Intel gebruikt op dit moment voor alle desktopprocessors een monolithische siliconen processor-die, in tegenstelling tot AMD’s Ryzen 3000. Intern zijn de maximaal tien cpu-kernen, de UHD 630-graphics en de System Agent via een ringbus met elkaar verbonden (zie het die-shot hieronder). Dat zorgt voor korte latenties bij de communicatie tussen de afzonderlijke cpu-componenten. Ter vergelijking: de Core i9-10900K heeft 25 nanoseconden nodig om toegang te krijgen tot het RAM, terwijl de Ryzen 9 3950X meer dan twee keer zoveel tijd nodig heeft met 59 nanoseconden. De System Agent bevat onder meer de geheugencontroller voor twee DDR4-kanalen, het PCI Express Root Complex en de displaycontroller voor DisplayPort, DVI en HDMI.
Binnen de halfgeleider-die communiceren de kernen en andere cpu-componenten van de Core i-10000 met elkaar via een ringbus. (Bron: Intel)
Bij de tiende Core i-generatie heeft Intel onder andere de level-3-caches groter gemaakt. Die groeien in vergelijking met de topmodellen Core i9-9900K en Core i9-10900K van 16 naar 20 MB. De geheugencontroller is door Intel in elk geval bij de Core i7 en i9 een beetje sneller gemaakt. Die kan nu DDR4-2933 aan. De goedkopere processores zijn volgens de specificatie beperkt tot DDR4-2666.
Aangezien er niets is veranderd in de architectuur van de rekeneenheden en het 14nm-fabricageproces van de Core i-10000, blijft voor Intel alleen nog de klokfrequentie over om aan te sleutelen voor de performance. Intel verhoogt die onder meer met twee nieuwe turbofuncties. Met de gebruikelijke Turbo Boost haalt de Core i9-10900K een maximum van 5,1 GHz en dus slechts 100 MHz meer dan de Core i9-9900K.
Daarnaast zijn twee van de tien kernen speciaal gemarkeerd en halen die 5,2 GHz zonder enige extra spanningsverhoging. Maar de andere kernen moeten wel slapen om die Turbo Boost Max 3.0 actief te laten zijn. Nog eens 100 MHz meer voor maximaal 5,3 GHz is beschikbaar via de Thermal Velocity Boost (TVB) – als de kerntemperatuur onder de 70 °C blijft. Intel reserveert die functie echter exclusief voor de Core i9-decacores.
Bij volle belasting van alle kernen is de bereikbare kloksnelheid vooral afhankelijk van het thermisch budget. De Core i9-10900K kan draaien op 4,8 GHz, of beneden 70 °C op 4,9 GHz. Om er meer prestaties uit te halen, heeft Intel de teugels extreem gevierd: onder continue belasting mogen de overklokbare K-processors nu 125 watt verbruiken in plaats van 95 watt. Die zogenaamde Power Limit 1 (PL1) komt overeen met de Thermal Design Power (TDP). Om gebruik te maken van de warmtecapaciteit van de koeler mogen Intel-cpu’s de PL1-waarde gedurende een bepaalde periode (PLTau) ook overschrijden. Tot nu toe was dat 25 procent extra gedurende 28 seconden ten opzichte van de TDP: bij een 95W-TDP lag de Power Limit 2 (PL2) bijvoorbeeld rond de 119 watt. Met de nieuwe decacore verdubbelt Intel de tijd tot 56 seconden en wordt de PL2 verhoogd tot 250 watt. Dergelijke waarden waren voorheen voorbehouden aan high-end processors zoals de Ryzen Threadripper en Xeon W met aanzienlijk meer kernen.
Onze tip: als je een systeem met de snelste LGA1200-processor wilt monteren, moet je dus zeker een krachtige koeler en een voldoende gedimensioneerde voeding gebruiken. Anders zullen de beschermingscircuits in werking treden die de processor omlaag schalen of het hele systeem uitschakelen.