Als je Windows 22 Server op een server als de HPE Proliant Microserver Gen10 hebt geïnstalleerd, is het mogelijk om die te gebruiken als locatie voor het opslaan van je back-ups.
Dat kunnen back-ups zijn van allerlei soorten apparaten zijn, zoals pc’s en laptops. Maar ook van andersoortige apparaten die op welke (netwerk)manier dan ook contact met de Microserver kunnen maken. Je hebt alle back-ups dan op één centrale plek staan. Van daaruit kun je ze altijd weer makkelijk herstellen.
Om Windows 22 Server daarvoor te gebruiken, lijkt het voor de hand te liggen de rol van Windows Server Back-up toe te voegen via het Serverbeheer. Dat doe je bij ‘Functies en onderdelen toevoegen’, maar de Server Back-up is bedoeld om back-ups van de server zelf te maken. Om Windows 22 Server geschikt te maken voor het opslaan van back-ups moet je bij ‘Bestands- en opslagservices’ de optie Bestandsserver aanvinken en die rol laten installeren.
Als dat is gebeurd, moet je een map delen die voor anderen toegankelijk moet zijn om back-ups in op te slaan. Maak zo’n map aan (bijvoorbeeld met de naam back-ups) en ga met de rechter muisknop naar de Eigenschappen ervan. Klik op Delen om vervolgens te selecteren wie toegang tot de map mag krijgen.