds aansluiten en via Aura Sync gemeenschappelijk regelen. Wie dat wil kan bovendien maar liefst zeven ventilatoren aansluiten en zelfs een temperatuursensor.

Sommige uitbreidingsmogelijk­heden hebben te lijden onder beperkingen van de B360-chipset. Het tweede PCIe-x16-slot is via slechts vier lanes verbonden met de B360-PCH. Het M2-slot M.2_1 heeft maar twee PCIe-3.0-lanes en deelt een daarvan met het vierde PCIe-x1-slot. De huidige versie van Optane gebruikt twee PCIe-lanes en kan daardoor alleen in slot M.2_2 gebruikt worden, dat over vier lanes beschikt.

De multifase-spanningsregelaar draagt er waarschijnlijk aan bij dat de ROG Strix idle duidelijk meer energie verbruikt dan alle andere geteste moederborden. Overklokken kan bij een B360-moederbord maar beperkt. De uitrusting van het moederbord past wat dat betreft niet echt bij een B360-chipset. Als je toch meer dan 120 euro aan een moederbord uitgeeft, kun je er misschien beter een kiezen met een Z370 of de opvolger Z390.

Pluspunten

  • uitgebreide uitrusting

Minpunten

  • hoog energieverbruik
  • duur

Bekijk dit moederbord

Asus Prime B360M-C

Asus Prime B360M-C

De Asus Prime B360M-C is een van de weinige moederborden met tweemaal DisplayPort. Daarmee kan de zuinige Intel-graphics twee 4K-schermen tegelijkertijd aansturen met 60 Hz. Op de doos van het moederbord prijkt in groene letters ‘Business Motherboard’, waarmee het toepassingsgebied al meteen duidelijk is: kantoor-pc’s. Typerend daarvoor zijn de PS/2-poorten, omdat sommige bedrijven de usb-poorten van hun pc’s uitschakelen om gegevensdiefstal en malware-infectie te voorkomen.

Net zo typisch zijn de spannings­regelaars, die niet geschikt zijn voor overklokken en vooral minder energieverlies opleveren. Desondanks komt de Prime ook na enkele opti­malisatiepogingen in het BIOS (C-states, ASPM, LPM) idle niet beneden de 15 watt. Misschien (maar dat is maar moeilijk te bepalen) verbruikt de PCIe-PCI-bridge wat energie. Die zorgt voor de verbinding met het verouderde PCI-slot. De bridge-chip zelf wordt in ieder geval enigszins warm.

Het is jammer dat Asus bij dit moederbord USB-Type-C helemaal negeert. Er zit geen aansluiting aan de achterzijde en er zit ook geen header op het bord voor frontaansluitingen in de behuizing. Het moederbord heeft wel vier type-A poorten voor USB 3.1 Gen 2.

Pluspunten

  • twee 4K-schermen met 60 Hz
  • enigszins zuinig

Minpunten

  • geen USB-C

Bekijk dit moederbord

Gigabyte Radeon RX 550 D5 2G

Gigabyte Radeon RX 550 D5 2G

De Gigabyte B360M D3H is het goedkoopste serie 300-moederbord met DisplayPort en vier DIMM-slots. Daarmee is het een goede basis voor een voordelige pc met 4K-scherm en tot 64 GB RAM. Nog goed­kopere ­serie 300-moederborden met Display­Port zijn er momenteel alleen met een H310-chipset, die geen USB 3.1 Gen 2 heeft. Dit moederbord heeft wel een van die (voorlopig) allersnelste usb-poorten. Wel jammer dat de Type-C-poort slechts USB 3.1 Gen 1 biedt.

Voor PCIe-kaarten is er behalve het standaard x16- en x1-slot ook een slot met vier lanes. Flexibeler vind je het nauwelijks bij het micro-ATX-formaat. Als een M.2-ssd met SATA-interface wordt gebruikt, is de zesde SATA-poort uitgeschakeld. Gebruik je een M.2-NVMe-ssd, dan kun je wel alle SATA-poorten benutten.

Van de vier aanwezige display-aansluitingen zijn er maximaal drie tegelijk te gebruiken. Met VGA- en PS/2-poorten is dit moederbord ook nog geschikt voor de wat meer antieke rand­apparaten. In dat plaatje past ook het PCI-slot voor oude uitbreidingskaarten en de headers voor COM- en LPT-poorten. Mogelijk is ook hier de PCIe-PCI-bridge ervoor verantwoordelijk dat het minimale idle energieverbruik met 14 watt eigenlijk toch wel zo’n 3 tot 4 watt hoger is dan wenselijk.

Pluspunten

  • goedkoop
  • veelzijdig

Minpunten

  • USB-C alleen met SuperSpeed

Bekijk dit moederbord

MSI B360-A Pro

MSI B360-A Pro

Bij twee pc-bouwvoorstellen met een Core i-processor in c’t magazine hebben we al moederborden gebruikt die met de MSI B360-A Pro vergelijkbaar waren, namelijk de Z170-A Pro en Z370-A Pro. Deze zuinige en flexibele moeder­borden zijn ook volgens ervaringen van lezers betrouwbaar gebleken. Maar het is ook hier weer vervelend dat er geen hdmi-aansluiting op zit. Naast DisplayPort is alleen DVI beschikbaar. Voor het aansluiten van een hdmi-scherm (tv) heb je dus een adapter nodig.

Afgezien van de chipset lijkt de B360-A Pro op de voorgangers. Je kunt de cpu dus niet overklokken, maar krijgt nu wel SuperSpeedPlus via de chipset. MSI heeft slechts vijf SATA-poorten aangebracht op het moederbord, de zesde poort is toegewezen aan het M.2-slot. Daardoor is hij ook niet beschikbaar als je daar een NVMe-sdd in zet.

Het idle energieverbruik van het moederbord is een aardige 16 watt, maar met een paar BIOS-­optimalisaties en de RST-driver voor de ssd kan dat omlaag naar een 11 watt. Het hoge energie­verbruik bij maximale cpu-belasting was wel verrassend hoog. Dat komt vermoedelijk door een fout in het BIOS, dat de in de test gebruikte 65W-TDP-processor Core i5-8400 zag als een 95W-cpu.

Pluspunten

  • zuinig en flexibel

Minpunten

  • geen HDMI
  • hoog energieverbruik

Bekijk dit moederbord

Een uitgebreide tabel met testresultaten vind je in c't jul-aug/2018

I/O-verwarring

Intels chipsets bieden al enkele jaren de veelzijdige, maar verwarrende techniek met de naam Flexible I/O. De PCH beheert daarbij een bepaald aantal zogeheten high-speed-I/O-lanes (HSIO), die gebruikt kunnen worden voor zowel PCI Express als voor SATA 6G, USB 3.0 en USB 3.1. Dynamisch schakelen tussen PCIe en SATA is nodig voor M.2-sdd’s die zowel met SATA-AHCI- als met PCIe-NVMe-interface beschikbaar zijn. Bij de andere lanes wordt de functie door de moederbordfabrikant bepaald, aangezien niemand op een SATA-poort een usb-stick gaat aansluiten.

Flexible I/O kan soms voor vervelende verrassingen zorgen, vooral als het gaat om het aantal SATA-poorten. Monteer je namelijk een M.2-ssd, dan werken bij veel moederborden niet alle SATA-poorten meer. Om een M.2-ssd met de maximale doorvoersnelheid te kunnen gebruiken, moet je bij veel moederborden de BIOS-instellingen aanpassen. Maar dat zorgt er vaak voor dat nog meer SATA-poorten onbruikbaar worden. De precieze details daarover vind je in de moederbordhandleiding.

Een klein minpunt van B360-moederborden ten opzichte van H370- en Z370-moederborden moeten we nog vermelden. Bij de B360 mag de processor zijn 16 PCIe-lanes niet verdelen over meerdere slots. Je kunt dus bijvoorbeeld niet een grafische kaart en een snelle PCIe-ssd elk met acht lanes rechtstreeks aan de cpu koppelen. Bij B360-moederborden met meerdere PCIe-x16-slots, zoals de Asus ROG Strix B360-F Gaming, is er maar één direct met de processor verbonden, de andere via PCIe 3.0 x4 op de B360.

Nieuwe energiebesparingsfuncties

In de BIOS-set-up van sommige moederborden zit een nieuwe optie genaamd CEC-2019 of ‘CEC ready’. Dat is in verband met regels van de California Energy Commission (CEC) voor energiezuinigere computers, die ingaan op 1 januari 2019. Die optie verricht volgens onze metingen geen wonderen, maar is wel praktisch. Daarmee worden verschillende functies van de cpu en chipset geactiveerd die het idle-energieverbruik van de pc verlagen. Dat omvat bijvoorbeeld de diepere C-states van de processor, waarmee moderne Intel-cpu’s aan minder dan 2 watt genoeg hebben.

CEC Ready BIOS-instelling review test B360 moederbord Intel

Doorlezen is gratis, maar eerst even dit:

Dit artikel is met grote zorg samengesteld door de redactie van c’t magazine – het meest toonaangevende computertijdschrift van Nederland en België. Met zeer uitgebreide tests en praktische workshops biedt c’t de diepgang die je nergens online vindt.

Bekijk de abonnementen   Lees eerst verder

Ook Active State Power Management (ASPM) voor de PCIe-poorten en Link Power Management (LPM) voor de SATA-poorten worden geactiveerd, zoals we dat ook al jaren aanraden bij onze bouwvoorstellen. Wat ons betreft is de CEC-2019-optie dan ook overbodig en zou dat een standaardinstelling moeten zijn.

De zuinigste moederborden zijn de mini-ITX-modellen van Asrock. Die verbruikten inclusief RAM, ssd, usb-apparaten en het verlies van de ATX-voeding (BeQuiet! L10-300W) idle onder Windows 10 minder dan 11 watt. Daarvoor moesten we wel Intels RST-driver installeren en in het BIOS de diepste C-state C10 voor de cpu activeren. Daarbij activeerde het BIOS ook automatisch de al genoemde functies SATA LPM en PCIe ASPM.

Als je een nog zuinigere pc wilt, kun je bijvoorbeeld kiezen voor een mini-pc uit Intels NUC-serie, die vaak minder dan 6 watt verbruiken. Of dat voor jou de moeite loont, hangt af van waar je die pc voor wilt gaan gebruiken. Met een continu ingeschakelde pc zorgt een 5 watt hoger verbruik voor 55 euro meer aan energiekosten in vijf jaar tijd, bij een energieprijs van 25 cent per kWh. Bij een kantoor-pc die 230 werkdagen per jaar 10 uur aan staat, is het nog maar net iets meer dan 14 euro in 5 jaar.

We hebben het energieverbruik trouwens gemeten met uitgeschakelde ethernetcontroller omdat het anders te veel schommelt. Als je hem inschakelt, wordt het 0,8 tot 1,3 watt meer. We hadden daarnaast een Full-HD-scherm aangesloten via hdmi. Hang je een 4K-scherm aan de geïntegreerde grafische unit (IGP), dan stijgt het energieverbruik met 0,6 watt, bij twee 4K-schermen is dat zelfs 4 watt meer.

Conclusie

Intels chipsets uit de 300-serie zijn nauw verwant aan de voorgangers uit de series 200 en 100. Daardoor zijn ze goed uitontwikkeld. De B360-moederborden en H370-exemplaren deden het in deze test allemaal keurig. Bijna alles werkt zoals verwacht. Er zijn geen grote verschillen, behalve wat voortkomt uit de specificaties.

De prijs wordt daarbij grotendeels bepaald door de uitvoering. Mini-ITX-moederborden zijn dan ook meestal duurder dan gelijkwaardig uitgeruste ­micro-ATX-versies. Daar geven de fabrikanten twee redenen voor: bij de kleinere moederborden zijn vaak twee extra lagen nodig om alle lanes in te kunnen onderbrengen. Bovendien worden er kleinere aantallen van geproduceerd. Misschien speelt naast de vaak aanwezige wifi-adapter ook de aaibaarheidsfactor nog een rol. De Intel-modellen werken ook goed met Linux, een tip voor open­source-liefhebbers.

Omdat de meeste moederborden geen overdreven ruim bemeten cpu-spanningsregelaars hebben, werken ze energiezuinig. In principe is met Coffee Lake en een ATX-voeding die efficiënt werkt bij lage belasting een idle-verbruik van minder dan 10 watt mogelijk. Maar een waarde van 11 tot 14 watt is ook mooi. De Asus ROG Strix haalt dat niet door de bonte RGB-ledverlichting. Hij heeft ook een zwaardere spanningsregelaar, wat geen relevante voordelen biedt. Een overklokbare ‘K’-processor op een B360-moederbord plaatsen is zinloos omdat Intel overklokken alleen bij de Z-chipsets toestaat. Heb je genoeg aan de geïntegreerde gpu, dan kun je bij de Asus Prime B360M-C twee 4K-schermen tegelijk gebruiken. Daarmee bespaar je jezelf de kosten, de ruimte en de herrie van een losse grafische kaart. Wil je een zo goedkoop mogelijke pc met DisplayPort, dan is de Gigabyte B360M D3H een prijstip. Wil je meer PCIe-kaarten kwijt kunnen, dan neem je de MSI B360-A Pro. Die werkt idle ook zuinig. Ga je voor zo klein mogelijk, dan is een mini-ITX-model interessant. Daarop past wel maximaal 32 GB werkgeheugen. Asrocks H370M-ITX/ac is met zijn twee Gigabit-ethernetpoorten en zes SATA-poorten ook geschikt voor een compacte zelfbouwserver – als het probleem met de MAC-adressen opgelost is.

(Christoff Windeck, c’t magazine)

Deel dit artikel

Marco den Teuling
Marco den TeulingHad als eerste eigen computer ooit een 16-bit systeem, waar van de 48 kilobyte toch echt niet ‘genoeg voor iedereen’ was. Sleutelt graag aan pc’s, van de hardware tot het uitpluizen van de BIOS-instellingen. Vindt ‘Software as a Service’ een onbedoeld ironische naamgeving.

Lees ook

Scythe Mugen 6 review: een van de beste processorkoelers op de markt?

De zesde generatie van de Scythe Mugen processorkoeler houdt processors effectief koel en doet dat fluisterstil. Meer over deze processorkoeler lees j...

Epos Expand 40T review: vergaderen simpeler gemaakt

Voor een videovergadering met een paar mensen achter een laptop is de Expand 40T-conferentiespeaker van Epos even snel aan te sluiten. Iedereen blijft...

0 Praat mee
avatar
  Abonneer  
Laat het mij weten wanneer er