Voor ons thuisnetwerk wil ik een mini-pc als Linux-server opzetten. Ik ben aan het overwegen welk opstartmedium ik ga gebruiken: een microSD-kaart, usb-stick of geef ik iets meer geld uit voor een ssd?
Als er al een kaartlezer in de pc zit, zijn een (micro-)SD- kaart of een ssd inderdaad de betere opties als opstartmedium. MicroSD- en sd-kaarten kosten minder dan de meeste usb-sticks, met name USB 3.x-sticks.
Sommige van die usb-sticks verbruiken echter al een 0,8 tot 1,5 watt wanneer je ze in de usb-poort steekt zonder ze verder te benaderen. Voor een mini-pc die idle 2 tot 5 watt verbruikt is dat dan toch wel een aanzienlijk aandeel.
We hebben een selectie van robuuste en microSDkaarten en enkele met een grote opslag al eerder besproken. Als je mini-pc een enigszins snelle ingebouwde kaartlezer heeft waar ook sd-kaarten van normaal formaat in kunnen, moet je zeker die gebruiken en niet een microSD-kaart in een adapter erin stoppen, omdat die gevoelig zijn voor storingen.
Bijna elke huidige ssd – of het nu een SATA-versie of PCIe NVMe in M.2-formaat is – is veel sneller dan een (micro)SD-kaart – vooral bij random benaderingen (IOPS). Als je alleen een Linux-server wilt laten starten, dan maakt het na het bootproces meestal niet veel uit.
De meeste ssd’s tolereren ook veel meer geschreven data (endurance) dan flashkaarten, maar zelfs dat is volgens onze praktijkervaring zelden relevant. Je moet er echter wel voor zorgen dat de ssd kan omgaan met diepe slaapstanden: dan heeft deze al voldoende aan 0,3 watt als hij niet leest of schrijft.
Sommige ssd’s missen die slaapstanden of het systeem gebruikt ze niet omdat ze door de fabrikant niet geïnstalleerd zijn of niet zijn geactiveerd in de BIOS set- up. Dit is te vinden onder aanduidingen als SATA LPM en PCIe ASPM. Als een laag verbruik bijzonder belangrijk is, is een sd- of micro-SD-kaart dus de eerste keuze.