Het meest praktische pluspunt van USB-C als je er dagelijks mee werkt, is dat je niet hoeft op te letten hoe je de stekker in de poort steekt. Hoe je de stekker ook draait, hij past gewoon. Je hebt dus geen last meer van het gestuntel zoals bij de oude usb-stekkers, waarbij je als je niet goed kijkt drie pogingen nodig lijkt te hebben om hem aan te kunnen sluiten (‘usb superposition’).
De type-C-poort is geheel symmetrisch opgebouwd vanuit een centraal punt binnen de in totaal 24 pinnen (zie de afbeelding). In het midden zitten de USB 2.0-pinnen (D+/D-), aan de buitenkant de massa (GND) en daartussen twee datalijnparen (RX1/TX1, RX2/TX2), vier verbindingen voor de stroomvoorziening (VBUS), twee pinnen voor het Control Channel (CC1, CC2) en twee SideBand Use-pinnen (SBU1, SBU2) als reserve voor toekomstige uitbreidingen of alternatieve gebruiksmodi.

Tegenpolen
In de type-C-stekker zitten de bijpassende tegenpolen, maar daarvan zijn de acht middelste pinnen niet symmetrisch. Het is expliciet vastgelegd welke van de beide CC-pinnen van de poort daadwerkelijk voor het controlekanaal gebruikt wordt. De andere is voor VCONN, een extra stroomvoorziening voor elektronische onderdelen in de kabel.
Via het toewijzen van CC1 of CC2 aan de kant van het apparaat en CC aan de kant van de kabel bepaalt een apparaat op welke manier de kabel in de poort zit. Dat is belangrijk om bijvoorbeeld de usb-datalijn op de juiste van de twee opties in te instellen: USB 3.x gebruikt RX1/TX1 in de kabel, het tweede paar blijft ongebruikt.
Anders dan bij het klassieke USB zit er altijd een multiplexer in het pad tussen de usb-host-controller en de daadwerkelijke poort of tussen de poort en het usb-eindpunt. Aangezien een kabel met twee type-C-stekkers aan elk eind op twee manieren ingeplugd kan worden, moet er aan beide kanten worden bepaald hoe de stekker ingeplugd is en de pintoewijzing worden geregeld.
Die toewijzing is in principe vrij simpel, maar zorgt toch voor problemen: dat zie je bijvoorbeeld bij de test van type-C-minidocks op pagina 96 van c’t 5/2017. Het zonder problemen overzetten van data werkte bij meerdere combinaties alleen goed als de stekker op een bepaalde manier in de poort werd geplugd.
Wat ik merk van een USB-C connector is via een oplaadkabel het wel degelijk uitmaakt welke kant je pakt van de USB-C kabel, je hebt een gladde kant en een kant waar het omhulsel aan elkaar zit. Als ik de gladde kant boven doe en in mijn mobiel Samsung S* steek dan is de oplaadstroom 1,8Amp als de andere kant boven zit dan is de laadstroom maar 1AMP , heel vreemd
Goedemiddag,
Ik heb een iPad Pro met USB-C connector. Het vreemde is dat sinds kort de iPad alleen oplaadt met 1 kant van de stekker. Dus als ik de stekker omdraai en dan in de USB-C poort steek dan laadt de iPad niet op. Ik heb ook al andere snoertjes en oplader geprobeerd en in alle gevallen gebeurt hetzelfde. Als hij niet oplaadt draai ik de stekker op en als ik hem dan in de iPad steek dan laadt ie wel op. Als ik de stekker omdraai aan de oplaadadapter kant maakt dat geen verschil.
Heeft iemand hier een verklaring voor?
Groeten,
Harald
Inderdaad vreemd, zeker omdat je het met alle kabels hebt. Misschien helpt voorzichtig schoonmaken van de poort in de iPad. Die verzamelt misschien minder vuil dan een smartphone, maar daarbij was dit een ‘oogst’ van schoonmaken van de USB-C-poort (naast de sim-kaart):