Vlekken weg, wolken erbij, passanten eruit: foto′s manipuleren is voor pro′s een eitje. Maar hoe makkelijk herkennen mensen het bedrog? Op die vraag hebben Engelse wetenschappers een antwoord gezocht. En ze ontdekten hoe makkelijk we ons bij de neus laten nemen.
Mensen trappen relatief makkelijk in gemanipuleerde foto′s – zelfs wanneer men ze gericht daarnaar vraagt. Tot deze conclusie komen onderzoekers van de universiteit van het Engelse Warwick, nadat ze honderden testkandidaten echte en vervalste opnames ter beoordeling voorgelegd hadden. De wetenschappers monteerden bijvoorbeeld een boot op een meer of veranderden de lichtomstandigheden. Ze hebben hun resultaten gepubliceerd in het vakblad ′Cognitive Research: Principles and Implications′. Met moderne fotobewerkingsprogramma′s kunnen professionele gebruikers foto′s relatief eenvoudig bewerken. Ondertussen zijn er zelfs speciale computerprogramma′s die valse foto′s moeten ontmaskeren.
Foto’s maken herinneringen
Eerdere studies met computergegenereerde foto′s hadden al aangetoond dat veel mensen onregelmatigheden bij geometrische vormen niet konden herkennen, aldus de onderzoeksgroep onder leiding van Sophie Nightingale. De onderzoekers wilden nu weten hoe goed mensen manipulaties in echte normale foto′s kunnen herkennen. “Foto’s hebben een sterke invloed op onze herinneringen. Wanneer mensen geen onderscheid kunnen maken tussen echte en nepdetails in foto’s, zouden manipulaties in veel gevallen kunnen veranderen, wat we geloven en wat we ons herinneren”, aldus medeauteur Derrick Watson.
Bij een van de experimenten legden de onderzoekers aan een groep van 707 proefpersonen telkens tien foto′s voor, waarvan er vijf echt en vijf vals waren. Ze monteerden bijvoorbeeld in een foto met een man die een vis vasthoudt een boot. Of ze maakten de tanden een stuk witter. Deze twee veranderingen zijn met het oog op de fysieke wetten plausibel. Maar de wetenschappers manipuleerden de foto′s ook op niet-plausibele wijze. Een groepje bomen op de achtergrond werd vervormd of schaduwen van bomen werden verwijderd, hoewel ze in de weerspiegeling in het water nog te zien waren.
Waar of niet waar
De deelnemers moesten vertellen of de foto bewerkt was of niet. In 66 procent van de gevallen hadden ze het bij het rechte eind, waarbij de proefpersonen bij de originele foto′s beter scoorden. Wanneer iedereen gegokt had, zou het aantal op 50 procent liggen. “Dit heeft grote gevolgen vanwege het grote aantal foto′s en mogelijk vervalste foto′s dat mensen dagelijks op sociale netwerken, andere internetsites en in de media te zien krijgt”, verklaarde Sophie Nightingale.
Wanneer de proefpersonen een valse foto hadden ontdekt, moesten ze de fout in een raster van drie bij drie fotoblokjes lokaliseren. Dat lukte maar in 45 procent van de gevallen. De proefpersonen herkenden fysiek niet-plausibele veranderingen iets beter dan fysiek plausibele.
Bij een tweede experiment met een soortgelijke opbouw ontdekten de onderzoekers dat de vervalsingen eerder herkend werden naarmate er meer beeldpunten bij de manipulaties betrokken waren. Bovendien waren de proefpersonen er een stuk beter in om een vervalsing in een foto gericht te vinden, dan om in het algemeen een gemanipuleerde foto van een echte te onderscheiden. Proefpersonen met een sceptische grondhouding ten opzichte van de echtheid van foto′s deden het in de experimenten een beetje beter.