Valve wil met de Index de concurrentie flink opschudden en gooit daarvoor onder andere een 144Hz-modus en afzonderlijke vingertracking in de strijd.
De Index van Valve gaat ondanks de prijs van 1080 euro aardig vlot over de toonbank. Je stelt hem net zo in voor gebruik als de HTC Vive die Valve samen met HTC ontwikkelde.
Eerst zet je twee Lighthouse-kastjes in de hoeken van de ruimte (of beter: aan de muur). Daarna loop je met ingedrukte controllers door de ruimte. Het draagcomfort is beter dan bij de Vive, ook na wat uren zit de headset nog comfortabel. De lens- en oogafstand regel je met een draaiknop.
De geïntegreerde nearfield-speakers zijn erg goed gelukt. De Lighthouse-kastjes produceren helaas wel een hoorbare pieptoon en de tracking raakt van slag door zonlicht en spiegelende objecten.
De resolutie per oog ligt hoger dan bij de Rift, maar in de praktijk merk je niet meteen het verschil. De lenzen hebben wel een kleinere sweetspot. De displays zijn op te schroeven tot 144 Hz, maar 120, 90 en 80 is ook mogelijk. Maar voor de hogere snelheden moet je pc aardig aan de bak.
Dankzij een lus voorkom je dat bij het openen van je handen de controllers uit je handen vallen. De positie van elke afzonderlijke vinger wordt geregistreerd dankzij de 87 ingebouwde sensors.
Valve Index | |
display / resolutie | lcd (1440 × 1600 pixels per oog) |
interfaces | DisplayPort 1.2, USB 3.0, Bluetooth |
prijs | € 1080 |