Fedora is er alleen nog in 64-bit uitvoering en is overgegaan van het Xz-compressiealgoritme naar Zstd. Mede daardoor is Fedora technisch weer helemaal bij de tijd. Een korte review.
Zo’n beetje parallel aan de onlangs geïntroduceerde Ubuntu 19.10 is ook het Fedora-project er bij de nieuwe versie 31 mee opgehouden om varianten van de distributie uit te brengen die geschikt zijn voor 32-bit x86-computers. Anderen hebben die stap al gemaakt of hebben dat in elk geval op de planning staan. Debian zal daarom spoedig de laatste mainstream Linux-versie zijn die nog de architectuur ondersteunt waarmee Linux groot is geworden.
De 32-bit programma’s die je via Steam of Wine start, werken echter gewoon onder Fedora’s 64-bit x-86 uitvoeringen omdat de benodigde 32-bit bibliotheken nog gewoon beschikbaar zijn. In tegenstelling tot Ubuntu wil Fedora dat ook niet grootschalig terugdraaien.
Alternatieven voor pakketten en Docker
De nieuwe Fedora installeert en actualiseert pakketten duidelijk sneller. Dat is minder te danken aan de overstap naar RPM 4.14 dan aan het switchen van compressie-algoritme Xz naar Zstd (Zstandard). Dat algoritme comprimeert de RPM-pakketten meestal minstens net zo compact, maar pakt ze een stuk sneller uit.
Docker ontbreekt helemaal in deze nieuwe versie. Fedora leverde daar al een verouderde versie van mee. In plaats daarvan zit het Docker-alternatief Podman er nog wel in. Dat ondersteunt alle functies van het origineel en zit ook in de Enterprise-versies van de Linux-distributies Red Hat en Suse. Fedora levert echter ook de via docker oproepbare engine van het Moby-project mee, waarmee Docker Inc. de opensource basis van zijn containerbesturingssysteem ontwikkelt.
Nieuwe interface en Wayland
Fedora Workstation Edition gebruikt nu versie 3.34 van Gnome, met onder meer verbeteringen in de performance. Bij de standaard gebruikte Wayland-modus draaien de met sudo aangeroepen X11-applicaties zoals Gparted nu geheel normaal in plaats van dat niet voorbij de security-mechanismen komen van de nieuwe display-architectuur. Bovendien werkt Firefox nu direct onder Wayland en niet meer via de X11-compatibiliteitslaag Xwayland.
De ‘KDE-spin’ van Fedora 31 gebruikt Plasma 5.16 als bedieningsinterface – 5.17 kwam pas uit toen de distributie al in de eindfase was. Dolphin, Kate en Konsole zitten al op het niveau van de in augustus uitgebrachte KDE Applications 19.08. Gwenview, Kontact en een paar andere stammen echter nog uit de vier maanden oudere verzameling van KDE-applicaties.
Stabieler
Fedora gebruikt nu versie 2 van de Control Groups om het resourceverbruik van processen te beperken. Daarmee worden onder meer containers en virtuele machines beperkt, als die bijvoorbeeld de processor, het werkgeheugen of de storage-controller zo sterk belasten dat andere programma’s amper meer aan bod komen.
Cgroups V2 werkt betrouwbaar en zorgt voor een betere controle, want het ruimt inconsistent gedrag en andere ontwerpfouten uit de weg waar de eerste versie van deze kerneltechniek voor resourceregeling onder leed.
Net als Ubuntu 19.10 gebruikt ook Fedora nu een op Linux 5.3 gebaseerde kernel en wordt standaard de 3D-driver van Mesa 19.2 geïnstalleerd. Dat zorgt voor een goede hardware-ondersteuning. In tegenstelling tot bij Ubuntu zal die in de loop der tijd nog verbeteren, want Fedora werkt regelmatig nieuwe major-releases bij van de kernel en Mesa bij updaten van het systeem. Daar zitten dan nieuwe en verbeterde drivers in.
Conclusie
De nieuwste Fedora-versie heeft wat minder hoogtepunten dan de vorige versie, maar met de nieuwe Control Groups en een paar andere verbeteringen doet Fedora technisch weer mee in de frontlinie.
(Thorsten Leemhuis en Noud van Kruysbergen, c’t magazine)