Hoe verschillend de besproken apparaten ook zijn, zo identiek gedroegen ze zich (bij het laadproces althans) in het laboratorium als het gaat om het draadloos opladen.
De laadcurves van alle apparaten tonen het typische proces waarbij de oplaadelektronica van de smartphone het stroomverbruik vermindert vanaf ongeveer 90 procent van de accucapaciteit om de accu te sparen. Geen van de laders houdt de maximale oplaadcapaciteit de gehele tijd vol, en de smartphones vallen dan terug naar het volgende lagere Qi-laadniveau als het apparaat of de lader te veel opwarmt.
Daarbij hangt het ook af van welke oplader op de draadloze laadpad wordt aangesloten. Tussen het kortste en het langste gemeten laadproces zat een factor twee. Al deze Qi-oplossingen hebben één nadeel gemeen: de overdracht van energie door inductie is uiterst positiegevoelig. Pas als de spoelen in de lader en in de smartphone vrij precies boven elkaar zijn geplaatst, wordt het maximale laadvermogen gehaald.
Zelfs als de communicatie tussen de spoelen nog werkt, speelt de afstand nog steeds een rol. Een vijf millimeter dikke stapel papier tussen de laadpad en de smartphone verlengde de laadtijd met 8,5 procent op een P40 Pro. Als we de smartphone in een minder dan een millimeter dikke siliconenhoes verpakten, konden we geen verschil meten.
In c’t magazine 12/2020 gaan we uitgebreider in op de details en de techniek van Qi laden.