(platform: Windows, Grizzlygames, € 5)
Het spel Islanders is een city-builder, maar dan een minimalistische variant. Alle eilanden en gebouwen zijn opgebouwd uit simpele hoekige, kleurige vormen. Het is een relaxte, makkelijk aan te leren (maar hard to master) game die werkt volgens een simpel principe. Je start met een bepaald puntenaantal en een beperkt aantal gebouwen, plus een eiland om ze op te parkeren.
Elk gebouw heeft een bepaalde invloedkring, van klein tot groot. Waar je alles neerzet bepaalt hoeveel punten je krijgt. Een houthakker wil bijvoorbeeld zo veel mogelijk bomen om zich heen. Maar sommige gebouwen vragen om specifieke plekken, anders krijg je strafpunten. Dat betekent dat je alles zeer strategisch moet plaatsen om genoeg punten te verzamelen om een niveau verder te komen.
Bij die volgende stap kies je uit twee mogelijke sets met gebouwen en begint het punten rapen weer opnieuw. Zodra je alle niveaus van een eiland hebt gehaald, mag je een nieuw random aangemaakt eiland gaan volbouwen. Elk eiland is groter en heeft meer niveaus die je door moet en meer verschillende soorten gebouwen om uit te kiezen. Haal je niet genoeg punten voor een hoger niveau, dan krijg je ook geen nieuwe gebouwen en is het over en uit. De uitdaging zit hem in hoe lang je het volhoudt.
De packs bevatten vaak gebouwen die je niet gezellig naast elkaar kunt zetten. Om zo efficiënt mogelijk met je beperkte ruimte om te gaan, zijn gebouwen te draaien om ze als puzzelstukjes tegen elkaar te leggen. Je bent per eiland maar relatief kort bezig, dus als je verliest heb je weinig frustratie, al moet je de eerste paar ‘simpele’ eilanden dan weer zo snel mogelijk afraffelen om je grotere eiland-skills weer te testen.