Apple presenteert nieuwe MacBook Air, Mac mini en iPad Pro

Tijdens een presentatie in New York liet Apple vandaag een heleboel nieuwe hardware zien. De iPad Pro werd vernieuwd, evenals de MacBook Air en de Mac mini. We zetten alle nieuwtjes voor je op een rij.

De MacBook Air was al lang toe aan een update. Het nieuwe model lijkt nu heel erg op de 12-inch MacBook en 13-inch MacBook Pro. Het beeldscherm heeft geen ouderwets ogende zilveren rand, maar een smalle zwarte rand zoals het hoort voor een apparaat uit 2018. Ook wat de hardware betreft, is de Air eindelijk in 2018 beland: een dual-core i5-processor uit Intels 8ste generatie met 1,6 GHz, tot aan 16 GB werkgeheugen en ondersteuning voor ssd’s tot aan 1,5 TB.

De grootste en belangrijkste vernieuwing gaat echter over het beeldscherm: het aantal pixels werd verviervoudigd ten opzichte van de voorganger en het scherm mag nu Apples Retina-label dragen. Daarnaast heeft de Air dezelfde vlindertoetsen als de MacBook Pro en twee Thunderbolt 3-poorten. De MacBook Air is vanaf vandaag te bestellen en de prijs begint bij 1349 euro.

Apple heeft ook de Mac mini vernieuwd. De buitenkant is zwart, net als de iMac Pro, maar verder identiek aan de oude mini. Uiteraard is de nieuwe Mac mini vele malen sneller dan zijn voorganger – die stamt immers uit 2014. Elke Mac mini heeft minstens een quadcore-processor met 3,6 GHz, met een uitbreidingsmogelijkheid naar 6 cores met 3,0 GHz. Volgens Apple is hij vijf keer sneller dan de oude mini en zijn de graphics 60 procent sneller.

Terwijl Apple er een hobby van maakt zoveel mogelijk poorten van apparaten te slopen, blijft de desktop dit lot bespaard. De Mac mini heeft een fijne verzameling poorten aan de achterkant: ethernet, 4x Thunderbolt 3, HDMI, 2x USB 3 én een koptelefoonaansluiting. Ook de Mac mini is vanaf vandaag te bestellen; de prijs begint bij 899 euro.

Ten slotte nog de iPad Pro. Apple heeft de tabletmarkt in vaste hand en blijft zijn iPad Pro maar verbeteren. De nieuwe iPad Pro ziet er anders uit dan alle andere iPad-modellen die tot dusver verschenen zijn. Apple heeft bijzonder goed naar het design van de iPhone X gekeken. Dat wil zeggen dat de voorkant één en al scherm is met slechts een smalle rand eromheen. De schermen zijn ongeveer groot als bij de vorige modellen (11 en 12,9 inch), terwijl de apparaten juist kleiner zijn geworden. De iconische thuisknop ontbreekt: je ontgrendelt deze iPad niet met je vingerafdruk, maar met je gezicht (Face ID). In tegenstelling tot bij de iPhone X zit de daarvoor benodigde TrueDepth-camera gewoon in de rand van het scherm – er is dus geen ‘notch’.

Dan nog de processor: de nieuwe iPad heeft een A12X Bionic processor die zelfs nog wat sneller is dan de A12-processor in de nieuwe iPhone XS. En hij levert grafische prestaties die vergelijkbaar zijn met die van de Xbox One S. Ten slotte stapt Apple voor de iPad Pro over naar USB-C, en neemt dus afscheid van Lightning. De nieuwe iPad Pro is vanaf vandaag te koop. De startprijs is 899 euro voor de 11-inch, de 12,9-inch kost 1199 euro.

Naast de nieuwe iPad Pro is er ook en nieuwe Apple Pencil. Die ziet er nog minimalistischer uit dan de eerste generatie – het zilveren randje en het dopje (wat je toch altijd kwijtraakt) ontbreken. Ook kun je er op vegen en tikken, wat nieuwe bedieningsmogelijkheden in het leven roept. De Apple Pencil ‘kleeft’ daarnaast magnetisch op je iPad en laadt dan ook meteen op. De nieuwe Pencil kost 135 euro, hij is dus iets duurder dan de vorige generatie.