De NASA-sonde Voyager 1 is inmiddels meer dan 150 keer zo ver van de zon verwijderd als onze aarde, zo blijkt uit gegevens van NASA. De sonde heeft in de loop van donderdag (CEST) de afstand van 150 astronomische eenheden (AU) tot de zon bereikt.
Sinds 1998 is Voyager 1 het meest ver van de aarde verwijderde, door mensen gemaakte object. De afstand tot de aarde is momenteel iets minder dan 149,5 AU. Door de eigen beweging van de aarde neemt deze afstand niet gelijkmatig toe.
Voyager 1 werd op 5 september 1977 gelanceerd, 16 dagen na zijn zustersonde Voyager 2. Via een snellere route werd hij langs Jupiter (1979) en Saturnus (1980) uit ons zonnestelsel geslingerd.
Radiosignalen die met lichtsnelheid worden verzonden, doen er inmiddels bijna 21 uur over om de afstand te overbruggen. Communicatie met de nog actieve sonde vergt dus veel geduld. In 2012 had Voyager 1 de interstellaire ruimte bereikt, Voyager 2 bereikte deze mijlpaal eind 2018. In 2017 had Voyager 1 voor het eerst in 37 jaar zijn motoren opgestart om zijn antenne exacter op de aarde te richten.
Volgens NASA zijn vier van de tien instrumenten aan boord nog steeds actief en verzamelen ze gegevens voor onderzoek. Over enkele jaren zal er echter niet meer genoeg energie zijn en zullen de instrumenten worden uitgeschakeld.
Daarna is het echter nog wel mogelijk dat vluchtgegevens naar de aarde worden gestuurd. Naar verwachting zal pas rond 2035 het laatste contact met het Deep Space Network gemaakt kunnen worden, schrijft NASA.
De sonde zal zich dan met bijna 17.000 kilometer per seconde van ons zonnestelsel blijven verwijderen en zal over ongeveer 38.000 jaar op een afstand van minder dan 1,7 lichtjaar de ster AC+79 3888 naderen.
(Martin Holland / Daniel Dupré)