Vlak voordat de regen met bakken uit de hemel valt, besluit je slimme huis om uit voorzorg alle ramen te sluiten. Schijnt daarna de zon weer, dan gaat automatisch de zonwering omlaag. En ben je in de winter op weg naar huis, dan wordt dat al voorverwarmd. Dit soort scenario’s lijken niet ver weg. Maar om ze tot realiteit te laten worden, moeten alle componenten van je slimme huis uiteraard wel via compatibele domotica-protocollen met elkaar communiceren. Toch is dat op het moment geen vanzelfsprekendheid – ondanks alle inspanningen om de boel te standaardiseren.
Het afgelopen halfjaar hebben we nergens zoveel persuitnodigingen van gehad als van slimme thermostaten en andere domoticaproducten. De markt voor smarthomeproducten kookt werkelijk over. In het assortiment van online elektronicashops vind je tegenwoordig een dozijn verschillende domoticamerken met elk tig verschillende componenten. Helaas is elektronicawinkel Conrad een van de weinige die er eerlijk op wijst dat de apparaten van de verschillende aanbieders niet zonder meer met elkaar te combineren zijn.
Domoticasystemen hebben te maken met de bestaande infrastructuur. De gangbare netwerken communiceren draadloos via wifi of bedraad via ethernet of powerline. Pc’s, notebooks en smart-tv’s wisselen via IP relatief probleemloos gegevens uit, maar die communicatiekanalen zijn door hun protocoloverhead en energiebehoefte niet erg geschikt voor het communiceren met zonnesensoren, jaloezie-aansturingen of thermostaten. Voor je eigen Home Automation Network (HAN) heb je dus een andere oplossing nodig.
KNX
KNX is de belangrijkste standaard in gebouwautomatisering en domotica. Het als ISO/IEC 14543-3 gestandaardiseerde systeem maakt consequent onderscheid tussen energievoorziening enerzijds en de aansturing van apparaten anderzijds. Gescheiden aangelegde twee- of vieraderige twisted-pair leidingen met maximaal 30 V gelijkspanning voor schakel- en stuurfuncties vormen een aanvulling op het bestaande elektriciteitsnet met 230V wisselspanning voor de energieverzorging.
Bij nieuwbouw of renovaties is een gestructureerde KNX-installatie goed te doen, maar bij een bestaande woning is het frezen in de muren om de kabels onder een stuclaag weg te werken meestal erg veel werk. Voor dat soort situaties biedt de standaard behalve twisted-pair (KNX/TP) ook protocollen voor een overdracht via powerline (KNX/PLC), draadloze signalen (KNX/RF) en IP/Ethernet (KNX/netIP). KNX-componenten van de wereldwijd ruim 350 gecertificeerde fabrikanten kosten echter 200 euro of meer. De levering en installatie ligt in handen van de installatiebedrijven die zich gekwalificeerd hebben als KNX Partner in de Benelux. Het upgraden van je huis naar een smart-home met KNX-intelligentie kost voor een basisuitrusting al enkele duizenden euro’s, zonder duidelijke bovengrens.
Onder spanning
Om een bewoond pand met beperkte kosten comfortabeler te maken, kun je powerline gebruiken. Daarvoor hoeven geen aparte kabels aangelegd te worden. Het in 1975 door de Schotse firma Pico Electronics ontwikkelde X10-systeem is een klassieker. Lange tijd beheerste het in Amerika de do-ityourself- markt en nog altijd is het erg populair. De Nederlandse fabrikant Marmitek biedt producten voor een X10-gebaseerd homeautomationsysteem aan.
X10 is technisch niet compatibel met de powerlinesystemen die begin 2000 op de markt kwamen, maar je kunt de twee systemen wel naast elkaar gebruiken. Breedband powerline-adapters zoals die hier bijvoorbeeld door Devolo en Sitecom worden geleverd, berusten op de HomePlug-standaard IEEE 1901 en werken met een multiplexingtechniek. Bij het smalbandige X10-systeem gaan de bits van het stuursignaal daarentegen rechtstreeks als bursts naar de ontvangers. Het systeem wordt met draaiknoppen op de adapters geconfigureerd, waardoor ieder apparaat een individueel adres krijgt.
De goedkoopste programmeerbare X10-schakelmodule kost circa 75 euro. Met het systeem kun je zelf gedefinieerde schakelen regelprogramma’s aanmaken. Het omvangrijke assortiment aan beschikbare componenten omvat bewegingsmelders, lichtsensoren, schakelaars voor rolluiken en jaloezieën en nog veel meer. Het is een eldorado voor de doe-het-zelver die met X10 – ondanks de beperkte hoeveelheid commando’s – de tuinplanten van water wil voorzien, tuinberegeningsinstallaties wil aansturen of ramen wil openen en sluiten. Bij het uitdenken van nieuwe oplossingen kun je rekenen op ondersteuning van de grote gebruikerscommunity.
Concurrerende systemen proberen een met KNX en X10 vergelijkbare positie op de markt te veroveren. Op de steeds onoverzichtelijker wordende smarthomemarkt is de powerlinetechniek van de Zwitserse firma DigitalStrom een nieuwkomer. Hun gelijknamige systeem vervangt de stekkerschakelaars door kroonsteentjes die in de stroomkring van het te besturen apparaat geplaatst worden. Als ‘Embedded Intelligence’ kunnen ze instructies van de huiscentrale via PLC-signalen ontvangen.
De kroonsteentjes van Digital- Strom kunnen schakelen, dimmen of meten. Ze zijn maar iets groter dan normale kroonsteentjes en passen ook in inbouwdozen en wandcontactdozen. Op die manier kun je stopcontacten, wandschakelaars en lampen intelligent maken en met een uniek adres in het thuisnetwerk opnemen.
Een module die genormeerd is voor de DIN-rail van moderne meterkasten – de zogenaamde digitalStrom-Meter (dSM) – kan maximaal 128 kroonsteentjes als master voor een 230V-groep beheren. Het systeem maakt een bidirectionele verbinding mogelijk met snelheden van enkele kbit/s voor het aansturen van apparaten en het registreren van meetgegevens [1].
Als huiscentrale dient een tweede DIN-railmodule, de digitalStrom- Server (dSS). Die communiceert via een tweeaderig bussysteem met RS-485-aansluitingen met de mastermodules (dSM) van de afzonderlijke groepen en gebruikt daarbij het propriëtaire protocol dS485. De aansluiting in de meterkast moet door een elektromonteur uitgevoerd worden, maar de klemmen zelf kunnen door een handige doe-het-zelver aangesloten en via een webinterface geconfigureerd worden.
Al dat gemak heeft wel een prijskaartje: voor ieder intelligent kroonsteentje moet je rond de 90 euro neertellen. Een dSM kost 225 euro, daarvan heb je er 1 per groep nodig. De server kost zo’n 400 euro, exlusief kosten voor de installatie. Alles bij elkaar praat je bij een eengezinswoning dan al gauw over enkele duizenden euro’s. Niet alle toepassingen zijn met deze elegante oplossing af te dekken – DigitalStrom kan bijvoorbeeld geen thermostaatkranen aansturen omdat die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Tot de HomePlug Powerline Alliance behoren zwaargewichten als Broadcom, Cisco, Devolo, Qualcomm en STMicroelectronics. Bij HomePlug AV2 alias IEEE 1901- 2010 zijn de snelheden voor audio en video via het lichtnet al opgeschroefd tot 500 Mbit/s. De standaard is door vrijwel alle fabrikanten van powerline-adapters geïmplementeerd.
Bovendien heeft de alliantie in samenwerking met elektriciteitsmaatschappijen intussen een variant met een lagere bitrate voor smartgrid- en smarthometoepassingen ontwikkeld. Net als AV2 gebruikt ook deze ‘Green PHY’- variant IP als communicatieprotocol. Daarbij is slechts een snelheid van 256 kbit/s nodig omdat er geen beeld- of geluidsdata verstuurd worden.Green PHY werd ontworpen voor de bidirectionele communicatie met de energieleverancier ten behoeve van smartmetering en het aansturen van zonnepanelen en laadstations voor elektrische auto’s. Eind 2013 brachten Qualcomm, Atheros en STMicroelectronics de eerste chips met de Green-PHY-interface op de markt. De compatibiliteit tussen HomePlug AV2 en Green PHY moet het makkelijker maken om ook AV-apparatuur van smart-tv tot mediaserver in de huisautomatisering op te nemen. Wat het thuisnetwerk betreft leven ze tot nu toe nog in een eigen parallelle wereld.
Mesh-netwerk
Net als X10 hebben ook powerline- installaties een blinde vlek. Ze bereiken alleen apparaten die aan het elektriciteitsnet hangen. Dat kun je oplossen met een draadloos systeem. Wifi en Bluetooth zijn in veel huishoudens al aanwezig, maar wifi-interfaces verbruiken teveel energie om ze langdurig in de lucht te houden zonder de batterijen telkens te moeten vervangen. Bluetooth Low Energy is door zijn geringe bereik meer voor wearables en de smartphoneperiferie geschikt dan om er een dekkend netwerk in een woning mee op te zetten.
Daarom zijn de strategen van de HomePlug Alliance een partnerschap aangegaan met de Zig- Bee Alliance. Het draadloze Zig- Bee-netwerk is ontworpen voor communicatiesnelheden van 20 kbit/s op 868 MHz of 250 kbit/s op 2,4 GHz en kan afstanden tot 100 meter overbruggen. ZigBee is gebaseerd op de IEEE 802.15.4-standaard die de fysieke en de MAClaag van het OSI-model definieert. De ZigBee Alliance ontwikkelt en propageert toepassingen voor het systeem, waaronder de toepassingsprofielen ‘ZigBee Home Automation’ en ‘ZigBee Smart Energy’ voor huis- en energiebeheer. BACnet, de concurrent van de KNX-standaard op de Amerikaanse markt, gebruikt ZigBee als draadloze aanvulling op zijn technische installatie voor gebouwen. Het verlichtingssysteem Hue van Philips gebruikt de standaard bijvoorbeeld om ledlampen met de smartphone aan te sturen. In een zogenaamd mesh-netwerk kunnen twee nodes ook met elkaar communiceren wanneer ze niet direct met elkaar verbonden zijn, omdat ze bijvoorbeeld te ver van elkaar verwijderd zijn. Als beide een gemeenschappelijke node kunnen bereiken, dan kunnen ze daarlangs toch met elkaar verbinding maken. Van deze voordelen maakt ook ZigBee’s directe concurrent Z-Wave gebruik, zij het met iets lagere snelheden op de 868MHz-band (9,6 kbit/s) en de 2,4GHz-band (200 kbit/s). Bij Z-Wave zijn nodes ‘controllers’, zoals pc-interfaces, wandpanels en afstandsbedieningen, of ‘slaves’, zoals schakelaars en thermometers die toestandsgegevens naar de controller sturen of commando’s van hem aannemen.
Anders dan ZigBee gebruikt Z-Wave een statische routering. De controller beheert de netwerktopologie aan de hand van een tabel en instrueert de nodes via welk pad ze de data langs maximaal drie tussenstations moeten sturen. Dat levert een bereik van maximaal 120 meter op, wat voor de meeste thuisnetwerken voldoende is.
Z-Wave is ontwikkeld door de Deense start-up Zen-Sys, die in 2008 door de Californische System- On-a-Chip-fabrikant Sigma Designs is opgekocht. Bij de ZWave Alliance behoren onder andere beveiligingsbedrijf ADT en Bosch Security Systems, maar ook de verwarmingsspecialisten Danfoss en Honeywell. Het Nederlandse bedrijf Eminent biedt voor bijna 1000 euro een zesdelige starterkit aan met daarin het zogenaamde ‘e-Centre’: de stuurcentrale met een rookmelder, een bewegingsmelder, een IP-camera en twee stekkerschakelaars uit het ‘e-Domotica’-productassortiment. Het e-Centre kan een inbraak melden via telefoon, sms en e-mail. De webcam is overigens niet via Z-Wave aangesloten, maar maakt via wifi of ethernet verbinding met het e-Centre.
Energy harvesting
Opdrachtgevers en projectontwikkelaars hebben een voorkeur voor onderhoudsvrije componenten. Hierdoor kunnen batterijaangedreven sensoren, die gegevens verzamelen, en actoren, die bijvoorbeeld een schakelproces uitvoeren, op weinig enthousiasme rekenen. Dit hiaat wordt opgevuld door de zelfvoorzienende draadloze modules, waarin het Duitse bedrijf EnOcean zich heeft gespecialiseerd. Een EnOcean-module haalt de energie die nodig heeft om te functioneren uit zijn omgeving, bijvoorbeeld elektromechanisch uit het indrukken van een schakelaar of bij een radiatorknop thermo-elektrisch uit het warmteverschil tussen de radiator en zijn omgeving. Als energiebron is alles te gebruiken wat de natuurkunde te bieden heeft: positie- en drukveranderingen, temperatuurverschillen, lichtinval en slingerbewegingen.
Deze vormen van ‘Energy harvesting’ worden door EnOcean onder andere gebruikt voor temperatuur- en vochtigheidssensoren, deur- en venstercontacten, lichtsensoren en lichtschakelaars bij kantoorgebouwen, hotels en bedrijfspanden. Via de propriëtaire en licentieplichtige gatewaysoftware ‘EnOcean Link’ kun je de sensoren en actoren in huisautomatiseringssystemen inbedden, bijvoorbeeld KNX. Het draadloze systeem gebruikt de in 2012 geratificeerde standaard ISO/IEC 14543-3-10 voor draadloze modules met een bijzonder laag energieverbruik, die door de in 2008 opgerichte EnOcean Alliance geformuleerd werd. De communicatie verloopt via korte datapakketten tussen de 53 en 130 bit op de 868MHz-band. Het opgegeven bereik van 30 meter in gebouwen en 300 meter in de open lucht komt overeen met dat van door batterijen gevoede draadloze systemen.
EnOcean levert overwegend aan systeemintegrators en partnerfirma’s als MSR Solutions en Siemens. De componenten zijn ook in de vrije handel verkrijgbaar. Met 190 euro voor een draadloze knop en de bijbehorende ontvanger van het merk Sygonix heb je als thuisgebruiker bijvoorbeeld de mogelijkheid een lichtschakelaar op een willekeurige plaats aan de muur of zelfs op een meubelstuk te bevestigen.
HomeMatic en aanverwanten
Draadloze oplossingen voor het Home Automation Network (HAN) zijn aantrekkelijk omdat je ze makkelijk kunt aansluiten. In dit marktsegment zijn de aanbieders de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond geschoten. Een van de marktleiders in Europa op domoticagebied is het Duitse bedrijf eQ-3. eQ-3 heeft meerdere mogelijkheden in het assortiment: FS20, HomeMatic en Max. Die systemen zitten alle drie op de 868MHz-band, maar zijn niet compatibel met elkaar, hoewel ze van dezelfde fabrikant afkomstig zijn. Via bijvoorbeeld Conrad.nl zijn componenten van die systemen ook in Nederland te koop, maar rechtstreeks bestellen in Duitsland kan natuurlijk ook.
De oudste productlijn is het draadloze domoticasysteem FS20. Met de verschillende modules van dat systeem regel je de verwarming, lampen en rolluiken. Een huiscentrale adresseert de modules en stuurt ze aan. Een speciale module stuurt storingsmeldingen telefonisch naar de eigenaar. De communicatie met de modules verloopt echter uitsluitend in één richting – sensoren kunnen alleen zenden en actoren alleen ontvangen.
De bidirectionele opvolger HomeMatic werkt wat dat betreft betrouwbaarder. Dat systeem gebruikt het propriëtaire draadloze protocol BidCos (Bidirectional Communication Standard). Daar kunnen de actoren het ontvangen en uitvoeren van een commando mee bevestigen. Het productassortiment van HomeMatic omvat circa honderd modules voor toepassingsgebieden die variëren van weerstations en klimaatregeling tot verlichting en beveiliging met inbraak- en alarmmeldingen. Voor simpele taken kun je actoren en schakelaars direct met elkaar verbinden. Voor tijdgestuurde en logische processen zoals bij een zonnescherm dat automatisch uit of in moet gaan afhankelijk van het invallende zonlicht, heb je een centrale stuureenheid (CCU) nodig. Die registreert en stuurt alle aangesloten componenten. De CCU kun je in je lokale LAN- of wifi-netwerk opnemen en is via de ingebouwde webserver zo nodig ook van buitenaf bereikbaar. Programmeren gaat via een browserinterface. Als je de volledige controle wilt hebben, kun je de opensourcesoftware Homegear gebruiken. Dat is een volwaardig alternatief voor de CCU.
Het derde systeem van eQ-3 heet ‘Max’ en is speciaal ontwikkeld voor de klimaatregeling in huis. Het werkt met radiatorthermostaten op batterijen, die afzonderlijk met een dag- of weekprogramma’s te configureren zijn. Het systeem kan via venstercontacten automatisch herkennen of een raam geopend is en draait de thermostaatkraan dan dicht om energie te sparen. Met de LAN-gateway MaxCube kun je alle radiatorthermostaten in huis aansturen en via de pc configureren. Via een door de fabrikant geëxploiteerde webportal kun je de modules ook met een smartphone-app en via internet bedienen. De modules zijn eenvoudig te installeren en kosten tussen de 20 en 50 euro, zodat de kosten binnen de grenzen blijven.
Draadloze…
Bij powerline- en draadloze systemen kunnen de signalen binnen het zenderbereik door elke ontvanger opgevangen worden, dus zijn er bijzondere maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat in het lokale netwerk alleen toegestane componenten met elkaar communiceren. De gangbare systemen bieden wel mechanismen tegen toevallige of opzettelijke aanvallen van buitenaf, maar details over de beveiligingsmaatregelen houden de fabrikanten voor zich. Je mag er dus niet vanuit gaan dat je domoticanetwerk veilig is. Het gebruik van de 868MHzband zorgt bovendien voor extra problemen voor ‘Short Range Devices’ (SRD) omdat daar heel veel verschillende draadloze toepassingen op zitten. De belasting van de radiofrequenties en daarmee de storingsgevoeligheid zal door extra componenten alleen nog maar toenemen (zie kader).
DECT-systemen opereren daarentegen op de in heel Europa daarvoor gereserveerde frequentieband van 1880 tot 1900 MHz op 10 frequentie- en 24 TDM-kanalen (Time Division Multiplexing). Doordat ze het kanaal dynamisch bepalen, kunnen DECT-systemen naburige stations ontwijken, iets wat 868MHz-systemen niet kunnen. Voor gebruik in home-automation propageren AVM, Ascom, Binatone, Gigaset en andere daarom de energiezuinige DECT-variant ULE, wat staat voor ‘Ultra Low Energy’.
Het Europese normalisatieinstituut ETSI heeft de ULE-uitbreiding van de DECT-basisstandaard afgelopen jaar geratificeerd. Die moet ervoor zorgen dat randapparaten in stand-by tot wel tien jaar met een batterij doen. Een DECT-ULE-huisnetwerk gebruikt een stertopologie met je router als basisstation. Daarmee wordt een cirkel van ongeveer 50 meter binnenshuis afgedekt. Net als DECT is ULE met meerdere basisstations tot complexe netwerken uit te bouwen om het ook in grote bedrijfs- en kantoorpanden te kunnen gebruiken. Als een van de eerste fabrikanten bracht Gigaset in de herfst van 2013 onder de merknaam ‘Gigaset Elements’ een smart-home-productlijn volgens de nieuwe standaard op de markt. De starterkit ‘Safety’ voor 200 euro omvat het basisstation, de bewegingsmelder ‘Motion’ en de deursensor ‘Door’ die moet herkennen en melden wanneer je voordeur wordt opengebroken.
… klantenbinding
Met dualmode-systemen waarin middleware de stuurcommando’s van het ene protocol naar het ander vertaalt, kun je systemen met componenten van andere fabrikanten en standaarden uitbreiden.
Net als de DECT-spelers proberen ook de brancheleiders uit de huis- en installatietechniek een graantje mee te pikken van de home-markt. Ze breiden hun producten uit met programmeerbare sturingen en zorgen ervoor dat ze in een netwerk opgenomen kunnen worden. Installateur Legrand voorzag zijn eigen tweepolige smart-home-techiek van het merk BTicino vorig jaar al van ZigBee. Bij de schakelaarfabrikanten gebruikt Eltako EnOcean en Kopp naast de eigen draadloze afstandsbediening Free-Control op de powerlinetechniek DigitalStrom. Gira lanceerde dit jaar een propriëtair draadloos systeem onder de naam eNet, dat het moet gaan maken in de installatiebusiness.
Smart Home as a Service
Bij veel systemen is het mogelijk om ze buitenshuis te bedienen. Fabrikanten hebben vaak een speciale website waar je kunt inloggen voor externe toegang. Of ze bieden een app met die functionaliteit aan. Daarom moeten de e-Centre van Eminent en de HomeMatic CCU met het internet verbonden zijn.
Sommige systemen zijn zonder internetverbinding niet eens te installeren, zoals SmartHome van domoticafabrikant RWE. Dat systeem werkt met een propriëtair protocol van eQ-3 op de 868MHzband, maar is toch niet compatibel met de HomeMatic-componenten. RWE SmartHome heeft continu internettoegang nodig, anders kun je hem niet instellen. Dat geldt zowel voor het toevoegen van nieuwe componenten aan het systeem als voor aanpassingen in de programmering.
Veel spelers in de branche zien zulke clouddiensten als de toekomst. Ze willen het smart-home onder hun hoede nemen en aan hun klanten verkopen als een alles-in-eenpakket. Als je de touwtjes in eigen hand wilt houden, moet je je beperken tot standalone oplossingen of de sprong wagen in een van de opensourceinitiatieven als Nodo, OpenHAB, smarthome.py en FHEM. Nodo Domotica is een initiatief van hobbyisten voor hobbyisten om met goedkope onderdelen zelf een modulair domoticasysteem rondom een Arduino-controller en de bijbehorende software te maken. Het systeem gaat uit van het klikaan- klik-uit-principe om diverse apparaten (verlichting et cetera) in huis te schakelen vanaf een smartphone, webbrowser of een universele afstandsbediening. Een wiki beschrijft hoe je het systeem van de grond af opbouwt, te beginnen met het solderen van het controllerboard. Via het forum kun je in contact komen met andere Nodohobbyisten.
FHEM is een in Perl geschreven server voor home-automation (GPL-licentie) en draait op Linux (ook op Raspberry Pi),, OS X en Windows.Het systeem is goed gedocumenteerd en ondersteunt de eQ-3-protocollen FS20, Max en HomeMatic evenals KNX, ZWave, EnOcean, X10, FritzDECT en Zig- Bee. Met FHEM kun je op basis van tijd en gebeurtenis eenvoudige schakelprogramma’s aanmaken, dimmers aansturen, lichtshows draaien of programma’s simuleren voor als je afwezig bent en alarmberichten sturen. Via de server kunnen mobiele apps de installatie thuis besturen. Programma’s voor de optimale verwarming raadplegen zelfs weerdiensten als Yahoo Weather. Een vergelijkbare functie – niet met FHEM, maar als clouddienst – biedt de start-up Tado met zijn thermostaat-app.
Mensen die technisch onderlegd zijn, kunnen het systeem met eigen scripts en programma’s aan hun eigen wensen aanpassen. Dat heeft een ontegenzeggenlijk voordeel: je weet altijd precies wat de programma’s uitspoken. Er wordt niets naar de cloud gestuurd, alle gegevens blijven in huis.
Literatuur
[1] Patent EP1794895, Data Transmission Method and Device for A/C Systems (2006)
[2] Diane J. Cook, How Smart Is Your Home?, Science 335/2012, p.1579
[3] Sathya Laufer, Christian Mallas, Attacking HomeMatic, 30C3, 30.12.2013, http://youtu.be/KlRLW4jJWgc
[4] Noud van Kruysbergen, Open huis, https://www.ct.nl/nieuws/openhuis/10812/; AV-TEST-studie, 7 Smart-Home-Starter-Kits im Sicherheits-Test, 2014, www.av-test.org
(Richard Sietmann / jmu, c’t 12/2014, p.108)
Smart-home voor instappers
Natuurlijk hoefje niet meteen te beginnen met een dure en uitgebreide domotica-oplossing, zoals beschreven in dit artikel. Je kunt het ook klein en betaalbaar houden door de automatisering in huis te beperken tot alleen de thermostaat. De laatste tijd is er veel te doen rond slimme thermostaten. We hadden al de Toon van Eneco en de E-thermostaat van Essent, maar sinds de zomer hebben zich in dit rijtje ook de Nest Thermostat gevoegd (219 euro; Essent), de Anna van de firma Plugwise (Nederlandse Energie Maatschappij) en de Round Connected van Honeywell (150 euro).
De Learning Thermostat van de onlangs door Google overgenomen Amerikaanse firma Nest is pas sinds kort officieel in Nederland verkrijgbaar. Het apparaat is rond en heeft een duidelijk LCD-display. Via een grote metalen draairing aan de buitenkant kun je de temperatuur instellen en door de menu’s scrollen. Het apparaat stelt zelf het dagpatroon in aan de hand van het instelgedrag van de gebruiker. Door zijn bewegingssensor weet de thermostaat of je thuis bent en past de verwarming daarop aan. De thermostaat is ook te bedienen via een smartphoneapp..
Anna is een Nederlands product uit Eindhoven . Ook deze thermostaat is rond met een draairing, is zelflerend en heeft een afwezigheidsfunctie.
De Round Connected van Honeywell is volgens de fabrikant bewust simpel en goedkoop gehouden voor instappers. Je kunt de thermostaat behalve met de draairing ook met een app hoger of lager zetten. Dagschema’s zijn alleen te maken met de app.
Het uitgangspunt van al deze ‘slimme’ thermostaten is dat je bewuster en dus zuiniger omgaat met energie, waardoor je bespaart op de energiekosten.